Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om een verzoek tot wijziging van de kinderalimentatie en het ouderschapsplan na een echtscheiding. De man, verzoeker in het principaal hoger beroep, heeft zijn verzoek ingediend op basis van een vermindering van zijn inkomen door onvrijwillige werkloosheid. De vrouw, verzoekster in het incidenteel hoger beroep, heeft de bestreden beschikking van de rechtbank Midden-Nederland aangevochten, waarin de kinderalimentatie was vastgesteld op € 130,- per kind per maand. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de draagkracht van beide ouders en de behoefte van de kinderen. Het hof heeft vastgesteld dat de man sinds 1 december 2017 onvrijwillig werkloos is en dat zijn inkomensverlies niet voor herstel vatbaar is. De ingangsdatum van de gewijzigde kinderalimentatie is vastgesteld op 8 januari 2018, omdat de vrouw vanaf deze datum rekening heeft kunnen houden met een wijziging. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en de kinderalimentatie opnieuw vastgesteld op basis van de draagkracht van de man, die varieert van € 126,50 tot € 135,- per kind per maand, afhankelijk van de datum. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt. De beslissing is op 28 januari 2020 uitgesproken in het openbaar.