In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 augustus 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was eerder vrijgesproken van een snelheidsovertreding, maar de officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld. De zaak betreft een snelheidsovertreding die plaatsvond op 12 oktober 2018, waarbij de verdachte als bestuurder van een motorvoertuig op een weg binnen de bebouwde kom met een snelheid van ongeveer 90 kilometer per uur reed, terwijl de maximumsnelheid 50 kilometer per uur was. Het hof heeft het hoger beroep behandeld op de zitting van 30 juli 2020, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal tot veroordeling van de verdachte tot een geldboete van € 640,- en een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorvoertuigen voor de duur van 2 maanden.
Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd, omdat het hof tot andere beslissingen kwam. De verdachte werd niet vrijgesproken van de tenlastegelegde snelheidsovertreding, en het hof oordeelde dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend kon worden bewezen op basis van het aanvullende proces-verbaal van de verbalisanten. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 640,- en een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorvoertuigen voor 2 maanden, met een proeftijd van 2 jaren. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke ontzegging werd afgewezen, mede vanwege het tijdsverloop en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.