ECLI:NL:GHARL:2020:6079
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herroeping voorwaardelijke invrijheidsstelling en veroordeling wegens mishandeling
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 22 oktober 2019. De verdachte, geboren in 1976 en thans verblijvende in PI Noord Holland Noord, was veroordeeld voor mishandeling tot een gevangenisstraf van 96 dagen, met aftrek van voorarrest. Daarnaast was er een vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling, omdat de verdachte zich niet had gehouden aan de voorwaarden van zijn vrijlating. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, behalve voor de gedeeltelijke herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling, waar het hof tot een andere beslissing kwam. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan een nieuw strafbaar feit tijdens de proeftijd van zijn voorwaardelijke invrijheidsstelling, wat leidde tot de vordering van het openbaar ministerie. Het hof heeft de vordering tot herroeping deels toegewezen en gelast dat de verdachte 245 dagen van zijn vrijheidsstraf alsnog moet ondergaan. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de noodzaak van een klinische behandeling voor zijn re-integratie in de maatschappij. De beslissing is genomen in het belang van de verdachte, waarbij het hof het belang van behandeling en re-integratie vooropstelde.