Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 23 juli 2018 te [plaats] , gemeente [gemeente] een scooter (Yamaha YN50), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde partij] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij op of omstreeks 4 december 2018, te [plaats] , in de gemeente [gemeente] , opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 4.79 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 4 december 2018, te [plaats] , in de gemeente [gemeente] , een handdoek en/of een fles motorolie en/of een lamp, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan Action BV, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Bewezenverklaring
hij op 23 juli 2018 te [plaats] , gemeente [gemeente] een scooter (Yamaha YN50), dat geheel aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde partij] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij op 4 december 2018 te [plaats] , in de gemeente [gemeente] , opzettelijk aanwezig heeft gehad 4.79 gram, van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij op 4 december 2018 te [plaats] , in de gemeente [gemeente] , een handdoek en een fles motorolie, dat geheel aan een ander toebehoorde, te weten aan Action BV, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
31 (eenendertig) dagen.
30 (dertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.