Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 juli 2020 uitspraak gedaan in een schorsingsverzoek met betrekking tot de bruidsgave van 600 Bahare-Azadi gouden munten, die door de man aan de vrouw moet worden voldaan. De rechtbank Midden-Nederland had eerder op 6 april 2020 de echtscheiding uitgesproken en bepaald dat de man een bedrag van € 506.610,- aan de vrouw zou betalen, als equivalent van de bruidsgave. De man heeft hoger beroep ingesteld en verzocht om schorsing van de uitvoerbaarheid van deze beschikking, omdat hij in een noodtoestand verkeert en niet in staat is het vastgestelde bedrag te betalen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 23 juni 2020 heeft de man zich laten vertegenwoordigen door zijn advocaat, terwijl de vrouw in persoon aanwezig was, bijgestaan door haar advocaat. De man heeft aangegeven dat hij psychisch zwaar belast is door de juridische procedure en momenteel geen inkomen heeft. Het hof heeft vastgesteld dat de man op dit moment niet in staat is om het bedrag van € 506.610,- te betalen en dat hij bij tenuitvoerlegging in een zeer moeilijke situatie zou komen te verkeren.
Het hof heeft de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat het belang van de man bij schorsing van de beschikking zwaarder weegt dan het belang van de vrouw bij de tenuitvoerlegging. Daarom heeft het hof het verzoek van de man om schorsing toegewezen en de werking van de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland geschorst voor zover deze de beslissing over de bruidsgave betreft.