Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 juni 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uithuisplaatsing van de drie jongste minderjarige kinderen van de moeder. De kinderrechter van de rechtbank Noord-Nederland had op 22 oktober 2019 een machtiging verleend tot uithuisplaatsing, omdat de moeder niet in staat was om voor haar kinderen te zorgen. De moeder was het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep aangetekend. Tijdens de procedure is gebleken dat de moeder de zorgen rondom haar opvoedingscapaciteiten ontkent en dat intensieve begeleiding niet heeft geleid tot verbetering. De kinderen zijn sinds 5 november 2019 in verschillende pleeggezinnen geplaatst, nadat zij eerder in een beschermde woonvorm verbleven. Het hof heeft de feiten en omstandigheden rondom de opvoeding van de kinderen en de situatie van de moeder zorgvuldig onderzocht. Het hof concludeert dat de moeder onvoldoende inzicht heeft in de zorgen en dat de uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de veiligheid en ontwikkeling van de kinderen. Het hof bekrachtigt de eerdere beschikking van de kinderrechter en wijst het verzoek van de moeder in hoger beroep af.