Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 14 september 2019 te [plaats] , gemeente [gemeente] , een fiets (merk Batavus, kleur blauw), in elk geval enig goed, die / dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde partij] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij in of omstreeks de periode 14 september 2019 18.00 uur tot en met 15 september 2019 14.00 uur te [plaats] , gemeente [gemeente] , althans in Nederland een goed te weten een fiets (merk Batavus, kleur blauw) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Overweging met betrekking tot het bewijs van het primair ten laste gelegde
Bewezenverklaring
hij op 14 september 2019 te [plaats] , gemeente [gemeente] , een fiets, merk Batavus, kleur blauw, toebehorende aan [benadeelde partij] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
€ 1.638,47 (duizend zeshonderdachtendertig euro en zevenenveertig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 1.638,47 (duizend zeshonderdachtendertig euro en zevenenveertig cent) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.