ECLI:NL:GHARL:2020:4883
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van vonnis inzake verduistering van een buitenboordmotor
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 juni 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld voor verduistering van een buitenboordmotor en kreeg een gevangenisstraf van twee weken opgelegd. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met overneming van de gronden van de rechtbank. Tijdens de zitting op 12 juni 2020 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vrijspraak vroeg van de primair en subsidiair ten laste gelegde feiten, maar veroordeling voor de meer subsidiair ten laste gelegde diefstal. De advocaat-generaal vond de verklaring van de verdachte over het aantreffen van de buitenboordmotor ongeloofwaardig. Het hof oordeelde echter dat de verklaring van de verdachte niet zo ongeloofwaardig was dat deze terzijde kon worden geschoven. Het hof achtte de verduistering wettig en overtuigend bewezen, omdat de verdachte niet mocht aannemen dat de motor een 'res nullius' was. De waarde van de motor en de omstandigheden waaronder deze was aangetroffen, gaven geen aanleiding om te veronderstellen dat de motor als gedumpt schroot was aangetroffen. Het hof heeft de bewijsmiddelen aangevuld en het vonnis van de rechtbank bevestigd, met inachtneming van de overwegingen die in de uitspraak zijn weergegeven.