ECLI:NL:GHARL:2020:5155

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
6 juli 2020
Publicatiedatum
6 juli 2020
Zaaknummer
21-006710-16
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake opzettelijk aanwezig hebben van harddrugs en voorbereidingshandelingen voor drugssmokkel

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 6 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, voor het opzettelijk aanwezig hebben van een grote hoeveelheid harddrugs en het verrichten van voorbereidingshandelingen voor drugssmokkel. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en heeft in plaats daarvan een voorwaardelijke gevangenisstraf van 8 maanden opgelegd, samen met een taakstraf van 240 uren. De verdachte had samen met anderen 14,252 kg MDMA en 10.088 tabletten MDMA aanwezig gehad en was betrokken bij de voorbereidingen om deze drugs naar het buitenland te smokkelen. Het hof oordeelde dat de verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de drugs in een pand dat hij ter beschikking had gesteld en dat hij een actieve rol had gespeeld in de drugssmokkel. Het hof weegt in zijn beslissing mee dat de verdachte geen eerdere veroordelingen had en dat hij inmiddels zijn financiële problemen had opgelost. De strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van de feiten, maar het hof heeft besloten om geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de ouderdom van de feiten.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-006710-16
Uitspraak d.d.: 6 juli 2020
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van 1 december 2016 met parketnummer 05-881429-14 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1977,
wonende te [woonplaats] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 22 juni 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. C. Ihataren, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft verdachte ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat in hoger beroep de tenlastelegging en aldus de grondslag van het onderzoek ter terechtzitting is gewijzigd. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep- tenlastegelegd dat:
1.
primair:
hij op of omstreeks 3 juli 2014 te Zeewolde en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad ongeveer
- 14,252 kg, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, en/of
- 10.088 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA,
althans (telkens) (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende
MDMA, zijnde MDMA (telkens) (een) middel(len) vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst I;
subsidiair, voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meerdere ander(e) perso(o)n(en) op of omstreeks 3 juli 2014 te Zeewolde en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad ongeveer
- 14,252 kg, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, en/of
- 10088 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA,
althans (telkens) (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende
MDMA, zijnde MDMA (telkens) (een) middel(len) vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst I;
tot en/of bij het plegen van bovengenoemd(e) misdrijven/misdrijf verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 mei 2014 tot en met 3 juli 2014 te Zeewolde en/of elders in Nederland, opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft en/of behulpzaam is geweest, door opzettelijk aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of die een of meerdere ander(e) perso(o)n(en) (een gedeelte van) het (bedrijfs)pand gelegen aan
de [adres] ter beschikking te stellen en/of een meubel te fabriceren en/of monteren en/of ontwerpen teneinde de MDMA te verbergen en/of te transporteren ten behoeve van de uitvoering van bovengenoemd(e)strafbare feit(en).
2.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2014 tot en met 3 juli 2014, te Zeewolde en/of elders in Nederland en/of België, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (telkens) opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of het vervaardigen en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een of meer (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA, (telkens) zijnde MDMA (een) middel(len) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen (telkens)
  • zich of een ander heeft/hebben getracht te bewegen om dat feit te plegen, doen plegen, mede te plegen of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, en/of
  • zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen en/of
  • een of meer voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en) immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) opzettelijk daartoe (telkens):
  • een of meer vriezer(s) en/of omzettingsvat(en)/ketel(s) en/of opslag-scheidingsvat(en) en/of drukreactievat(ten) en/of rvs bak(ken) en/of tabletteermachines en/of granuleermachines en/of een of meer andere voor de productie/vervaardiging en/of be/verwerking van MDMA benodigde apparaten en/of machines, althans voorwerpen, gefinancierd en/of ontworpen en/of besteld en/of aangeschaft en/of geïnstalleerd en/of vervoerd en/of laten vervoeren en/of voorhanden gehad en/of vervaardigd en/of laten vervaardigen, en/of
  • een of meer voor de vervaardiging van MDMA benodigde grondstoffen (te weten (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en), in elk geval een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een of meer materia(a)l(en) bevattende BMK en/of apaan en/of PMK en/of PMK glycide zuur en/of Methyleenchloride en/of Methanol en/of Mierenzuur Natrium hydroxide parels/schilfers en/of Ammoniumchloride en/of safrol en/of piperional en/of methanol en/of zoutzuur en/of zwavelzuur en/of aceton en/of methylamine en/of dichloormethaan) bereid en/of aangeschaft en/of vervoerd en/of doen vervoeren en/of gefinancierd en/of besteld en/of overgeladen en/of afgeleverd en/of voorhanden gehad, en/of
  • een of meer auto('s) aangeschaft en/of verstrekt en/of ter beschikking gesteld en/of gehuurd en/of voorhanden gehad, en/of
  • meermalen, althans eenmaal, (een) transport(en) (grondstoffen en/of halffabricaten en/of apparatuur en/of middelen vermeld op lijst I)verzorgd en/of begeleiden, en/of
  • opzettelijk daartoe een of meer pand(en) gehuurd en/of ter beschikking gesteld en/of gefinancierd;
  • contact gelegd en/of onderhouden met een of meer mededader(s) en/of een of meer leverancier(s) (van grondstoffen/of apparatuur ten behoeve van de productie van middelen vermeld op lijst I van de Opiumwet), en/of
  • ten behoeve van het verbergen en/of transporten van de MDMA een of meer meubel(s) gefabriceerd, gemonteerd en/of ontworpen.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

De raadsvrouw van verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep betoogd dat de verdachte van het onder 1 tenlastegelegde integraal dient te worden vrijgesproken nu hij geen opzet – ook niet in voorwaardelijke zin – op het voorhanden hebben van de verdovende middelen heeft gehad.
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het onder 1 tenlastegelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof overweegt daarbij in het bijzonder het volgende.
Het hof stelt voorop dat volgens vaste jurisprudentie het voor een veroordeling ter zake van het voorhanden hebben van verdovende middelen als bedoeld in artikel 2 van de Opiumwet niet noodzakelijk is dat de verdovende middelen de verdachte toebehoren, noch behoeft er sprake te zijn van enige beschikkings- of beheersbevoegdheid ten aanzien van die verdovende middelen. Voldoende is dat de verdovende middelen zich in de machtssfeer van de verdachte bevinden en de verdachte wetenschap heeft van de aanwezigheid van die verdovende middelen, althans de aanmerkelijke kans daarop.
Verdachte heeft verklaard dat hij in opdracht van “ [voornaam medeverdachte 1] ” (het hof begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 1] ) een CD-meubel met verborgen ruimtes heeft gemaakt in het door hem geregelde pand aan de [adres] . Verdachte wist dat dit meubel was bestemd voor de smokkel van verdovende middelen naar het buitenland. Verdachte heeft zelf verklaard dat de pakketjes met drugs in zijn bijzijn in het pand aan de [locatie] in de door hem gemaakte uitsparingen in het multiplex werden gedaan, waarop hij een afsluitende plank op het omringende multiplex heeft bevestigd. [voornaam medeverdachte 1] vertelde verdachte dat er uiteindelijk zeven kilogram drugs in het CD-meubel was verborgen. [1] Verder heeft verdachte verklaard dat [voornaam medeverdachte 1] en zijn Engelstalige vriend, naast een tas met de pakketjes, een grote zwarte zak met een basterdsuikerachtige emulsie en een doorzichtige zak met mintkleurige pillen bij zich hadden, en dat zij aan hem vroegen of ze het even in de [locatie] konden neerleggen. Verdachte vroeg aan [voornaam medeverdachte 2] (het hof begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 2] ) of ze dat spul niet weer konden meenemen, waarop [voornaam medeverdachte 2] antwoorde:
“ Het is maar voor even en dan gaat het weer weg”. Vervolgens vroeg verdachte waar ze het dan wilde verstoppen, waarop [voornaam medeverdachte 1] antwoordde:
“op het plafond”. Vervolgens zag verdachte dat [voornaam medeverdachte 1] de zakken met basterdsuikerachtige emulsie en de pillen bovenop de plafondplaten verborg. [voornaam medeverdachte 1] vertelde verdachte dat de inhoud van deze zakken nog verpakt moest worden op de manier waarop de eerdere pakketjes al waren verpakt. Dit verpakken zou ook in het pand aan de [locatie] gebeuren. [2] Uit afgeluisterde telefoongesprekken tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] op 19 juni 2014 en verdachtes verklaring over deze gesprekken volgt dat verdachte beschikte over de sleutel van het pand aan de [adres] . Hij heeft die sleutel ter beschikking gesteld aan medeverdachte [medeverdachte 1] , die de sleutel na het afsluiten van het pand, voor verdachte heeft achtergelaten tussen de bestrating en het pand. [3]
Op 3 juli 2014 heeft de politie het pand aan de [adres] doorzocht. Bij de doorzoeking werden het CD-meubel en de zakken bovenop het plafond aangetroffen. In het CD-meubel en de zakken bevonden zich de in de tenlastelegging onder 1 bedoelde hoeveelheden materiaal en tabletten die MDMA bleken te bevatten. [4]
Het hof stelt op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden vast dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van drugs in het pand aan de [adres] . Die drugs werden in zijn bijzijn verstopt in het CD-meubel en bovenop het plafond in dat pand. Verdachte beschikte over de sleutel van dat pand en de drugs bevonden zich daarmee niet alleen binnen zijn machtssfeer, maar ook binnen zijn beschikkingsmacht. De verdachte heeft in dat verband ter terechtzitting nog verklaard dat hij feitelijk wel in staat is geweest om zich van die verdovende middelen te ontdoen, omdat het ook wel is voorgekomen dat hij alleen, dus zonder zijn medeverdachten, in het pand aanwezig is geweest terwijl de verdovende middelen toen al, naar hij wist, boven de plafondplaten waren verstopt. Naar het oordeel van het hof is er tevens sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en diens medeverdachten gericht op het aanwezig hebben van de verdovende middelen. Zij waren allen aanwezig bij het in het CD-meubel plaatsen van de drugs en het verstoppen van de overige drug op de plafondplaten. De medeverdachten hebben de verdachte ingeschakeld vanwege zijn timmermanskwaliteiten en hebben gebruik gemaakt van zijn diensten en de door hem geregelde loods. De verdachte op zijn beurt wist met wie hij in zee ging, dat het ging om internationale drugssmokkel en is in dat volle besef wegens de in vooruitzicht gestelde verdiensten die samenwerking met dat doel aangegaan. Het is zonneklaar dat onder de paraplu van die samenwerking de verdachte samen met de medeverdachten die boven de plafondplaten aangetroffen drugs, die nog verpakt en verscheept moesten worden, in dat pand aanwezig hadden.
Gelet hierop en gelet op hetgeen hiervoor is vooropgesteld is het hof van oordeel dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van verdovende middelen in de zin van artikel 2 van de Opiumwet.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
primair:
hij op
of omstreeks3 juli 2014 te Zeewolde
en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft
/hebbengehad ongeveer
- 14,252 kg
, in elk geval een hoeveelheidvan een materiaal bevattende MDMA, en
/of
- 10.088 tabletten
, in elk geval een hoeveelheid van een materiaalbevattende MDMA,
althans (telkens
) (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende
MDMA, zijnde MDMA
(telkens) (een
)middel
(len)vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst I;
2.
hij op
een of meerverschillende tijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 juni 2014 tot en met 3 juli 2014, te Zeewolde en/of elders in Nederland
en/of België, (telkens
)tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het
(telkens)opzettelijk
bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of het vervaardigen en/of binnen en/ofbuiten het grondgebied van Nederland brengen van een of meer (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA,
(telkens)zijnde MDMA
(een
)middel
(len)vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen (telkens)
  • zich of een ander heeft/hebben getracht te bewegen om dat feit te plegen, doen plegen, mede te plegen of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, en/of
  • zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen en/of
  • een of meer voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en) immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) opzettelijk daartoe (telkens):
  • een of meer vriezer(s) en/of omzettingsvat(en)/ketel(s) en/of opslag-scheidingsvat(en) en/of drukreactievat(ten) en/of rvs bak(ken) en/of tabletteermachines en/of granuleermachines en/of een of meer andere voor de productie/vervaardiging en/of be/verwerking van MDMA benodigde apparaten en/of machines, althans voorwerpen, gefinancierd en/of ontworpen en/of besteld en/of aangeschaft en/of geïnstalleerd en/of vervoerd en/of laten vervoeren en/of voorhanden gehad en/of vervaardigd en/of laten vervaardigen, en/of
  • een of meer voor de vervaardiging van MDMA benodigde grondstoffen (te weten (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en), in elk geval een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een of meer materia(a)l(en) bevattende BMK en/of apaan en/of PMK en/of PMK glycide zuur en/of Methyleenchloride en/of Methanol en/of Mierenzuur Natrium hydroxide parels/schilfers en/of Ammoniumchloride en/of safrol en/of piperional en/of methanol en/of zoutzuur en/of zwavelzuur en/of aceton en/of methylamine en/of dichloormethaan) bereid en/of aangeschaft en/of vervoerd en/of doen vervoeren en/of gefinancierd en/of besteld en/of overgeladen en/of afgeleverd en/of voorhanden gehad, en/of
  • een of meer auto('s) aangeschaft en/of verstrekt en/of ter beschikking gesteld en/of gehuurd en/of voorhanden gehad, en/of
  • meermalen, althans eenmaal, (een) transport(en) (grondstoffen en/of halffabricaten en/of apparatuur en/of middelen vermeld op lijst I)verzorgd en/of begeleiden, en/of
  • opzettelijk daartoe een
  • contact
  • ten behoeve van het verbergen en
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte heeft verklaard dat hij bang was voor eventuele sancties als hij er niet mee zou instemmen dat zijn medeverdachten de pakketjes met verdovende middelen boven het plafond van het pand in Zeewolde verstopten. Hij ervaarde een dusdanige psychische druk dat hij niet heeft weten te voorkomen dat de verdovende middelen in het pand aanwezig waren.
Het hof verstaat deze verklaring van de verdachte als een beroep op psychische overmacht. Dat beroep kan echter niet slagen. Het hof stelt in dat kader voorop dat een beroep op psychische overmacht eerst dan kan worden gehonoreerd indien aannemelijk is geworden dat het handelen van verdachte het gevolg is geweest van een van buiten komende drang waaraan de verdachte redelijkerwijze geen weerstand kon en ook niet behoefde te bieden.
Het hof acht het niet aannemelijk geworden dat de verdachte onder een zodanige druk heeft gestaan dat hij moest accepteren dat drugs in het pand aanwezig waren. Verdachte heeft - hoewel hij vroeg of de medeverdachten het spul weer wilden meenemen - wel toegestaan dat de zakken met drugs bovenop het plafond werden verstopt. Deze toestemming gaf verdachte nadat hij, zonder dat daar enige dwang of overreding aan te pas was gekomen en in het volle besef van het feit dat het ging om de voorbereiding van internationale drugssmokkel, de samenwerking met zijn medeverdachten aan was gegaan. Dat de verdachte vervolgens, toen de verdovende middelen eenmaal in het pand verstopt waren, geen weg terug zag, levert niet een van buiten komende drang op waartegen de verdachte redelijkerwijs geen weerstand kon en behoefde te bieden.
Verdachte is dus strafbaar aangezien ook overigens geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De rechtbank heeft verdachte voor het medeplegen van de feiten 1 en 2 veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte voor dezelfde feiten wordt veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden met een proeftijd van 2 jaren, alsmede tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis.
De raadsvrouw heeft bepleit te volstaan met oplegging van een taakstraf, desnoods van de maximale duur, eventueel in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf.
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Het hof heeft hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft samen met anderen opzettelijk een grote hoeveelheid harddrugs aanwezig gehad en voorbereidingshandelingen verricht om (een deel van) die drugs naar het buitenland te smokkelen. Verdachte heeft daartoe o.a. een pand ter beschikking gesteld en een CD-meubel met verborgen ruimtes gemaakt die was bestemd voor de smokkel van de eerste partij van ongeveer 7 kilogram MDMA. Het plan van medeverdachten om de eerste partij en de volgende partij(en) naar het buitenland te smokkelen is uiteindelijk niet uitgevoerd doordat de politie tijdig heeft ingegrepen. Dit is dan ook niet aan verdachte te danken. Het valt verdachte vooral aan te rekenen dat hij een essentiële bijdrage heeft geleverd aan de voorbereiding van de uitvoer van de eerste partij drugs, enkel voor de forse financiële vergoeding die hem in het vooruitzicht was gesteld.
Het gebruik van drugs levert een gevaar op voor de volksgezondheid. Daarnaast gaan de verspreiding van en handel in verdovende middelen gepaard met vele andere vormen van criminaliteit.
In het voordeel van verdachte weegt mee dat hij blijkens het uittreksel justitiële documentatie van 26 mei 2020 niet eerder is veroordeeld voor enig strafbaar feit. Na de pleegperiode van het bewezenverklaarde is hij niet opnieuw met politie en justitie in aanraking gekomen.
Uit het reclasseringsadvies van 11 mei 2015 komt naar voren dat verdachte ten tijde van het bewezenverklaarde een forse schuld had. Verdachte en zijn gezin kwamen in de financiële problemen terecht doordat het bedrijf van zijn schoonouders, waarvoor verdachte en zijn vrouw beide werkzaam waren, failliet ging. Verdachte heeft ingestemd met het aanbod om zijn kennis als timmerman in te zetten voor het smokkelen van drugs vanwege de forse verdiensten die hem in het vooruitzicht werden gesteld. Hij lijkt lessen te hebben getrokken uit de fouten die hij heeft gemaakt. Hij heeft er blijk van gegeven om op een constructieve wijze zelf aan zijn problemen te kunnen werken. Naar de inschatting van de reclassering is het recidiverisico laag.
Ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat verdachte zijn financiële problemen, die de belangrijkste aanleiding waren om het bewezenverklaarde te begaan, inmiddels heeft opgelost. Tijdens een langdurige schuldhulpverlengingstraject is zijn oorspronkelijke schuld van € 80.000 eerst gereduceerd tot een schuld van € 15.000 die hij vervolgens in termijnen heeft afgelost. Hij heeft nu een goed lopend aannemersbedrijf. Hij draagt de financiële lasten voor zijn gezin en schoonouders, die inmiddels bij hem inwonen. Ter terechtzitting heeft verdachte er ook blijk van gegeven dat hij thans inziet dat hij zijn toenmalige financiële problemen had kunnen en moeten oplossen zonder zich schuldig te maken aan strafbare feiten.
Naar het oordeel van het hof rechtvaardigt de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten en dan met name het onder 2 bewezenverklaarde zonder meer de oplegging van een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Het hof zal echter in dit specifieke geval niet overgaan tot het opleggen van een dergelijke - op zich passende -(deels) onvoorwaardelijke vrijheidsstraf. Het hof heeft de redenen daarvoor gevonden in de ouderdom van de feiten, de huidige persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals hiervoor vermeld en het feit dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6 EVRM tijdens de behandeling in hoger beroep is overschreden. Het hof is - met de advocaat-generaal en de raadsvrouw - van oordeel dat oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden en een taakstraf van de maximaal toegelaten duur, te weten 240 uren, passend en geboden is.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet en de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte voorts tot een
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr. F.A.M. Bakker, voorzitter,
mr. C.P.J. Scheele en mr. S. Bek, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R. Hermans, griffier,
en op 6 juli 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. C.P.J. Scheele is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 6 juli 2020.
Tegenwoordig:
mr. F.A.M. Bakker, voorzitter,
mr. J. Zeilstra, advocaat-generaal,
mr. I.W. Levelt-Iseger, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.

Voetnoten

1.proces-verbaal van verhoor [verdachte] d.d. 31 oktober 2014, V18.04, p. 9.
2.proces-verbaal van verhoor [verdachte] d.d. 31 oktober 2014, V18.04, p. 8.
3.proces-verbaal van verhoor [verdachte] d.d. 31 oktober 2014, V18.04, inhoudende de verklaring van verdachte en de daarin opgenomen uitwerking van de afgeluisterde telefoongesprekken tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] , p. 9-10.
4.proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 3 juli 2014, AH353, proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 8 juli 2014, AH515, proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, AH516, en het NFI-rapport identificatie van drugs en precursoren d.d. 11 september 2014, AH844.