Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[verweerder],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
zich in te spannen” in artikel 6 van de overeenkomst. Dit kan ook niet anders zijn, omdat de man daarvoor afhankelijk was en is van de bank. Partijen waren zich dat ook bewust, zo blijkt uit het genoemde artikel 6. Dat de man zich onvoldoende heeft ingespannen heeft de vrouw onvoldoende onderbouwd. Uit de brief van de ABN-Amrobank van 19 december 2019 volgt dat de man geen lening kan krijgen om het flexibel krediet af te lossen. Daarbij komt dat de vrouw niet heeft betwist dat de man al in de periode voor de vaststellingsovereenkomst banken tevergeefs heeft benaderd om het flexibel krediet te herfinancieren. Ook de BKR-registratie voor de hypotheek en de lening bij de Intermediaire Voorschotbank, zijnde de leningen die de vrouw zou aflossen, staan daaraan in de weg. Ook is niet gesteld of gebleken dat de man in het verleden een hoger inkomen had waardoor hij wel voor een lening in aanmerking kon komen om daarmee het flexibel krediet af te lossen.