In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 juni 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de dochter van de ouders. De kinderrechter had eerder op 11 september 2019 deze maatregelen verlengd tot 10 oktober 2020. De moeder, die het niet eens was met deze beslissing, heeft hoger beroep aangetekend. De ouders hebben een problematische achtergrond, waarbij de moeder lijdt aan een verstandelijke beperking en de vader bekend is met (hard)drugsgebruik en geweldsincidenten. De zorgen over de veiligheid van de minderjarige zijn door het hof als ernstig beoordeeld, vooral gezien het agressieve gedrag van de vader en de onwil van de ouders om samen te werken met de hulpverlening. Tijdens de mondelinge behandeling op 30 april 2020 is gebleken dat de ouders niet openstaan voor de hulpverlening, wat de situatie van de minderjarige in gevaar brengt. Het hof heeft de beslissing van de kinderrechter bekrachtigd, omdat de continuïteit en veiligheid van de minderjarige niet gewaarborgd zijn zonder de verlenging van de maatregelen. De ouders zijn inmiddels gehuwd en oefenen samen het gezag uit, maar hun samenwerking met de hulpverlening blijft problematisch. Het hof benadrukt het belang van openheid en samenwerking met de GI om de zorgen weg te nemen.