– vernietigt de uitspraak van de Rechtbank voor zover deze betrekking heeft op de navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2011 en de daarmee samenhangende beschikkingen verzamelinkomen, heffingsrente en boete,
– verklaart het tegen de desbetreffende uitspraken van de Inspecteur ingestelde beroep gegrond,
– vernietigt de desbetreffende uitspraken van de Inspecteur,
– vermindert de navorderingsaanslag tot een navorderingsaanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 91.809,
– vermindert het verzamelinkomen, de heffingsrente en de boete dienovereenkomstig,
– bevestigt de uitspraak van de Rechtbank voor zover deze betrekking heeft op de navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2013, de navorderingsaanslag inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet 2013 en de daarmee samenhangende beschikkingen verzamelinkomen, belastingrente en boete,
– veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 1.311,
– gelast dat de Inspecteur aan belanghebbende het betaalde griffierecht vergoedt, te weten € 46 in verband met het beroep bij de Rechtbank en € 128 in verband met het hoger beroep bij het Hof.