Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[geïntimeerde4],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
.”
Totaal […] 59.620,88
Vastgesteld is dat de opgelegde nabetalingsverplichting
nietis nagekomen. […]”
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
- Jobs c.s. hoofdelijk zal worden veroordeeld tot naleving van de CAO voor Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche indien en voor zover deze algemeen verbindend zijn verklaard, op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag dat zij daarmee vanaf twee weken na betekening van het te wijzen vonnis in gebreke blijven;
- Jobs c.s. zal worden veroordeeld om aan de betrokken (ex) werknemers na te betalen, hoofdelijk des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, het bedrag van € 59.620,88 zoals gespecificeerd in de definitieve rapportage van VRO d.d. 21 september 2017, binnen vier weken na betekening van het vonnis op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag dat Jobs c.s. daarmee vanaf vier weken na betekening van het te wijzen vonnis in gebreke blijven;
- Jobs c.s. zal worden veroordeeld hoofdelijk des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, tot voldoening van het binnen vier weken na betekening van het vonnis niet nabetaalde gedeelte van de materiële schadelast als aanvullende schadevergoeding te betalen aan SNCU;
- Jobs c.s.. zal worden veroordeeld hoofdelijk des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd aan SNCU te voldoen de somma van € 5.000,00, als schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 februari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- Jobs c.s. zal worden veroordeeld hoofdelijk des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, tot het binnen vier weken na betekening van het vonnis voldoen aan de scholingsbestedingsverplichting ex artikel 43.ABU CAO ter hoogte van € 2,358,17, in die zin dat ofwel de scholingsbestedingsverplichting op ondernemingsniveau in zijn geheel of deels in eigen beheer wordt uitgevoerd en ter zake een specifieke bepaling wordt opgenomen in de jaarrekening of in een accountantsverklaring, dan wel dat in zijn geheel of deels een afdracht zal worden gedaan ter zake aan SNCU Opleiding & Ontwikkeling Flexbranche (STOOF), een of ander met overlegging van bewijs daarvan en alles op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag dat Jobs daarmee vanaf vier weken na betekening van het te wijzen vonnis in gebreke blijven;
- Jobs c.s. zal worden veroordeeld hoofdelijk des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 1.748,20 inclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 december 2017 althans 20 februari 2018, tot de dag der algehele voldoening;
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
De opdrachtgevers van NF Jobs wensten de schoonmaakwerkzaamheden uit te besteden aan NF Jobs, zonder er zelf naar te willen omkijken. De werknemers van NF Jobs verrichtten de schoonmaakwerkzaamheden dan ook zelfstandig; zij werkten naar eigen inzicht, gebruikten eigen schoonmaakmiddelen en materialen, droegen eigen kleding en veiligheidsmiddelen en kregen de opdrachten en orders van NF Jobs. Het gezag lag dan ook bij NF Jobs en de arbeidskrachten werden aangestuurd door NF Jobs.[…]
NF Jobs kon haar arbeidskrachten eenvoudig vervangen indien een schoonmaker verhinderd was om de werkzaamheden te verrichten, dan wel wanneer de schoonmaker ontslag nam. Verder was NF Jobs net aanspreekpunt voor de werknemers. Indien de werknemers vragen hadden, moesten zij die stellen aan NF Jobs. In het geval de werknemers ziek waren of vakantieverlof wilden aanvragen, dan moesten zij zich ook wenden tot NF Jobs en ook de uren die de werknemers werkten, werden geregistreerd door NF Jobs. Verder was NF Jobs de partij die disciplinaire maatregelen oplegde aan haar werknemers en verrichtte zij de loonadministratie (en beantwoordde zij vragen van de werknemers hieromtrent).” [geïntimeerde4] herhaalt dit betoog in hoger beroep.
schoonmaak” (CvA randnummer 5.15). Dat is meer dan 50% zodat de cao op Jobs van toepassing is. SNCU heeft daarom geen belang bij behandeling van grief 2 hiertegen.
wij hebben de functie-indeling en beloning strikt overgenomen van de door de werknemers persoonlijk overhandigde arbeids- en beloningsgegevens uit het verleden (zie bijlage 4).” Bijlage 4 bij die brief is niet in het geding gebracht. Voor diezelfde personen voert Jobs c.s. echter ook aan: “
Er is ons geen arbeidsverleden en of c.v. verstrekt van genoemde personen.” Nu Jobs c.s. zichzelf voorafgaand aan de procedure tegenspreekt, met andere woorden: beschikte zij nu wel of niet over het arbeidsverleden, en zij – zo zij daar wel over beschikt – die gegevens ook in deze procedure niet overlegt en evenmin duidelijk maakt op welke objectieve grond zij de uitzendkrachten niet als vakkrachten of op functieniveau D aanmerkte of betaalde, acht het hof het terecht dat Providius en VRO deze aannames hebben gehanteerd. Omdat Jobs c.s. en [geïntimeerde4] in de procedure hun verweer op dit punt niet motiveren, terwijl SNCU naar de hiervoor besproken rapporten van Providius en VRO verwijst, acht het hof de vordering op deze onderdelen onvoldoende gemotiveerd weersproken.
6.De slotsom
1.162,84