ECLI:NL:GHARL:2020:5596

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
16 juli 2020
Publicatiedatum
16 juli 2020
Zaaknummer
21-001002-17
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in hennepteeltzaak wegens gebrek aan bewijs voor professionele of grootschalige teelt

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1970 en woonachtig in [woonplaats], was eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van twee jaren. Het hof heeft de zaak behandeld naar aanleiding van het hoger beroep dat door de verdachte was ingesteld tegen het vonnis van 14 februari 2017. De verdachte werd beschuldigd van het voorhanden hebben van goederen die bestemd waren voor professionele of grootschalige hennepteelt, in strijd met artikel 11a van de Opiumwet.

Tijdens de zitting op 2 juli 2020 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een veroordeling van de verdachte bepleitte. De advocaat-generaal stelde dat de verdachte, als bedrijfsleider van een growshop, verantwoordelijk was voor de grote voorraad goederen die bestemd waren voor hennepteelt. De verdediging voerde echter aan dat de verdachte zich richtte op de verkoop van andere gewassen en dat er geen bewijs was dat de goederen voor professionele hennepteelt waren bestemd.

Het hof heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om te stellen dat de verdachte wist of ernstige reden had om te vermoeden dat de goederen bestemd waren voor professionele of grootschalige hennepteelt. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De beslissing is genomen op basis van het gebrek aan bewijs en de onduidelijkheid over de bestemming van de in beslag genomen goederen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001002-17
Uitspraak d.d.: 16 juli 2020
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 14 februari 2017 met parketnummer 18-730387-15 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970,
wonende te [woonplaats] , [woonadres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 2 juli 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand met een proeftijd van 2 jaren. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. M. Veldman, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank Noord-Nederland heeft verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand met een proeftijd van twee jaren.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
primair
hij op of omstreeks 26 mei 2015 te [plaats] (in een winkelpand aan de [adres] ) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen stoffen en/of voorwerpen en/of gegevens, te weten:
- 2.035 hennepzaden en/of
- 21.000 gripzakjes en/of
- 63 armaturen voor assimilatielampen en/of
- 297 assimilatielampen (400-600 en 1000 watt) en/of
- 3 TL buizen en/of
- 9 verlichting Cool Tube en/of
- 6 aircleaners/luchtreinigers en/of
- 3 zwavelboxen Hotbox/Sirocco en/of
- 2 cannacutters en/of
- 148 knipscharen en/of
- 100 sealbags en/of
- 22 droognetten en/of
- 1 kweektent en/of
- 47 koolstoffilters en/of
- 46 transformatoren en/of
- 33 weegschalen en/of
- 625 jerrycans/flacons voedingstoffen/gewasbeschermers en/of
- 26 schakelborden/relais en/of
- 8 luchtafzuigers en/of
- 34 zwenk ventilatoren en/of
- 65 slakkenhuizen/luchtafzuigers/kistventilatoren en/of
- 4 Co2 boosters en/of
- 55 snelheidregelaars/controllers en/of
- 37 condersators en/of
- 115 Hygro-PH/ec thermometers en/of
- 3 sealapparatuur en/of
- 8 verwarmingselementen en/of
- 4 camera's en/of
- 35 schakelaars en/of
- 28 dompelpompen en/of
- 5 circulatiepompen en/of
- 1 condenswaterpomp en/of
- 1 automatic pompcontroler en/of
- 1 voedingscomputer en/of
- 11 luchtbevochtigers en/of
- 10 kachels en/of
- 111 koppelstukken/flenzen (voor aan- en afzuiging) en/of
- een grote hoeveelheid tijdschriften (waaronder: "Highlife", "Essensie") en/of boeken (waaronder: "Je eigen stekken maken", "Kweken met CO2") en/of folders (waaronder: "Durban Afghani hennepzaad") en/of handleidingen betreffende hennepteelt, bestemd tot het plegen van een of meer feit(en) strafbaar gesteld in artikel 11, derde en/of vijfde lid, van de Opiumwet, te weten:
- het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of
- het opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen van een grote hoeveelheid van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van 3a van die wet, heeft bereid, bewerkt, verwerkt, te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd, vervaardigd of voorhanden gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten;
subsidiair
de rechtspersoon [rechtspersoon] op of omstreeks 26 mei 2015 te [plaats] (in een winkelpand aan de [adres] ) tezamen en in vereniging met één of meer andere (rechts)personen, althans alleen, stoffen en/of voorwerpen en/of gegevens, te weten:
- 2.035 hennepzaden en/of
- 21.000 gripzakjes en/of
- 63 armaturen voor assimilatielampen en/of
- 297 assimilatielampen (400-600 en 1000 watt) en/of
- 3 TL buizen en/of
- 9 verlichting Cool Tube en/of
- 6 aircleaners/luchtreinigers en/of
- 3 zwavelboxen Hotbox/Sirocco en/of
- 2 cannacutters en/of
- 148 knipscharen en/of
- 100 sealbags en/of
- 22 droognetten en/of
- 1 kweektent en/of
- 47 koolstoffilters en/of
- 46 transformatoren en/of
- 33 weegschalen en/of
- 625 jerrycans/flacons voedingstoffen/gewasbeschermers en/of
- 26 schakelborden/relais en/of
- 8 luchtafzuigers en/of
- 34 zwenk ventilatoren en/of
- 65 slakkenhuizen/luchtafzuigers/kistventilatoren en/of
- 4 Co2 boosters en/of
- 55 snelheidregelaars/controllers en/of
- 37 condersators en/of
- 115 Hygro-PH/ec thermometers en/of
- 3 sealapparatuur en/of
- 8 verwarmingselementen en/of
- 4 camera's en/of
- 35 schakelaars en/of
- 28 dompelpompen en/of
- 5 circulatiepompen en/of
- 1 condenswaterpomp en/of
- 1 automatic pompcontroler en/of
- 1 voedingscomputer en/of
- 11 luchtbevochtigers en/of
- 10 kachels en/of
- 111 koppelstukken/flenzen (voor aan- en afzuiging) en/of
- een grote hoeveelheid tijdschriften (waaronder: "Highlife", "Essensie") en/of boeken (waaronder: "Je eigen stekken maken", "Kweken met CO2") en/of folders (waaronder: "Durban Afghani hennepzaad") en/of handleidingen betreffende hennepteelt, bestemd tot het plegen van een of meer feit(en) strafbaar gesteld in artikel 11, derde en/of vijfde lid, van de Opiumwet, te weten:
- het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of
- het opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen van een grote hoeveelheid van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van 3a van die wet, heeft bereid, bewerkt, verwerkt, te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd, vervaardigd of voorhanden gehad, waarvan die rechtspersoon wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten, tot welk(e) (strafbare) feit(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer andere (rechts)personen, althans alleen, opdracht heeft gegeven en/of aan welke verboden gedraging(en) hij, verdachte, feitelijk leiding heeft gegeven.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Standpunten

Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep bepleit dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde feit. Verdachte is bedrijfsleider van de winkel ‘ [naam winkel] ’. In het winkelpand is een grote voorraad aangetroffen van goederen die bestemd zijn voor de hennepteelt. Gelet op de grote voorraad en in aanmerking genomen dat ‘ [naam winkel] ’ een voormalige growshop is, acht de advocaat-generaal het bewezen dat de goederen bestemd waren voor de professionele, bedrijfsmatige dan wel grootschalige hennepteelt en dat verdachte zich derhalve schuldig heeft gemaakt aan overtreding van artikel 11a van de Opiumwet.
Standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft onder meer bepleit dat verdachte van het ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken. Daartoe is aangevoerd dat niet bewezen kan worden dat verdachte de in beslag genomen goederen te koop aanbood dan wel voorhanden had voor de professionele, bedrijfsmatige dan wel grootschalige hennepteelt. Verdachte richtte zich met name op de kweek van diverse andere gewassen, zoals groentes, fruit en chili's. Ook werd verkocht aan kleinschalige, niet professionele hennepkwekers. Grote aantallen werden echter niet verkocht. Indien er een vermoeden was dat de goederen werden gekocht voor de professionele, bedrijfsmatige of grootschalige kweek, dan werd de verkoop geweigerd. Deze handelswijze was ook expliciet opgenomen in het huisreglement dat onder meer bij de ingang van het pand hing.

Vrijspraak

Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het hof overweegt hierbij het volgende.
Verdachte wordt primair verweten dat hij zich, als bedrijfsleider van ‘ [naam winkel] ’ schuldig heeft gemaakt aan overtreding van artikel 11a van de Opiumwet. Dat artikel stelt strafbaar degene die, onder meer, voorwerpen te koop aanbiedt of voorhanden heeft, waarvan hij weet of ernstige redenen heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het telen van hennep in de uitoefening van een beroep of bedrijf als bedoeld in artikel 11, derde lid, van de Opiumwet dan wel tot het grootschalig telen van hennep als bedoeld in artikel 11, vijfde lid, van de Opiumwet. Artikel 11a van de Opiumwet richt zich niet op de bestrijding van alle hennepteelt, maar nadrukkelijk op de bestrijding van professionele/bedrijfsmatige teelt en/of grootschalige teelt.
De politie is op 26 mei 2015 binnengetreden bij ‘ [naam winkel] ’ in [plaats] . In het pand heeft de politie een groot aantal goederen, zoals genoemd in de tenlastelegging, aangetroffen en in beslag genomen. Nog dezelfde dag heeft de officier van justitie een bevel tot vernietiging van deze goederen gegeven.
Het hof betreurt dat de goederen toen al zijn vernietigd en merkt op dat waarheidsvinding niet stopt op het moment dat de goederen door de politie worden aangetroffen. Door vernietiging van de goederen kan geen nader onderzoek plaatsvinden en is derhalve niet vast te stellen of de goederen specifiek geschikt zijn voor de professionele, beroepsmatige of grootschalige hennepteelt.
Voldoende bewijs dat de goederen bestemd waren voor de professionele, beroepsmatige of grootschalige teelt, ontbreekt. Dat verdachte dat wist of ernstige reden had dat te vermoeden blijkt eveneens onvoldoende uit het dossier.
Zoals door de verdediging en door de advocaat-generaal terecht is opgemerkt, is bijvoorbeeld geen nader onderzoek gedaan naar de administratie van [naam winkel] of [rechtspersoon] Daaruit zou kunnen blijken dat verdachte of de rechtspersoon goederen heeft verkocht of voorhanden gehad ten behoeve van professionele en/of grootschalige teelt.
De in het dossier aanwezige getuigenverklaringen vormen geen bewijs voor hetgeen verdachte wordt verweten. Die verklaringen zien op de periode die aan het ten laste gelegde vooraf ging en ondersteunen niet het verwijt dat verdachte of de rechtspersoon goederen ten behoeve van grootschalige en/of professionele teelt voorhanden had of te koop aanbood. De verklaring van getuige [getuige] die door de raadsheer-commissaris is gehoord, vormt zelfs een contra-indicatie voor dat verwijt. Deze getuige heeft als vertegenwoordiger van Canna van 2015 tot januari 2018 steekproefsgewijs incognito en onaangekondigd [naam winkel] bezocht om te controleren of [naam winkel] zich aan (Opium)wetsvoorschriften hield. Hij heeft verklaard regelmatig te hebben waargenomen dat [naam winkel] klanten afwees. Hij heeft niet het vermoeden gehad dat [naam winkel] zich zou bezighouden met grootschalige hennepteelt of het faciliteren daarvan.
Uit het voorgaande volgt dat verdachte van het ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr. J.J. Beswerda, voorzitter,
mr. J. Hielkema en mr. R.R.H. Laurens, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. H.J. Samplonius, griffier,
en op 16 juli 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. R.R.H. Laurens is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.