In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 juni 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vervangende toestemming voor verhuizing van de moeder met haar kinderen naar [I] en de inschrijving van de kinderen op scholen in de nieuwe omgeving. De moeder, die in hoger beroep was gekomen tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, stelde dat haar belang om met de kinderen te verhuizen zwaarder weegt dan het belang van de vader om de kinderen in de huidige omgeving te houden. De rechtbank had eerder de verzoeken van de moeder afgewezen, maar het hof oordeelde dat de moeder voldoende had aangetoond dat de verhuizing goed doordacht en voorbereid was. Het hof nam daarbij in overweging dat de moeder een bestendige relatie heeft met [E], met wie zij samen een gezin wil vormen, en dat de huidige situatie voor haar zwaar weegt. De vader voerde verweer en vreesde dat de verhuizing zou leiden tot een afname van zijn contact met de kinderen. Het hof concludeerde dat, hoewel de verhuizing ingrijpende gevolgen voor de kinderen kan hebben, het belang van de moeder om een nieuw leven op te bouwen in [I] zwaarder weegt. Het hof verleende de moeder vervangende toestemming om met de kinderen te verhuizen en om hen in te schrijven op de door haar gekozen scholen, met ingang van het schooljaar 2020/2021. De proceskosten in hoger beroep werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.