In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 augustus 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vervangende toestemming voor de inschrijving van een minderjarige op een basisschool. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had eerder bij de rechtbank Gelderland een verzoek ingediend om haar kind, [de minderjarige1], in te schrijven op de Christelijke Basisschool (CBS) [D] te [A]. De rechtbank had dit verzoek afgewezen, waarop de moeder in hoger beroep ging. De vader, verweerder in hoger beroep, voerde verweer en vroeg het hof om de moeder niet-ontvankelijk te verklaren in haar hoger beroep of het hoger beroep af te wijzen en de bestreden beschikking te bekrachtigen.
Het hof heeft vastgesteld dat de ouders gezamenlijk het gezag uitoefenen over hun kinderen en dat er een geschil is ontstaan over de schoolkeuze. De moeder heeft aangegeven dat de huidige school, de Openbare Basisschool [E], niet langer een veilige omgeving biedt voor [de minderjarige1] vanwege de nieuwe relatie van de vader. Het hof heeft de belangen van het kind vooropgesteld en geconcludeerd dat inschrijving op CBS [D] in de nabijheid van de woonplek van de moeder de beste optie is. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en de moeder vervangende toestemming verleend voor de inschrijving van [de minderjarige1] op CBS [D] met ingang van het schooljaar 2020-2021. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.