ECLI:NL:GHARL:2020:6720
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van vrijspraak in jeugdzaak met aanvulling van gronden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, is op 1 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland van 26 juli 2019. Het hoger beroep was beperkt ingesteld door de officier van justitie, enkel gericht tegen de vrijspraken van de feiten 4 en 5, en de beslissingen omtrent beslag en vorderingen van benadeelde partijen. De verdachte, geboren in 2000 en verblijvende in een jeugdinrichting, heeft zelf geen hoger beroep ingesteld, waardoor het vonnis voor het overige onherroepelijk is.
Het hof heeft de zaak onderzocht op de zitting van 18 augustus 2020 en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman, mr. P.H.W.M. Roelofs. De rechtbank had de verdachte vrijgesproken van de feiten 4 en 5, en had beslissingen genomen over in beslag genomen voorwerpen en de vorderingen van benadeelde partijen. Het hof oordeelt dat de rechtbank op juiste wijze heeft beslist en bevestigt het vonnis, met aanvulling van gronden.
Het hof overweegt dat de overvallen door een wisselende groep jongens zijn gepleegd, en dat er onvoldoende bewijs is om te concluderen dat de verdachte één van de overvallers was. De verdachte heeft geen ontzenuwende verklaring gegeven voor de aanwijzingen die tegen hem wijzen. Het hof bevestigt het vonnis, met inachtneming van de aangevoerde gronden.