Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
advocaat: mr. H. de Jong te Rotterdam.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, waarbij de bewindvoerders van de rechthebbende, die vanwege haar geestelijke toestand onder bewind is gesteld, een machtiging vroegen voor schenkingen aan hunzelf en andere familieleden. De rechthebbende is geboren in 1936 en heeft twee dochters, verzoekster1 en verzoekster2, die als bewindvoerders zijn aangesteld. De kantonrechter had eerder een aantal schenkingen goedgekeurd, maar de bewindvoerders vroegen nu om een machtiging voor schenkingen die in 2019 waren gedaan, waarvan zij stelden dat er sprake was van een schenkingstraditie. De mondelinge behandeling vond plaats via een skype-verbinding, waarbij de bewindvoerders en de rechthebbende aanwezig waren.
Het hof heeft vastgesteld dat er vanaf 2009 jaarlijks schenkingen zijn gedaan aan de dochters, wat het hof als een schenkingstraditie beschouwt. De bewindvoerders hebben echter niet kunnen aantonen dat er ook een schenkingstraditie bestaat voor de kleinzonen en de levenspartner van verzoekster1. Het hof heeft de bestreden beschikking van de kantonrechter vernietigd voor zover het de machtiging tot schenking aan verzoekster1 en verzoekster2 betreft, en verleent nu achteraf machtiging voor de schenkingen aan hen. Het verzoek om een verklaring voor recht dat er sprake is van een schenkingstraditie voor de andere belanghebbenden is afgewezen. De beschikking is uitgesproken op 25 augustus 2020.