Uitspraak
Lenvast,
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.Waar gaat deze zaak over?
Koper Lenvast (…)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de ontbinding van een koopovereenkomst voor een bedrijfspand tussen Lenvast B.V. en [geïntimeerde]. Lenvast had in 2009 een bedrijfspand gekocht van [geïntimeerde], maar heeft de koopovereenkomst in 2010 ontbonden, nog voordat de levering had plaatsgevonden. [geïntimeerde] betwist de juridische basis voor deze ontbinding en vordert schadevergoeding. De discussie in hoger beroep concentreert zich op de redenen die Lenvast heeft gegeven voor de ontbinding, met name een dreigende openbare veiling van het pand door de bank en problemen met de verhuur aan een gewenste huurder.
Het hof concludeert dat de aangekondigde veiling de ontbinding rechtvaardigde. Het hof oordeelt dat Lenvast de overeenkomst kon ontbinden voordat haar vordering op [geïntimeerde] opeisbaar was, omdat de aangekondigde veiling vaststond en het voor [geïntimeerde] onmogelijk was om het verkochte pand te leveren. Het hof wijst erop dat de ontbinding niet afhankelijk was van een ingebrekestelling of aanmaning, aangezien er sprake was van onmogelijkheid tot nakoming door [geïntimeerde].
Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vordering van [geïntimeerde] af, waarbij [geïntimeerde] wordt veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad, en verdere vorderingen worden afgewezen.