Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde ] ,
[geïntimeerde 2],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 1 maart 2017. De zaak betreft een koopovereenkomst voor een woning, waarbij een boetebeding en een ontbindende voorwaarde (financieringsvoorbehoud) zijn opgenomen. De koopovereenkomst werd op 22 februari 2012 gesloten tussen [appellant] en [geïntimeerden]. [geïntimeerden] hebben de koopovereenkomst ontbonden omdat zij geen financiering konden verkrijgen. [appellant] vorderde in eerste aanleg betaling van een contractuele boete, maar de rechtbank wees deze vorderingen af, oordelend dat [geïntimeerden] voldoende inspanning hadden verricht om een financiering te verkrijgen en dat het financieringsvoorbehoud op de juiste wijze was ingeroepen.
In hoger beroep heeft [appellant] de beslissing van de rechtbank bestreden met grieven, waarbij hij aanvoert dat [geïntimeerden] niet voldoende inspanning hebben geleverd en dat de documentatie omtrent de financiering onvoldoende was. Het hof heeft de grieven van [appellant] beoordeeld en geconcludeerd dat [geïntimeerden] inderdaad aan hun inspanningsverplichting hebben voldaan. Het hof oordeelt dat de documentatie die door [geïntimeerden] is verstrekt voldoende was om het beroep op de ontbindende voorwaarde te onderbouwen. Het hof bekrachtigt daarom het vonnis van de rechtbank en veroordeelt [appellant] in de kosten van het hoger beroep.