Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellante1] ,
[appellante2],
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde2],
[geïntimeerde3],
[geïntimeerde4],
[geïntimeerde5],
[geïntimeerde6],
[geïntimeerde7],
[geïntimeerde8],
[geïntimeerde9],
[geïntimeerde10],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, staat de wilsbekwaamheid van de erflaatster centraal. De appellanten, vertegenwoordigd door mr. T.H.I.M. Pierik, hebben in hoger beroep de vraag opgeworpen of de erflaatster ten tijde van het opstellen van haar testamenten, gedateerd op 16 oktober 2008 en 28 februari 2008, wilsbekwaam was. Het hof heeft het medisch dossier van de erflaatster, dat door de appellanten is overgelegd, als cruciaal beschouwd voor het beantwoorden van deze vraag. Dit dossier bevat belangrijke medische gegevens en correspondentie van de zorginstelling Viattence, waar de erflaatster tussen 2008 en 2012 was opgenomen.
Het hof heeft de geïntimeerden, die door mr. A.J.C.M. van Acht worden vertegenwoordigd, de gelegenheid gegeven om het medisch dossier door hun eigen medisch adviseur of een andere deskundige te laten beoordelen. Dit is van belang omdat het medisch dossier vertrouwelijke informatie bevat die essentieel is voor de beoordeling van de wilsbekwaamheid van de erflaatster. Het hof heeft ook opgemerkt dat de beoordeling van de wilsbekwaamheid door een deskundige enkel op basis van papieren gegevens kan plaatsvinden, wat de complexiteit van de zaak vergroot.
De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en partijen zijn verzocht om op 15 september 2020 een akte in te dienen. Het hof heeft verder iedere beslissing aangehouden, wat betekent dat de uiteindelijke uitspraak over de wilsbekwaamheid van de erflaatster nog moet volgen. Deze tussenuitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige afweging van medische gegevens in het kader van testamentaire beschikkingen.