De rechtbank stelt vast dat door toepassing van deze rekenmethode de geschatte omzet
slechts een gering bedrag afwijkt van de omzet die is aangereikt door veroordeelde in het
schriftje. Op grond van deze conclusie is de rechtbank van oordeel dat de in het schriftje
opgenomen contante ontvangsten uit de verkoop van snacks met de snackwagen op
evenementen, voldoende betrouwbaar zijn en dat deze ontvangsten, ten behoeve van de
schatting van het wederrechtelijk door veroordeelde verkregen voordeel, alsnog in de
kasopstelling meegenomen dienen te worden.
De rechtbank heeft er in dit verband kennis van genomen dat de met behulp van de door de
deskundige Toxopeus-De Vries aangereikte methode geschatte totale opbrengst iets afwijkt
van het totaal bedrag aan opbrengsten dat uit het schriftje blijkt en dat volgens de methode
van die deskundige ook rekening dient te worden gehouden met een percentage voor afval
en met de omstandigheid dat een deel van de ingekochte snacks aan andere ondernemers is
doorverkocht. De rechtbank heeft zich in dit verband bovendien gerealiseerd dat wordt
uitgegaan van een geschat percentage van 180% voor opslag.
Desondanks acht de rechtbank de geschatte uitkomst van de door de deskundige aangereikte
methodiek bruikbaar om te kunnen verifiëren of de door veroordeelde in het schriftje
aangereikte gegevens voldoende betrouwbaar zijn om ze in de schatting van het
wederrechtelijk door veroordeelde verkregen voordeel te kunnen betrekken.