Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
22 oktober 2019;
3.Beschrijving van het geschil en de beslissing in eerste aanleg
€ 9.290,76, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en rente. Zij is van mening dat de klachten van Bith Mustertechnik niet terecht zijn en dat zij bovendien te laat heeft geklaagd. Voor de klachttermijn verwijst zij naar haar algemene voorwaarden, artikel 10, lid 2, waarin onder meer het volgende is bepaald:
€ 23.812,66, heeft zij in eerste aanleg in reconventie van [appellante] gevorderd.
5.De beoordeling van de bezwaren en de vorderingen in hoger beroep
De toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van [appellante] , waarvan de kantonrechter is uitgegaan, zou alleen nog ter discussie staan als het hof mocht oordelen dat Bith Mustertechnik te laat heeft geklaagd, wat, zoals hierna onder 5.6 zal worden toegelicht, niet het geval is.
19 december 2016 vermeldt dit niet en [appellante] heeft ook in de akte uitlating proces-verbaal geen protest geuit. Het hof gaat er daarom met de kantonrechter vanuit dat de klachten van Bith Mustertechnik terecht waren en dat er sprake was van een tekortkoming. [appellante] heeft nog aangevoerd dat de twee door haar geleverde voorbeeldboeken in orde waren en dat de rest van de boeken (2.070 stuks) op basis van deze twee voorbeeldboeken geleverd zijn, maar dit kan haar niet baten. De twee voorbeeldboeken waren – zo heeft Bith Mustertechnik onbetwist aangevoerd – niet voor de verkoop bedoeld maar waren bedoeld ter configuratie. Dat de twee voorbeeldboeken geen gebreken vertoonden, brengt in het licht van het voorgaande niet mee dat daarmee vaststaat dat de daarna geleverde 2.070 boeken ook geen gebreken vertoonden. Dat meer voor de hand zou liggen dat de vlekken genoemd in rechtsoverweging 4.5 van het bestreden vonnis zouden zijn veroorzaakt door de werkwijze van Bith Mustertechnik heeft [appellante] tegen de achtergrond van de constatering van de kantonrechter dat de nabewerking voldoende was gebleken, ook al onvoldoende toegelicht. Bovendien geeft zij daarmee geen reactie op de door de kantonrechter geconstateerde kleurverschillen, ongeverfde randen en onvoldoende dekking van de verf op veel plaatsen. Daarom zal ook het hof ervan uitgaan dat Bith Mustertechnik terecht heeft geklaagd en dat [appellante] is tekortgekomen in de nakoming van haar verbintenis jegens Bith Mustertechnik. De grieven 2 en 3 falen.
in unseren Lieferungsbedingungen […] ein Reklamation auf Ihren angeführten Motivationen ausgeschlossen [ist]’. Zij eiste van Bith Mustertechnik bij dat bericht betaling van haar rekening zonder verder verwijl. Op het bericht van Bith Mustertechnik van 29 januari 2016 waarin zij schreef zelf aan de slag te gaan, heeft [appellante] vervolgens niet gereageerd. Met deze handelwijze heeft [appellante] (verder) onderzoek naar de klachten afgesneden. Bith Mustertechnik heeft daaruit afgeleid en ook mogen afleiden dat [appellante] haar verbintenis niet zonder tekortkoming zou nakomen, zodat een ingebrekestelling niet was vereist voor het intreden van verzuim. Ook de grieven 5 en 6 falen derhalve.
€ 16.000,-, was. Ook geeft Bith Mustertechnik niet echt inzicht in de door [appellante] opgeworpen vraag of zij de nabewerking niet goedkoper had kunnen verrichten. Zij stelt slechts dat de boeken al ingebonden waren en niet wanneer dat is gebeurd en of op dat moment voldoende met de belangen van [appellante] is rekening gehouden. Al met al is de schade van Bith Mustertechnik, zoals zij deze nu vordert, niet nauwkeurig vast te stellen. Het hof zal deze schade daarom schatten, en wel op het op
14 maart 2016 door Bith Mustertechnik zelf geschatte bedrag van € 10.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 mei 2016 tot de dag der voldoening. Wat betreft de vordering van Bith Mustertechnik uit hoofde van winstderving is het hof met [appellante] van oordeel dat Bith Mustertechnik het causaal verband tussen de tekortkoming van [appellante] en het uitblijven van een vervolgopdracht onvoldoende heeft onderbouwd. Zij heeft na betwisting volstaan met herhaling van de enkele stelling daarvan. Daarmee zal deze vordering worden afgewezen. De achtste grief slaagt derhalve.
6.De slotsom
Bith Mustertechnik zal veroordelen in de volledige proceskosten van [appellante] in conventie. Als niet weersproken zullen de nakosten worden toegewezen. De toewijzing van de proceskosten in reconventie blijft ongewijzigd. In hoger beroep zal het hof de kosten compenseren, nu partijen beiden deels in het gelijk en deels in het ongelijk zijn gesteld.
7.De beslissing
€ 82,54 aan exploten van dagvaarding en € 471,- aan griffierecht) en op € 900,- aan salaris, met veroordeling van Bith Mustertechnik in de nakosten begroot op € 157,-, met bepaling dat dit bedrag zal worden verhoogd met € 82,- in geval Bith Mustertechnik niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze uitspraak heeft voldaan én betekening heeft plaatsgevonden;