Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
zonder advocaat.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een journaalbericht van mr. Beuving van 21 januari 2020 met productie(s);
- een journaalbericht van mr. Beuving van 22 januari 2020 met productie(s);
Namens de moeder is daarop bij journaalbericht van 16 april 2020 gemeld dat zij kiest voor schriftelijke afdoening van de zaak. De vader en de raad hebben niet gereageerd maar gelet op de inhoud van de brief van 14 april 2020 gaat het hof ervan uit dat ook zij instemmen met schriftelijke afdoening van de zaak.
Van de in de brief van 14 april 2020 geboden gelegenheid om binnen drie weken na het uitbrengen van de keuze een nadere schriftelijke uitlating in te dienen, is door niemand gebruik gemaakt.
3.De vaststaande feiten
bij de vader verblijven;
verblijft overleggen de ouders met elkaar;
[de minderjarige] bij wie verblijft overleggen de ouders met elkaar;
wie verblijft overleggen de ouders met elkaar;
verblijft overleggen de ouders met elkaar;
in gezamenlijk overleg met elkaar zullen beslissen.
a) aan de moeder vervangende toestemming te verlenen om, zodra een woning beschikbaar
is, dan wel vanaf een datum in goede justitie door de rechtbank te bepalen, met [de minderjarige] te
verhuizen (van [A] ) naar [B] , op zodanige wijze dat het te wijzen vonnis de
toestemming van de vader vervangt;
eens per veertien dagen van vrijdag na school tot zondag 19.30 uur bij de vader zal
verblijven alsmede gedurende de helft van de feestdagen en de vakanties;
aan de [a-straat 1] te [B] , op zodanige wijze dat het te wijzen vonnis de toestemming
van de vader vervangt;
- verzoekt [D] uiterlijk 31 mei 2019 of zoveel eerder als mogelijk, de eindrapportage over
- stelt partijen in de gelegenheid om uiterlijk 14 juni 2019 te reageren op deze eindrapportage
- verzoekt de raad bij een niet positief verlopen traject te bezien of een raadsonderzoek
's nachts voor oppas te zorgen tijdens al haar nachtdiensten. Mocht [de minderjarige] vaker naar vader toe willen, dan vindt de raad het van belang dat dit af en toe kan in overleg tussen ouders. Zolang [de minderjarige] nog in [A] woont dient de zorgregeling volgens de raad ook hetzelfde te blijven zoals die is. De raad vindt het wenselijk als de moeder minstens één keer per week als zij nachtdienst heeft een oppas kan regelen voor [de minderjarige] , zodat hij wel bij de vader kan eten maar bij de moeder kan slapen.
4.De omvang van het geschil
- wijst af het verzoek tot vervangende toestemming voor verhuizing naar [B] ;
en de vader en stelt inzake het recht van het minderjarige kind op een gelijkwaardige
verzorging en opvoeding door beide ouders de navolgende regeling tussen de vader en
vast:
heeft.
2020, dan wel vanaf een datum in goede justitie door uw gerechtshof te bepalen, met
[de minderjarige] te verhuizen naar [B] , op zodanige wijze dat de te wijzen beschikking de
toestemming van de vader vervangt;
eens per veertien dagen van vrijdag na school tot zondag 19.30 uur bij de man
zal verblijven alsmede gedurende de helft van de feestdagen en de vakanties, dan wel
een regeling vast te leggen zoals uw gerechtshof in goede justitie vermeent te behoren;
[E] school aan de [b-straat 2] te [B] , op zodanige wijze dat de te geven
beschikking de toestemming van de vader vervangt.
5.De motivering van de beslissing
haar leven opnieuw in te richten;- de noodzaak om te verhuizen;
van de verhuizing voor de minderjarige en de andere ouder te verzachten en/of te
compenseren;
hun vertrouwde omgeving;
verhuizing;
geworteld is in zijn omgeving of juist extra gewend is aan verhuizingen;
6.6. De slotsom
7.De beslissing
17 oktober 2019 waarvan beroep;