ECLI:NL:GHARL:2020:4675
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voorhanden hebben stroomstootwapen na onvoldoende bewijs van bewustheid en beschikking
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 juni 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld voor het voorhanden hebben van een stroomstootwapen (taser) en kreeg een taakstraf van 20 uren, subsidiair 10 dagen vervangende hechtenis. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
Tijdens de zitting op 5 juni 2020 heeft het hof het dossier en de vordering van de advocaat-generaal bestudeerd, die een geldboete van € 550,- had geëist. De raadsman van de verdachte, mr. A.J.M. Bommer, heeft bepleit dat de verdachte vrijgesproken moet worden, omdat niet kan worden vastgesteld dat hij wist dat het stroomstootwapen in zijn auto lag. Het hof heeft vastgesteld dat voor een veroordeling vereist is dat de verdachte bewust aanwezig was met het wapen en feitelijke macht over het wapen had.
Het hof concludeert dat het dossier onvoldoende bewijs biedt dat de verdachte het wapen met voldoende bewustheid voorhanden heeft gehad. Het wapen werd aangetroffen in de auto van de verdachte, maar de omstandigheden rondom de aanwezigheid van het wapen blijven onduidelijk. De verdachte heeft verklaard dat het wapen niet van hem is en dat hij niet weet hoe het in zijn auto is gekomen. Gelet op deze omstandigheden heeft het hof besloten het vonnis te vernietigen en de verdachte vrij te spreken van het ten laste gelegde feit.