In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld voor moord met terroristisch oogmerk en stond nu terecht voor opzetheling van navigatiesystemen. De verdachte had op 18 november 2017 in Utrecht geprobeerd twee navigatiesystemen te verkopen. Het hof vernietigde het eerdere vonnis omdat niet kon worden vastgesteld dat beide navigatiesystemen van misdrijf afkomstig waren. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte wist dat het navigatiesysteem dat hij in zijn bezit had, van diefstal afkomstig was. Het hof concludeerde dat de verdachte niet betrokken was bij de diefstal en sprak hem vrij van het tweede navigatiesysteem. De advocaat-generaal had een voorwaardelijke geldboete geëist, maar het hof oordeelde dat, gezien de eerdere levenslange gevangenisstraf van de verdachte, het opleggen van enige straf niet passend was. Het hof heeft de artikelen 63 en 416 van het Wetboek van Strafrecht toegepast en besloot geen straf op te leggen.