Uitspraak
1.[appellant] ,
[appellant],
[appellante],
[appellanten] c.s.,
de Politie,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
De vaststaande feiten
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De beoordeling van de grieven en de vordering
“ [K]op [appellant] dook. [appellant] viel daarbij op zijn rug op de grond.”Senior arrestantenverzorger [K] heeft verklaard dat nadat [appellant] de GGD-arts in zijn kruis had geschopt:
“We zijn toen direct er tussen gesprongen en daarop pakte die man, als een rugby speler, de arts om zijn benen.”Uit de verschillende verklaringen in onderlinge samenhang beoordeeld kan worden afgeleid dat er een worsteling is ontstaan om de GGD-arts te ontzetten waarbij [appellant] is gevallen, maar of [appellant] zich bewust op zijn hoofd heeft laten vallen of dat dit een gevolg was van de worsteling blijft
“Ik wist immers uit eigen ervaring hoe moeilijk gevaarlijk die man was en hoe sterk hij was. Hij beschikte over oerkrachten”. Van [J] , [K] en [I] verklaren in soortgelijke zin. Ook had [appellant] getracht de psychiater te grijpen. Ter bescherming van zowel [appellant] als de betrokken politieagenten moest de procedure zorgvuldig worden uitgevoerd. Dat de voorbereidingen daarvoor ongeveer een half uur hebben geduurd is redelijk. In dit kader is ook voor het hof de verklaring van de psychiater en de verpleegkundige Wichers van belang, overlegd in eerste aanleg als productie 10. Zij hebben kort gezegd verklaard dat de Politie de tijd vanaf 23:30 uur zo effectief en adequaat mogelijk heeft benut.
“Voor mij staat vast dat na opname in de cel (expliciet na het begin van het automutilerend gedrag) feitelijk iedere seconde is gaan tellen”en
“Als u stelt dat de periode tussen aanvang “zeer ernstige katatone verschijnselen” en het uitvoeren van een schildprocedure (met kans op toegang tot medische zorg) uiteindelijk ruim 2 uur in beslag heeft genomen, dan is de kans tot het optreden van blijvende restverschijnselen daarmede onweerlegbaar zeer aanzienlijk groot.”. In de verklaring wordt aangegeven dat met name het begin van het automutilerend gedrag van belang is. Maar juist toen het gedrag van [appellant] ernstig werd, in die zin dat hij verwondingen aan zijn hoofd kreeg, is direct begonnen met de voorbereidingen om in te grijpen. Het uitvoeren van de schildprocedure heeft anders dan [L] schrijft niet ruim twee uur in beslag genomen maar ruim een half uur. De verklaring van [L] leidt dan ook niet tot een ander oordeel.