Op 22 januari 2020 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die in hoger beroep was gegaan tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. De rechtbank had de verdachte op 2 juli 2019 veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaren voor een woningoverval op een 78-jarig slachtoffer, waarbij geweld was gebruikt en een geldbedrag van € 5.000,- was gestolen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met uitzondering van de schadevergoedingsmaatregel, die het hof heeft vernietigd en opnieuw heeft beoordeeld.
Tijdens de zitting op 8 januari 2020 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord en de verklaringen van de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. J.J.J. Broekhuizen, in overweging genomen. Het hof oordeelde dat de rechtbank op juiste gronden had beslist, maar kwam tot een andere beslissing met betrekking tot de schadevergoedingsmaatregel. Het hof legde de verdachte de verplichting op om een bedrag van € 8.335,00 te betalen aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, bestaande uit materiële en immateriële schade.
Het hof heeft de duur van de gijzeling vastgesteld op 76 dagen, in plaats van vervangende hechtenis, in overeenstemming met de gewijzigde wetgeving per 1 januari 2020. De aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de schadevergoeding is vastgesteld op 29 december 2018. Het hof bevestigde het vonnis voor het overige, met inachtneming van de overwegingen die in de uitspraak zijn opgenomen.