Uit de zich in het dossier bevindende stukken blijkt het volgende.
De verdachte is gedagvaard ter zake van het onder parketnummer 18-230448-17 tenlastegelegde om te verschijnen ter terechtzitting van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, op 16 februari 2018.
Deze dagvaarding is op 16 november 2017 aan verdachte in persoon uitgereikt. Aan deze dagvaarding is een vertaling gehecht in de voor de verdachte begrijpelijke Arabische (Marokkaanse) taal.
Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting van 16 februari 2018 is verdachte verschenen. Omdat de tolk - hoewel goed opgeroepen - niet was verschenen en verdachte de Nederlandse taal niet machtig was, is de zaak aangehouden voor onbepaalde tijd, teneinde de verdachte in de gelegenheid te stellen een advocaat in te schakelen en opnieuw een tolk tegen de nader te bepalen terechtzitting en tijdstip te doen oproepen.
Op 5 maart 2018 heeft mr. S.F.J. Smeets, advocaat te Amsterdam, zich gesteld als raadsman van verdachte.
In het dossier bevindt zich een griffiebetekening d.d. 12 maart 2018 betreffende de oproeping inzake parketnummer 18-230448-17 om te verschijnen ter terechtzitting van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, op 4 juni 2018. Aan deze oproeping is een vertaling gehecht in de voor de verdachte begrijpelijke Arabische (Marokkaanse) taal.
De verdachte is gedagvaard ter zake van het onder parketnummer 18-033296-18 tenlastegelegde om te verschijnen ter terechtzitting van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, op 4 juni 2018.
Deze dagvaarding is op 4 april 2018 om 14:20 uur in persoon aan verdachte uitgereikt toen hij gedetineerd zat in het Detentie Centrum Zeist. Aan deze dagvaarding is een vertaling gehecht in de voor de verdachte begrijpelijke Arabische (Marokkaanse) taal.
Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting van 4 juni 2018 is verdachte (en de tolk wederom) niet verschenen. Wel is toen verschenen de niet-gemachtigde raadsman mr. S.F.J. Smeets. De raadsman heeft verzocht de zaken tegen verdachte aan te houden in verband met het feit dat er geen tolk aanwezig is en gelet op het feit dat nu de raadsman de afgelopen periode geen contact heeft gehad met verdachte het hem niet bekend is of verdachte afstand heeft gedaan van zijn aanwezigheidsrecht. De raadsman deelde tevens mede dat hem niet bekend was of verdachte gedetineerd zat.
De politierechter heeft vervolgens een korte onderbreking gelast en de officier van justitie in de gelegenheid gesteld te controleren of verdachte gedetineerd zit. De officier van justitie heeft daarop medegedeeld dat verdachte vorig jaar al een keer Nederland is uitgezet, niet meer verbleef op het (toenmalige) detentieadres in Rotterdam, op 30 mei 2018 is uitgezet naar Duitsland, kennelijk daarna toch weer Nederland was binnengekomen aangezien hij op 30 mei 2018 in Roermond was aangehouden in verband met het plegen van een diefstal en dat hij, verdachte, nu (4 juni 2018) niet in detentie verblijft. Tevens meldde de officier van justitie dat de huidige verblijfplaats van de verdachte onbekend en dat hij nergens stond ingeschreven. De officier heeft zich daarop verzet tegen de door de raadsman verzochte aanhouding van de behandeling.