Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 juni 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot gesloten jeugdzorg voor een minderjarige, aangeduid als [verzoeker]. De kinderrechter had eerder, op 10 oktober 2019, de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (de GI) benoemd tot voogdes over [verzoeker]. Op 29 januari 2020 verleende de kinderrechter een spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp voor de duur van vier weken, en op 11 februari 2020 werd deze machtiging verlengd tot 11 augustus 2020.
[Verzoeker] is in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking, waarbij hij verzocht om de machtiging tot gesloten jeugdhulp te vernietigen of te verkorten. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 mei 2020 heeft [verzoeker] zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aangaf dat hij niet langer in een gesloten setting wil verblijven en dat hij bij zijn vader wil wonen. De GI heeft verweer gevoerd en verzocht om de bestreden beschikking te bekrachtigen.
Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen bij [verzoeker], die zijn ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren. Ondanks zijn bezwaren tegen de gesloten plaatsing, concludeert het hof dat de machtiging tot gesloten jeugdzorg op goede gronden is verleend en dat deze nog steeds noodzakelijk is. Het hof bekrachtigt daarom de beschikking van de kinderrechter en wijst het verzoek van [verzoeker] af.