ECLI:NL:GHARL:2020:6169

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
4 augustus 2020
Publicatiedatum
4 augustus 2020
Zaaknummer
200.274.093
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van vereffenaar en verzoek om informatie in nalatenschap

In deze zaak gaat het om de vereffening van de nalatenschap van [erflater], die in [2016] is overleden. [verzoekster], [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] zijn de enige erfgenamen en hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard. In 2017 is mr. A. Schroten benoemd tot vereffenaar. De kantonrechter heeft in 2019 een voorschot op haar loon toegekend en aanwijzingen gegeven over de ontruiming en verkoop van de woning van de erflater. De woning is inmiddels verkocht en de kosten zijn uit de opbrengst betaald.

[verzoekster] heeft de rechtbank verzocht om de vereffenaar te schorsen en te ontslaan, maar haar verzoeken zijn afgewezen. [verzoekster] is het niet eens met deze beslissing en gaat in hoger beroep. [belanghebbende 1] is het eens met [verzoekster] over het functioneren van de vereffenaar, maar vindt dat dit bij de rekening en verantwoording aan de orde moet komen. [belanghebbende 2] heeft geen standpunt ingenomen.

Het hof overweegt dat alle partijen ervan uitgaan dat de vereffening is geëindigd, omdat er geen schulden meer zijn. [verzoekster] heeft geen belang meer bij haar verzoeken om schorsing en ontslag van de vereffenaar. Het hof laat de beslissing van de rechtbank in stand. Ook het verzoek van [verzoekster] om informatie over de werkzaamheden van de vereffenaar wordt afgewezen, omdat zij niet voldoende duidelijk maakt waarom deze stukken nodig zijn. De vereffenaar moet nog rekening en verantwoording afleggen aan de erfgenamen, wat voldoende gelegenheid biedt voor uitleg over haar werkzaamheden en declaraties.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.274.093
(zaaknummer rechtbank 485161)
beschikking van 4 augustus 2020
in de zaak van
[verzoekster] ,
wonende te [woonplaats 1] ,
verder te noemen: [verzoekster] ,
advocaat: mr. M.A. Kanning te Amsterdam,
en
mr. Alerta Schroten,
notaris, gevestigd te Nijkerk,
in haar hoedanigheid van vereffenaar in de nalatenschap van [erflater] ,
verder ook te noemen: de vereffenaar,
advocaat: mr. F. van der Woude te Amsterdam,
en
[belanghebbende 1] ,
wonende te [woonplaats 2] ,
verder te noemen: [belanghebbende 1] ,
advocaat: mr. M.J. Drost te Leusden,
en
[belanghebbende 2] ,
wonende te [woonplaats 3] ,
verder te noemen: [belanghebbende 2] .

1.Waar gaat het over?

1.1
[verzoekster] , [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] zijn de enige erfgenamen van hun vader [erflater] , die op [2016] is overleden. Zij hebben zijn nalatenschap beneficiair aanvaard. De rechtbank heeft op verzoek van [belanghebbende 1] mr. A. Schroten in 2017 tot vereffenaar benoemd. [1] De kantonrechter heeft de vereffenaar in 2019 een voorschot op haar loon toegekend van € 24.402,92, exclusief de daarover verschuldigde omzetbelasting. [2]
De kantonrechter heeft de vereffenaar in 2019 aanwijzingen gegeven over de ontruiming, de verkoop en de levering van de woning van erflater. [3] De woning is inmiddels verkocht en geleverd. De vereffenaar heeft de kosten van de verkoop uit de opbrengst betaald.
1.2
[verzoekster] heeft de rechtbank gevraagd de vereffenaar te schorsen en te ontslaan. Zij heeft ook gevraagd de vereffenaar te veroordelen bepaalde stukken over te leggen. De rechtbank heeft al haar verzoeken afgewezen (beschikking rechtbank Midden-Nederland 6 november 2019).

2.De rechtszaak bij het hof

2.1
[verzoekster] is het niet eens met die beslissing van de rechtbank. Zij komt daarvan in hoger beroep. Zij wil dat het hof de beslissing van de rechtbank ongedaan maakt en haar verzoeken alsnog toewijst. [belanghebbende 1] is het wel eens met [verzoekster] dat de vereffenaar haar taken niet naar behoren heeft uitgeoefend, maar vindt dat het functioneren van de vereffenaar, indien en voor zover de vereffening is voltooid, bij de door de vereffenaar af te leggen rekening en verantwoording aan de orde moeten komen. [belanghebbende 1] laat het antwoord op de vraag of de vereffening is voltooid en of [verzoekster] nog voldoende belang heeft bij haar verzoek over aan het oordeel van het hof. De vereffenaar wil dat de beslissing in stand blijft. [belanghebbende 2] heeft het hof niet laten weten wat zij wil; wel heeft zij aan de rechtbank gezegd dat zij hoopt dat de vereffenaar aanblijft en dat de zaak zo spoedig mogelijk wordt afgerond.
2.2
In het dossier van het hof zitten de volgende stukken:
- de stukken van de rechtszaak bij de rechtbank;
- het beroepschrift van [verzoekster] ;
- het verweerschrift van [belanghebbende 1] .
2.3
Partijen hebben in verband met het beleid ten aanzien van het coronavirus ingestemd met schriftelijke afdoening van deze zaak. Zij hebben de gelegenheid gekregen vóór 18 mei 2020 nog stukken in te brengen en spreekaantekeningen (maximaal twee bladzijden A-4 formaat) over te leggen. De termijn daarvoor is verlengd tot en met 2 juni 2020. [verzoekster] heeft tijdig haar spreekaantekeningen overgelegd, maar zich niet beperkt tot 2 bladzijden. [belanghebbende 1] en de vereffenaar hebben ondanks de verlenging van de termijn hun spreekaantekeningen te laat overgelegd en wel op 18 juni 2020 respectievelijk 23 juni 2020. De vereffenaar heeft zich niet beperkt tot 2 bladzijden. [verzoekster] heeft niet tijdig kunnen reageren op de spreekaantekeningen van [belanghebbende 1] en de vereffenaar. Het hof laat de spreekaantekeningen van [verzoekster] , [belanghebbende 1] en de vereffenaar buiten beschouwing.

3.Wat beslist het hof?

1. Verzoeken schorsing en ontslag vereffenaar
Wat staat er in de wet?
3.1
De rechtbank kan een vereffenaar die door de rechter is benoemd op verzoek van een erfgenaam schorsen en ontslaan om gewichtige redenen (artikel 4:206 lid 5 BW).
Wat vindt het hof?
3.2
Alle partijen gaan ervan uit dat de vereffening al is geëindigd, omdat er geen andere schulden van de nalatenschap meer zijn dan het loon van de vereffenaar. [verzoekster] heeft dan ook geen belang meer bij haar verzoeken om ontslag en schorsing. Het hof zal de beslissing van de rechtbank op deze verzoeken in stand laten. [verzoekster] zegt dat zij wel belang heeft, omdat mr. A. Schroten dan wel geen vereffenaar meer is, maar nog wel werkzaamheden verricht voor de nalatenschap. Het hof ziet daarin geen reden mr. A. Schroten toch als vereffenaar te schorsen en te ontslaan. Dat zij nog werkzaamheden verricht voor de nalatenschap betekent immers niet dat zij nog steeds vereffenaar is. De vereffening is en blijft geëindigd.
2. Verzoek om informatie
Wat staat er in de wet?
3.3
[verzoekster] wil dat de vereffenaar alle stukken, processtukken en correspondentie overlegt die de vereffenaar met de rechtbank heeft gewisseld en gevoerd over het verzoek tot aanwijzing en de goedkeuring van de declaraties. Zij wijst daarvoor naar artikel 843a Rv. Dit artikel bepaalt dat hij die daarbij rechtmatig belang heeft, op zijn kosten inzage, afschrift en uittreksel van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking kan vorderen van degene die deze bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft. Het moet dan wel voldoende duidelijk zijn om welke bescheiden of stukken het gaat en om welke reden zij van belang zijn.
3.4
Het hof zal ook dit verzoek afwijzen en de beslissing van de rechtbank in stand laten. [verzoekster] legt niet uit waarom zij deze stukken nodig heeft. In haar beroepschrift staat dat zij rechtmatig belang heeft bij overlegging van deze stukken ‘gelet op de omstandigheden van dit geval’. Dat is te vaag. Het hof kan daaruit niet afleiden om welke reden deze stukken voor haar van belang zijn.
3.5
De vereffenaar moet nog rekening en verantwoording doen aan de erfgenamen over haar werkzaamheden als vereffenaar. Het hof gaat ervan uit dat de vereffenaar dan aan de erfgenamen uitlegt wat heeft gemaakt dat zij de aanwijzingen aan de kantonrechter heeft gevraagd en hoe het precies zit met haar declaraties en dat ook toelicht met relevante stukken.
Proceskostenveroordeling?
3.6
Er is geen aanleiding de vereffenaar te veroordelen in de proceskosten van deze procedure bij de rechtbank en bij het hof, zoals [verzoekster] wil. Er is ook geen aanleiding [verzoekster] (ambtshalve) in de proceskosten te veroordelen.

4.De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:
bekrachtigt de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 6 november 2019;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.H. Lieber, M.L. van der Bel en M.H.F. van Vugt, en is op 4 augustus 2020 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 16 juni 2017.
2.Beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland van 28 maart 2019.
3.Beschikkingen van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland van 17 mei 2019 en 27 augustus 2019.