ECLI:NL:GHARL:2020:612

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
23 januari 2020
Publicatiedatum
23 januari 2020
Zaaknummer
200.248.084
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van curatele en instelling van beschermingsbewind en mentorschap

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 januari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de opheffing van de curatele van [verzoekster], geboren op [geboortedatum] 1994. De kantonrechter in de rechtbank Overijssel had eerder, op 17 juli 2018, het verzoek van [verzoekster] tot opheffing van haar curatele afgewezen, omdat de gronden voor curatele nog steeds aanwezig werden geacht. [Verzoekster] is in hoger beroep gegaan en heeft verzocht de beschikking van de kantonrechter te vernietigen en haar curatele op te heffen, dan wel haar onder bewind te stellen in combinatie met mentorschap.

Tijdens de mondelinge behandeling op 7 mei 2019 is gebleken dat [verzoekster] van mening is dat de curatele niet meer nodig is en dat zij begeleiding en ondersteuning nodig heeft, maar dat curatele een te zware maatregel is. De curator heeft echter betoogd dat er nog steeds sprake is van een instabiele situatie en dat enige ondersteuning noodzakelijk blijft. Het hof heeft na de mondelinge behandeling kennisgenomen van aanvullende correspondentie van beide partijen.

Het hof heeft uiteindelijk geoordeeld dat er geen nieuwe signalen zijn die de noodzaak van de curatele onderstrepen. Zowel [verzoekster] als de curator achten een omzetting van de curatele in een beschermingsbewind en een mentorschap in het belang van [verzoekster]. Het hof heeft daarom besloten de curatele op te heffen en de goederen van [verzoekster] onder bewind te stellen, met benoeming van Beschermingsbewind Twente B.V. als bewindvoerder en mentor. De beschikking is gepubliceerd in de Staatscourant en ingeschreven in het openbare Centraal Curatele- en Bewindregister.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.248.084
(zaaknummer rechtbank Overijssel 6903378)
beschikking van 23 januari 2020
inzake
[verzoekster],
wonende te [woonplaats 1] ,
verzoekster in hoger beroep, verder te noemen: [verzoekster] ,
advocaat: mr. S. Yaprak te Enschede,
en
de besloten vennootschap
Beschermingsbewind Twente B.V.,
gevestigd te Almelo,
verweerster in hoger beroep, verder te noemen: de curator,
advocaat: mr. W.B. Brusse te Almelo.
Als overige belanghebbenden zijn aangemerkt:
[de moeder],
wonende te [woonplaats 1] , verder te noemen: de moeder,
en
[de zus],
wonende te [woonplaats 2] , verder te noemen: de zus,
en
[broer 1],
wonende te [woonplaats 1] , verder te noemen: een broer,
en
[broer 2],
wonende te [woonplaats 1] , verder te noemen: een broer.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kantonrechter (rechtbank Overijssel, team Toezicht-Bewindsbureau, zittingsplaats Enschede) van 17 juli 2018, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 17 oktober 2018;
- het verweerschrift met producties van de curator;
- de brieven van de moeder, de zus en de broers, ingekomen op 24 januari 2019;
- de journaalberichten met bijlagen van mr. Yaprak van 23 april 2019 en 5 mei 2019.
2.2
De mondelinge behandeling heeft op 7 mei 2019 plaatsgevonden. [verzoekster] is verschenen, bijgestaan door haar advocaat. Namens de curator is [A]
verschenen, bijgestaan door de advocaat. Voorts is de moeder verschenen.
2.3
Naar aanleiding van hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gekomen heeft het hof de beslissing in de zaak aangehouden en mr. Yaprak en mr. Brusse in de gelegenheid gesteld zich uiterlijk 14 oktober 2019 uit te laten over de vraag of volgens hen de curatele moet worden voortgezet of dat de curatele kan worden omgezet in een beschermingsbewind en een mentorschap ten behoeve van [verzoekster] .
2.4
Het hof heeft vervolgens kennis genomen van:
- het journaalbericht van mr. Brusse van 1 oktober 2019 met een bijlage;
- het journaalbericht van mr. Yaprak van 14 oktober 2019 met een bijlage;
- het journaalbericht van mr. Yaprak van 21 november 2019 met een bijlage;
- het journaalbericht van mr. Brusse van 2 december 2019 met een bijlage.

3.De feiten

3.1
[verzoekster] is geboren op [geboortedatum] 1994. Bij beschikking van 22 november 2013 heeft de kantonrechter in de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Enschede, [verzoekster] op eigen verzoek onder curatele gesteld.
3.2
Bij verzoekschrift, ingekomen bij de kantonrechter op 15 mei 2018, heeft [verzoekster] opheffing van haar curatele verzocht.

4.De omvang van het geschil

4.1
Bij de bestreden beschikking heeft de kantonrechter het verzoek van [verzoekster] tot opheffing van de curatele afgewezen. De kantonrechter heeft overwogen dat de gronden voor curatele nog steeds aanwezig zijn.
4.2
[verzoekster] is in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking. Zij verzoekt het hof die beschikking te vernietigen en opnieuw beschikkende, voor zover de wet dit toelaat uitvoerbaar bij voorraad, de curatele op te heffen dan wel haar onder bewind te stellen in combinatie met mentorschap.
4.3
De curator heeft verweer gevoerd en verzoekt het hof de verzoeken van [verzoekster] af te wijzen.

5.De motivering van de beslissing

5.1
Ingevolge artikel 1:389 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de kantonrechter, indien de noodzaak daartoe niet meer bestaat of voortzetting van de curatele niet zinvol is gebleken, de curatele opheffen, zulks op verzoek van de curator of degene die gerechtigd is de curatele te verzoeken als bedoeld in artikel 1:379 BW, alsmede ambtshalve.
5.2
Op grond van artikel 1:431 lid 1 BW kan de kantonrechter, indien een meerderjarige als gevolg van
a. zijn lichamelijke of geestelijke toestand, dan wel
b. verkwisting of het hebben van problematische schulden,
tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen, een bewind instellen over één of meer van de goederen die hem als rechthebbende toebehoren of zullen toebehoren.
5.3
Ingevolge artikel 1:450 lid 1 BW kan de kantonrechter indien een meerderjarige als gevolg van zijn geestelijke of lichamelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen van niet-vermogensrechtelijke aard zelf behoorlijk waar te nemen, een mentorschap instellen.
5.4
[verzoekster] heeft gesteld dat curatele niet meer nodig is. Zij is van mening dat de gronden voor curatele niet meer aanwezig zijn. De geestelijke stoornis bestaat volgens haar niet meer of deze is in ieder geval sterk verminderd. Zij ervaart de curatele als een obstakel dat bij haar veel spanning en onrust oproept. Zij erkent dat zij begeleiding en ondersteuning nodig heeft maar daarvoor is curatele een te zware maatregel, die niet noodzakelijk is. Beschermingsbewind en mentorschap zijn meer geschikt en voldoende.
5.5
De curator heeft bij de mondelinge behandeling in hoger beroep gesteld dat het in de daaraan voorafgaande periode beter is gegaan met [verzoekster] , maar dat nog niet kan worden gesproken van een voldoende stabiele situatie. Gebleken is dat het maken van een planning en het houden van overzicht zwakke punten zijn van [verzoekster] . Zodra er iets onverwachts gebeurt kan zij opstandig en boos gedrag vertonen. Enige ondersteuning, mogelijk in de vorm van beschermingsbewind en mentorschap, blijft in het belang van [verzoekster] , aldus de curator.
5.6
Het hof oordeelt als volgt. Uit de na de mondelinge behandeling van 7 mei 2019 ingekomen correspondentie van [verzoekster] en de curator is gebleken dat nog steeds sprake is van een situatie waarin het beter gaat met [verzoekster] . Ondanks het feit dat de communicatie met [verzoekster] niet altijd soepel verloopt, zijn er geen (nieuwe) signalen die de noodzaak van de curatele onderstrepen. Uit genoemde correspondentie blijkt voorts dat zowel [verzoekster] als de curator een omzetting van een curatele in een beschermingsbewind en een mentorschap het meest in het belang van [verzoekster] achten. Ook zijn [verzoekster] en de curator van mening dat Beschermingsbewind Twente B.V. (van welke rechtspersoon [B] thans de contactpersooon van [verzoekster] is) tot bewindvoerder en mentor kan worden benoemd. Beschermingsbewind Twente B.V. heeft zich hiertoe ook bereid verklaard. Het hof ziet in het voorgaande aanleiding om de curatele ten aanzien van [verzoekster] op te heffen en haar (toekomstige) goederen onder bewind te stellen en een mentorschap ten behoeve van haar in te stellen met benoeming van Beschermingsbewind Twente B.V. tot bewindvoerder en mentor, zoals hierna in het dictum vermeld. Deze maatregelen bieden voldoende bescherming voor de vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke belangen van [verzoekster] . Het hof acht Beschermingsbewind Twente B.V. geschikt om te worden benoemd tot bewindvoerder en mentor.
5.7
Het hof zal de griffier van het hof opdragen om deze beschikking te publiceren in de Staatscourant en aan te tekenen in het openbare Centraal Curatele- en Bewindregister, een en ander zoals voorgeschreven in artikel 1:390 en 1:391 BW en zoals hierna in het dictum vermeld.
et Het
6. De beslissing
Het hof, beschikkende in hoger beroep:
vernietigt de beschikking van de kantonrechter (rechtbank Overijssel, team Toezicht-Bewindsbureau, zittingsplaats Enschede) van 17 juli 2018;
en opnieuw beschikkende:
heft de curatele over [verzoekster] , geboren op [geboortedatum] 1994, wonende te [woonplaats 1] , met ingang van de dag na deze beschikking op;
stelt de goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan [verzoekster] , voornoemd, onder bewind met ingang van de dag na deze beschikking;
stelt met ingang van de dag na deze beschikking een mentorschap in over de immateriële belangen van [verzoekster] , voornoemd;
benoemt met ingang van de dag na deze beschikking tot bewindvoerder en tot mentor:
de besloten vennootschap Beschermingsbewind Twente B.V., gevestigd te Almelo;
bepaalt dat deze uitspraak binnen tien dagen nadat zij ten uitvoer kan worden gelegd door de griffier in de Staatscourant zal worden bekend gemaakt;
bepaalt dat deze uitspraak door de griffier wordt ingeschreven in het openbare Centraal Curatele- en Bewindregister;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. E.B. Knottnerus, R. Feunekes en M.S. van Gaalen, bijgestaan door G.E.M. Bours als griffier, en is op 23 januari 2020 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.