In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de ondertoezichtstelling van drie minderjarige kinderen. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had het hof verzocht om de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland van 17 februari 2020 te vernietigen, waarin de kinderen onder toezicht waren gesteld van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Regio Amsterdam (GI). Het hof heeft vastgesteld dat de moeder in staat is om de kinderen goed te verzorgen en dat zij zich goed ontwikkelen. Er is echter een probleem met de communicatie en het contact tussen de ouders en de kinderen, wat de ontwikkeling van de kinderen bedreigt. Het hof oordeelt dat de wettelijke vereisten voor een ondertoezichtstelling niet zijn voldaan, omdat er onvoldoende draagvlak is bij de moeder en de situatie niet verbeterd kan worden binnen een gedwongen kader. Het hof heeft de beschikking van de kinderrechter vernietigd en het verzoek van de raad tot ondertoezichtstelling afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van professionele begeleiding voor de kinderen, maar niet in een gedwongen kader, en dat de moeder toestemming moet geven voor hulpverlening.