Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
advocaat: mr. R.F.P. Scheele te Rotterdam,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de beoordeling van de uithuisplaatsing van de minderjarige, geboren uit de moeder, die in hoger beroep is gegaan tegen de beschikking van de kinderrechter. De kinderrechter had op 7 mei 2020 een machtiging verleend tot uithuisplaatsing van de toen nog ongeboren zoon van de moeder, met ingang van 7 mei 2020 tot 17 juli 2020. De moeder is het niet eens met deze beslissing en verzoekt het hof om deze te vernietigen. Het hof heeft de zaak behandeld op 4 juni 2020, waarbij de moeder en haar advocaat aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van de raad voor de kinderbescherming en de GI.
De feiten zijn dat de moeder vier andere minderjarige kinderen heeft, die ook onder toezicht staan en uithuisgeplaatst zijn. De moeder heeft een geschiedenis van huiselijk geweld, psychiatrische problematiek en verslavingsproblematiek. Het hof concludeert dat de moeder niet in staat is om de zorg voor haar jongste kind zelfstandig te dragen, gezien de ernstige zorgen die er zijn over haar situatie en het welzijn van de kinderen. Het hof bekrachtigt de beschikking van de kinderrechter, omdat de veiligheid van de minderjarige in de thuissituatie bij de moeder ernstig gevaar zou lopen. De moeder moet wezenlijke veranderingen in haar houding en gedrag tonen om in de toekomst voor haar kinderen te kunnen zorgen.