Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
- Sprake is van een toerekenbare tekortkoming van QaMP
- Sprake is van een faillissement of surceance van betaling aan de zijde van QaMP
- De door QaMP opgestelde documentatie en ontwerpen substantieel afwijken van het in de voorgaande Fase goedgekeurde document en van het College van Kerkrentmeesters redelijkerwijs niet gevergd kan worden dat zij het project goedkeurt.
- Het informatie betreft die een algemeen karakter heeft en die een Partij redelijkerwijs niet als vertrouwelijk zal aanmerken
- Het informatie betreft die reeds in het publieke domein aanwezig is.
Hierbij bevestigen wij de afronding van de haalbaarheidsfase, zoals met u overeengekomen in de samenwerkingsovereenkomst.
Op basis van alle informatie is en blijft ons College van mening, dat de haalbaarheidsfase zoals vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst d.d. 24 januari 2014 niet is afgerond. Een getekende intentieovereenkomst met een zorgaanbieder en investeerder/belegger ontbreekt tot dusverre nog steeds. Als gevolg hiervan heeft ons College van Kerkrentmeesters dan ook besloten om de haalbaarheidsfase (nog) niet vast te stellen en ook niet akkoord te gaan met het opstarten van de ontwikkelingsfase.
Naar aanleiding van onze e-mail d.d. 19 november 2014 berichten wij u het volgende, In deze e-mail hebben wij u de gelegenheid gegeven om tot eind november 2014 een intentieovereenkomst met een zorgaanbieder en een investeerder/belegger voor de 18 tot 22 te realiseren appartementen op het te bouwen kerkelijk gebouw op De Terrassen in Corlaer aan ons College te overleggen. Zoals in bovengenoemde mail ook is aangekondigd zouden wij bij geen of niet tijdige reactie ons beraden over de gevolgen.
Dinsdag 22 december jl. hebben [C] en ik een goed gesprek gehad (…). We hebben samen open gesproken over wat er nu is gebeurt en waar we nu staan. Ik vroeg letterlijk aan [C] . Hoe kan ik nu dat vertrouwen weer terug winnen, want door het afhaken van JP ervaar ik toch een kwestie van verminderd vertrouwen. [C] gaf aan dat er geen gebrek is aan vertrouwen, maar dat er wel een probleem ligt.
Behalve dat laatste is ook het budget en de daarbij behorende afname gegarandeerd.
We zitten hier naar aanleiding van de mail d.d. 23 maart van [C] waarin aangegeven dat er geen schot in de voortgang van het project zat en daardoor de vergadering van 25 maart werd geannuleerd.
Na terugkoppeling naar de partij over het voorstel om de juistheid van de aanneemsom te controleren door een offerte bij een 2e partij aan te vragen is met grote verontwaardiging gereageerd. Tot ontzetting toe. De aannemer memoreert dat er een onvoorwaardelijke overeenkomst is getekend. Volledig transparant op basis van open regelbegroting waarbij de aannemer het volledige risico loopt.
Namens uw cliënte schrijft u wel steeds óver beëindiging, maar uw cliënte beëindigt niet.”, heeft HGN bij brief van zijn raadsman van 16 december 2015 primair een beroep gedaan op ontbinding van de overeenkomst en subsidiair deze opgezegd met ingang van de datum van de brief. HGN heeft zich bereid verklaard tot mediation, echter slechts indien deze gericht zou zijn op beëindiging van de samenwerking.
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
Hierbij ontvangt u de bevestiging van de opdracht conform de offerte van 20 september 2013 zoals met u besproken voor de ontwikkeling van het project De Terrassen (…). Laten we vooropstellen dat het voor ons bedrijf een genoegen is deze opdracht voor uw College van Kerkrentmeesters uit te mogen voeren.”).
Punt 5.1 is essentieel om te laten staan. Vanaf het begin is voor mij duidelijk geweest dat “de kerk” de kosten voorfinanciert tot aan het moment van oplevering. (…) Want als de kerk niet voor financiert. (…) Wie dan wel is dan de vraag? Er is nog geen plan, alleen een idee? en van een idee alleen vinden we geen belegger. (…) Het punt is: Zonder dit punt is er geen samenwerking in het project mogelijk. (…) De flexibiliteit zit m in de laatste regel: tenzij anders is/wordt overeengekomen in de te sluiten koop- aanneemovereenkomst.”
Per fase bestaat de mogelijkheid om het project te beëindigen tegen betaling van de tot dan toe gemaakte kosten”. HGN heeft gesteld dat zij in de onderhandelingen had aangegeven dat zij per fase de overeenkomst wilde kunnen beëindigen. Deze stelling is door QaMP niet weersproken. De beëindigingsmogelijkheden die in de overeenkomst zijn opgenomen, moeten dan ook tegen die achtergrond worden bezien. Die mogelijkheden houden in, artikel 2 lid 5 en 6, dat als de beoogde ontwikkeling niet haalbaar blijkt, partijen in overleg zullen bezien of op een andere wijze een haalbare ontwikkeling mogelijk is. Indien ondanks dat overleg de partijen gezamenlijk tot het oordeel komen dat een ontwikkeling niet haalbaar is, heeft ieder der partijen het recht de overeenkomst overeenkomstig artikel 8 daarvan te beëindigen. In artikel 8.2 is vervolgens bepaald, voor zover hier relevant, dat de partijen de overeenkomst kunnen ontbinden bij een toerekenbare tekortkoming.
5.De beslissing
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal opgeven op de
roldatum 11 februari 2020, waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;