ECLI:NL:GHARL:2020:3683

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
12 mei 2020
Publicatiedatum
12 mei 2020
Zaaknummer
200.245.458/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de ontwikkeling en levering van software met betrekking tot dealerafhankelijkheid en tekortkomingen in de uitvoering van de overeenkomst

In deze zaak gaat het om een geschil tussen SW Solutions B.V. en De Vries Trappen B.V. over de ontwikkeling en levering van software. De Vries Trappen heeft SW Solutions in 2015 opdracht gegeven voor de implementatie van een softwarepakket, maar heeft later gesteld dat de geleverde software leidde tot dealerafhankelijkheid, wat niet in lijn was met hun verwachtingen. De Vries Trappen heeft de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden en vorderde schadevergoeding. SW Solutions heeft in hoger beroep de ontbinding betwist en betaling van openstaande facturen gevorderd. Het hof oordeelt dat SW Solutions niet tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en dat de ontbinding door De Vries Trappen niet rechtsgeldig was. Het hof vernietigt het eerdere vonnis van de kantonrechter en wijst de vorderingen van De Vries Trappen af, terwijl het de vordering van SW Solutions toewijst.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.245.458/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden 5917640)
arrest van 12 mei 2020
in de zaak van
SW Solutions B.V.,
gevestigd te Lelystad,
appellante in principaal appel,
geïntimeerde in incidenteel appel,
in eerste aanleg: eiseres in conventie en verweerster in reconventie,
hierna:
SW Solutions,
advocaat: mr. W. van Dijk, kantoorhoudend te Barneveld,
tegen
De Vries Trappen B.V.,
gevestigd te Heerenveen,
geïntimeerde in principaal appel,
appellante in incidenteel appel,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie en eiseres in reconventie,
hierna:
De Vries Trappen,
advocaat: mr. M.D. Kalmijn, kantoorhoudend te Leeuwarden.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1.
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 9 april 2019 hier over.
1.2.
Op 6 maart 2020 heeft plaatsgevonden de in voormeld arrest bevolen comparitie van partijen, waarvan proces-verbaal is opgemaakt. Daarbij zijn door de advocaten van SW Solutions en De Vries Trappen spreekaantekeningen overgelegd. Voorafgaand aan de comparitie heeft SW Solutions op 24 februari 2020 nog een tweetal producties (genummerd 3 en 4) aan het hof en de wederpartij doen toekomen. Aan het slot van de comparitie is een datum voor arrest bepaald.

2.De vaststaande feiten

Het hof gaat in hoger beroep uit van de navolgende feiten, die tussen partijen niet in geschil zijn.
2.1.
SW Solutions exploiteert een onderneming die software, computers en randapparatuur levert.
2.2.
De Vries Trappen exploiteert een onderneming die zich bezig houdt met het vervaardigen van deuren, ramen en kozijnen van hout.
2.3.
SW Solutions heeft De Vries Trappen na een vooronderzoek en na een op 19 februari 2015 gehouden demonstratie van het prototype een offerte gestuurd voor het leveren en implementeren van een softwarepakket.
2.4.
Op 3 maart 2015 heeft De Vries Trappen ( [A] , destijds interim-directeur) aan SW Solutions ( [B] , commercieel manager) laten weten, voor zover hier van belang:
(…) 4. Je hebt me t.a.v. de procedurele kant over dealerspecifieke en DVT-specifieke configuratie inmiddels enigszins gerust gesteld, maar wil absoluut afspraken vastleggen omtrent reduceren kwetsbaarheid/afhankelijkheid SW aangaande (volledigheid/delen/eigendom) documentatie, garantie t.a.v. standaard draaien updates zonder problemen etc. Als bekend, hebben we slechte ervaringen op dit vlak en willen we om die reden een standaard pakket waarbij we door vorenstaande dealerspecifieke en DVT-specifieke configuraties niet in dezelfde fuik willen lopen. (…)
2.5.
SW Solutions heeft vervolgens bij brief van 6 maart 2015 een nieuw budgetindicatie aan De Vries Trappen gezonden. De brief luidt onder meer :
(…) Wij hebben het als een buitengewoon prettige sessie ervaren. Naar onze indruk bleek tijdens deze sessie dat er een uitstekende fit is tussen jullie wensen en de inrichting van het prototype. Het prototype is gerealiseerd op de standaard software van SAP Business One die is geconfigureerd naar aanleiding van de gesprekken die we ter voorbereiding hebben gevoerd. (…) TEMPLATE EN DEALERSPECIFIEKE CONFIGURATIEDe template stelt ons voornamelijk in staat, snel via een bewezen methode te implementeren en uit te rollen voor een bepaalde branche of werkwijze. Functies en configuraties die zijn uitgevoerd zijn voornamelijk configuratie van schermen en functies op de standaard werkwijze zoals deze door SAP wordt voorgeschreven. Het zijn toepassingen, zoals deze door vele partners wereldwijd worden toegepast, denk hierbij aan het zichtbaar maken van de productie- en serviceorders op de verkooporder en het opdelen van de orders.
Desalniettemin heeft iedere partner zijn eigen "handtekening" in het systeem, waardoor we gelukkig in de specialisatie en branches verschillen. Wij werken met meerdere consultants binnen en buiten het bedrijf, waarbij we in onze samenwerking met Coresuit (internationale partner uit Zwitserland waar een aantal aanvullende tools vandaar komen), altijd kunnen uitwijken naar een grote internationale partner.(…)
2.6.
De Vries Trappen heeft in een e-mailbericht van 20 maart 2015 onder meer het volgende aan SW Solutions medegedeeld:
(…) Tevens nog een paar "onduidelijkheden" in de offerte die ik in contract graag concreter wil zien: (…)
* Nog even goed nagelezen hoe je het in de geactualiseerde versie hebt verwoord en wil het graag heel scherp hebben: voor ons is essentieel dat de afwijkingen van standaard (addon/interface/template etc) zodanig zijn geconfigureerd dat zowel updates standaard doorgang kunnen vinden zonder complicatie als wisselwerkingen zodanig zijn geconfigureerd/gedocumenteerd dat er geen afhankelijkheid bestaat tov een individuele SAP-partner. Tijdens de gesprekken en de site visit heb je ons op dat punt gerust gesteld dat - mits gedaan volgens de SAP-standaarden - dit ook kan worden gegarandeerd. In het contract wil ik dat ook graag terugzien: dus niet alleen de waarborgen die worden genomen (inspanning) om dit te bewerkstelligen, maar ook de garantie dat het zo is gebeurd/werkt (resultaat). (…)
2.7.
Partijen hebben op of omstreeks 25 maart 2015 een overeenkomst gesloten op grond waarvan SW Solutions een softwarepakket - te weten: "SAP Business One" - levert en implementeert bij De Vries Trappen.
2.8.
In de door De Vries Trappen ondertekende offerte van 25 maart 2015 is onder meer vermeld:
(…) 1. INTEGRATIE COMPASS (…)
Op basis van dit gesprek zijn wij ervan overtuigd dat via goede samenwerking met Compass de integratie geen probleem zal zijn en in onderlinge afstemming tot het gewenste resultaat zal leiden.
(…)
Op deze aanbieding/overeenkomst zijn of kunnen van toepassing zijn de navolgende modules van de ICT Office Voorwaarden:
(…)
Bij ondertekening stemt licentienemer in met de leveringsvoorwaarden van de ICT Office, de condities die zijn beschreven in deze overeenkomst en de SAP Business One Software Gebruiksvoorwaarden. Een exemplaar van de voorwaarden is bijgevoegd en maakt onderdeel uit van deze overeenkomst.
2.9.
De overeengekomen GO-Live datum was 27 augustus 2015.
2.10.
Bij brief van 2 september 2016 heeft de voormalige gemachtigde van De Vries Trappen onder meer het volgende aan de voormalige gemachtigde van SW Solutions medegedeeld:
(…) Van de heer [C] van cliënte vernam ik dat partijen overleg hebben gehad en zij zich beiden kunnen vinden in bijgaande lijst met openstaande punten en acties.
Uw cliënte heeft daarbij aangegeven dat de einddatum voor het verrichten van de acties c.q. oplossen van gebreken uiterlijk vrijdag 30 september 2016 is.
Teneinde hieromtrent geen misverstand te laten bestaan bevestig ik hierbij dat, in aansluiting op de brief van 29 juli 2016 van mr. Bos, de datum van 30 september 2016 als fatale termijn geldt, zodat bij gebreke van een tijdige oplevering voor ingebruikname c.q. implementatie, uw cliënte in verzuim zal zijn.
Namens cliënte spreek ik echter de hoop uit dat een en ander tijdig afgerond zal worden, maar behoud mij volledigheidshalve wel uitdrukkelijk alle rechten en weren voor. (…)
Bij genoemde brief is de in die brief vermelde lijst met openstaande punten en acties - die is opgesteld naar aanleiding van een bespreking tussen partijen op 29 augustus 2016 - gevoegd.
2.11.
Bij e-mailbericht van 30 september 2016 heeft de voormalige gemachtigde van
SW Solutions het volgende aan de voormalige gemachtigde van De Vries Trappen medegedeeld:
(…) Met referte aan uw brief van 2 september jl. kan ik u inmiddels berichten dat vandaag de laatste opleverpunten zijn/worden opgeleverd.
Heden, 30 september 2016, heeft dan ook te gelden als officiële oplevering conform de tussen partijen geldende ICT Office Voorwaarden. (…)
2.12.
Bij e-mailbericht van 3 oktober 2016 heeft De Vries Trappen onder meer het volgende aan SW Solutions medegedeeld naar aanleiding van de hiervoor bedoelde e-mail van 30 september 2016:
(…) Onderstaande e-mail bevreemdt mij een beetje. Vrijdagavond om 20.43 uur krijg ik nog e-mails van [D] en vrijdagmiddag hebben jullie nog zaken aangepast.
Wij gaan in de komende dagen verder met het testen van het systeem om de laatste aanpassingen te testen. Dus wij wijzen op voorhand de oplevering af.
Wij zullen jullie op de hoogte houden van de uitkomsten van het testen.(…)
2.13.
In opdracht van De Vries Trappen heeft Domani Business Solutions B.V. - die net als SW Solutions een SAP B1 partner is - in oktober 2016 een zogenaamde "Business Blueprint" inventarisatie uitgevoerd. De blueprint is een basisimplementatiedocument voor SAP B1. De blueprint wordt gebruikt om belangrijke informatie voor de initialisatie en installatie van het SAP Business One-systeem te definiëren en te documenteren. In het document beschrijft Domani Business Solutions B.V. alle processen van De Vries Trappen en de functionele oplossing in SAP B1. Hierbij geeft Domani Business Solutions B.V. ook aan per proces of dit standaard SAP, een Add-on of maatwerk is. Uit het rapport van Domani Solutions B.V. volgt dat zij verwacht 132 dagen nodig te hebben voor een (her)implementatie van SAP B1. Zij komt voorts tot de volgende conclusie:
(…) Op basis van de huidige inrichting, de gewenste detail-inrichting voor DVT BV en de verdere issue's welke tijdens de gesprekken van de blueprint kenbaar werden gemaakt, kan enkel worden geadviseerd om voor de gewenste inrichting zoals beschreven in dit document te realiseren vanuit een geheel nieuwe installatie. De inmiddels (gedeeltelijk) gerealiseerde inrichting sluit niet aan bij de gewenste inrichting en/of de ingezette oplossing is niet herbruikbaar in verband met de gekozen oplossingsrichting en/of gebruikte techniek. Bij het hergebruiken van de huidige oplossing spelen daarmee te veel onbekende factoren mee, welke invloed gaan hebben op corrigerende werkzaamheden. Hierdoor kennen de corrigerende werkzaamheden geen duidelijke omvang, waardoor het risico te groot is om via deze werkwijze tot een uiteindelijke stabiele situatie te komen, inclusief de gewenste inrichting voor DVT BV.
Daarnaast wijken de aangegeven processen van DVT BV zeer sterk af van de standaard mogelijkheden binnen SAP Business One. Hierdoor ontstaat er ten behoeve van de inrichting een groot zwaartepunt op maatwerk ten opzichte van standaard SAP Business One, welke het aantal ingeschatte dagen voor de werkzaamheden aanzienlijk verhoogd. Tevens wordt hiermee het risico voor DVT BV bij toekomstige upgrades sterk verhoogd ten aanzien van dan uit te voeren werkzaamheden.
(…)
De slot conclusie is:
- De blueprint is realiseerbaar binnen SAP Business One
- Er is relatief (te) veel maatwerk nodig voor de realisatie van de benodigde processen
- DVT BV loopt uiteindelijk bij de realisatie het risico haar werkwijze in detail op enkele punten aan te moeten passen op de mogelijkheden van SAP Business One, inclusief maatwerk
- De totale kosten voor de realisatie per user zijn hoog
- Toekomstige upgrade-kosten zijn hoog. (…)
2.14.
De Vries Trappen heeft Mannen van Waarde te Joure, gespecialiseerd in proces- en ERP optimalisatie bij productie-logistieke MKB-bedrijven, opdracht gegeven een oordeel te geven over het implementatietraject van SAP Business One (SAP B1) uitgevoerd door SW Solutions. De conclusie van Mannen van Waarde in haar rapport van 10 november 2016 luidt als volgt:
(…) Conclusie Mannen van Waarde
Om tot een oordeel te komen over de kwaliteit van het implementatietraject van SAP Business One uitgevoerd door SW Solutions, zijn diverse documenten aangeleverd door en gesprekken gevoerd met betrokkenen van De Vries Trappen. Mannen van Waarde komt tot de conclusie dat de implementatie en de functionaliteit van het pakket afwijkt van hetgeen vooraf is voorgesteld door SW Solutions.
De Vries Trappen is in het selectietraject op zoek gegaan naar een standaard "mid-range" ERP-systeem en is uitgekomen op SAP B1. Op verzoek van De Vries Trappen is projectmanagement en kwaliteitsbewaking aan de begroting toegevoegd en is er verzocht extra tijd op te nemen voor Business Consultancy om kritisch het proces te beoordelen en de implementatie te begeleiden. SW Solutions heeft dit als zodanig ook geformuleerd in de offerte (25-03-2015). In de offerte wordt expliciet benadrukt dat een sterk projectmanagement bepalend is voor succes van het project. Er zal actief projectmanagement en kwaliteitsbewaking worden uitgevoerd om de voortgang, kwaliteit en het budget te bewaken. In het budget is ook 64 uur projectmanagement (15%) opgenomen.
Voor de software wordt in de offerte een aanbieding gedaan voor SAP Business One HANA (incl. branchetemplate Productie en Hout) in combinatie met SAP Mobiel Field Service. In de offerte wordt niet gesproken over maatwerkoplossingen in SAP B1 voor De Vries Trappen.
Mannen van Waarde concludeert op basis van de aangeleverde stukken dat SW Solutions op
2 essentiële punten niet conform de aanbieding heeft gepresteerd:
1.
Projectmanagement
2.
Standaard SAP B1 functionaliteit (…)
2.15.
Bij factuur van 1 december 2016 heeft SW Solutions een bedrag van € 14.248,96 bij De Vries Trappen in rekening gebracht voor de maintenance op de gecontracteerde licenties voor het jaar 2017. Deze factuur is tot op heden onbetaald gelaten.
2.16.
Bij (confraternele) brief van 16 december 2016 heeft de gemachtigde van De Vries Trappen de onderhavige overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden en aanspraak gemaakt op schadevergoeding.
2.17.
Bij factuur van 30 december 2016 heeft SW Solutions een bedrag van € 6.836,50 bij De Vries Trappen in rekening gebracht voor de laatste termijn ter zake van het onderhavige softwarepakket. Deze factuur is tot op heden onbetaald gelaten.
2.18.
Bij confraternele brief van 13 februari 2017 heeft de gemachtigde van De Vries Trappen de Module Algemeen ICT Office Voorwaarden vernietigd op grond van artikel 6:233 sub b BW met uitzondering van artikel 16.
2.19.
De Vries Trappen heeft ter zake van de onderhavige overeenkomst bedragen van
€ 130.317,24 en € 30.707,95 aan SW Solutions betaald.

3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg

3.1.
SW Solutions heeft in eerste aanleg in conventie – samengevat – gevorderd betaling van € 22.493,11 te vermeerderen met rente en (na)kosten. Het bedrag omvat de factuur van 1 december 2016 van € 14.248,96 (voor onderhoud), de factuur van 30 december 2016 van € 6.836,50 (de laatste termijn voor de ontwikkeling en implementatie van het softwaresysteem), de over die bedragen tot en met 12 april 2017 berekende wettelijke rente van € 421,80 en € 985,85 aan vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten.
3.2.
De Vries Trappen heeft in eerste aanleg in reconventie – samengevat – gevorderd:
(1) te verklaren voor recht dat de tussen partijen gesloten overeenkomst van 25 maart 2015 buitengerechtelijk is ontbonden en - daaruit voortvloeiend - (2) terugbetaling van € 130.317,24 en € 30.707,95, (3) vergoeding van kosten ter vaststelling van de oorzaak en omvang van de schade van € 11.729,99 (deskundigenkosten Domani Business Solutions van € 7.736,98 en deskundigenkosten De Mannen van Waarde van € 3.993,01), (4) vergoeding van door De Vries Trappen zelf gemaakte kosten ter vaststelling van de oorzaak en omvang van de schade van € 56.290,-, (5) betaling van € 1.861,59 aan vergoeding van kosten voor ICT-mediation, en (6) € 6.002,57 dan wel € 3.910,05 aan vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, de vorderingen onder 2, 3, 4 te vermeerderen met rente en alles vermeerderd met (na)kosten.
3.3.
Aan de (buitengerechtelijke) ontbinding heeft De Vries Trappen in eerste aanleg ten grondslag gelegd dat SW Solutions toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de op of omstreeks 25 maart 2015 gesloten overeenkomst (hierna: de overeenkomst) omdat (1) SW Solutions tekort is geschoten in het projectmanagement, (2) op de overeengekomen datum van 27 augustus 2015 geen implementatie en GO-Live door SW Solutions heeft plaatsgevonden, (3) zich veel technische problemen voordeden en er veel knelpunten waren. In het tussenvonnis van 8 februari 2018 heeft de kantonrechter geoordeeld dat deze door De Vries Trappen gestelde tekortkomingen geen grond voor ontbinding zijn. Over het projectmanagement en de implementatie en GO-Live op 27 augustus 2015 heeft de kantonrechter geoordeeld dat geen sprake is van verzuim. Ten aanzien van de technische problemen en knelpunten heeft de kantonrechter geoordeeld dat deze in het licht van het door SW Solutions gevoerde verweer onvoldoende zijn onderbouwd en bovendien geen sprake is van verzuim. Aan de (buitengerechtelijke) ontbinding heeft De Vries Trappen in eerste aanleg verder ten grondslag gelegd dat sprake is van veel maatwerk door SW Solutions, terwijl overeengekomen is dat standaardapplicaties zouden worden gebruikt om zodoende niet een afhankelijke relatie te hebben met de leverancier en updates eenvoudig zijn. Ten aanzien hiervan heeft de kantonrechter in het vonnis van 6 februari 2018 een comparitie van partijen gelast.
3.4.
In het vonnis van 31 juli 2018 heeft de kantonrechter geconstateerd dat in de overeenkomst geen specifieke passage is opgenomen op het punt van de dealer-afhankelijkheid. Vervolgens heeft de kantonrechter de overeenkomst van partijen zo uitgelegd dat SW Solutions een standaardpakket zou leveren waarmee De Vries Trappen niet afhankelijk is van een individuele SAP-dealer en dus relatief gemakkelijk over kon stappen naar een andere SAP-dealer. Volgens de kantonrechter heeft SW Solutions echter een systeem ontwikkeld en geleverd waarbij wel een grote afhankelijkheid van De Vries Trappen van SW Solutions bestaat. Daarmee is SW Solutions tekort geschoten in de nakoming van de overeenkomst tussen partijen. De kantonrechter heeft verder overwogen dat sprake is van verzuim omdat behoorlijke nakoming blijvend onmogelijk is geworden. Zij heeft het beroep van SW Solutions op schending van de klachtplicht verworpen en is tot de slotsom gekomen dat De Vries Trappen de overeenkomst op juiste gronden buitengerechtelijk heeft ontbonden. De kantonrechter heeft de vorderingen van SW Solutions in conventie afgewezen. In reconventie heeft de kantonrechter verworpen het door SW Solutions gevoerde verweer dat zij de door haar van De Vries Trappen ontvangen betalingen voor de door haar geleverde prestaties niet hoeft terug te betalen op grond van het bepaalde in artikel 11.2 van de toepasselijke ICT-Office voorwaarden (vlg. rov 2.8. van het vonnis van 31 juli 2018). De kantonrechter heeft geoordeeld dat SW Solutions ten aanzien van het gehele systeem in verzuim is. Daarom komt SW Solutions geen beroep toe op dit artikel, terwijl de aard van de prestatie niet uitsluit dat zij ongedaan gemaakt wordt. Dit heeft geleid tot toewijzing van de vorderingen onder 1 en 2. De kantonrechter heeft de overige vorderingen in reconventie afgewezen omdat zij afstuiten op artikel 12.1 van de toepasselijke ICT-Office voorwaarden waarin aansprakelijkheid van SW Solutions voor indirecte schade is uitgesloten.

4.De vorderingen in hoger beroep

4.1.
SW Solutions vordert in principaal hoger beroep, samengevat, dat het hof het vonnis van 31 juli 2018 vernietigt en de vordering van SW Solutions in conventie toewijst en de vordering van De Vries Trappen in reconventie afwijst, met veroordeling van De Vries Trappen in de kosten van beide instanties.
SW Solutions heeft in het principaal beroep zes grieven gericht tegen het vonnis van de kantonrechter van 31 juli 2018. Grief 1 keert zich tegen de door de kantonrechter gegeven uitleg van de inhoud van de overeenkomst en grief 2 keert zich tegen het oordeel van de kantonrechter dat SW Solutions tekort is geschoten. In grief 3 voert SW Solutions aan dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat sprake is van verzuim omdat nakoming blijvend onmogelijk is. Grief 4 richt zich tegen het oordeel van de kantonrechter dat De Vries Trappen de overeenkomst op juiste gronden buitengerechtelijk heeft ontbonden waarbij de kantonrechter het beroep van SW Solutions op artikel 11.2 van de ICT-Office voorwaarden heeft verworpen. In grief 5 voert SW Solutions aan dat de kantonrechter ten onrechte haar beroep op schendig van de klachtplicht (artikel 7:23 BW dan wel artikel 6:89 BW) heeft verworpen. Grief 6 richt zich tegen de proceskostenveroordeling.
4.2.
In incidenteel hoger beroep vordert De Vries Trappen, samengevat, dat het hof de vonnissen van 6 februari 2018 en 31 juli 2018 op de beroepen onderdelen vernietigt, en, onder bekrachtiging van de vonnissen in eerste aanleg op de overige punten (ook) haar vordering in eerste aanleg in reconventie onder 3 t/m 6 toewijst, met veroordeling van SW Solutions in de kosten.
De Vries Trappen heeft in het incidenteel hoger beroep twee grieven aangedragen tegen het vonnis van 6 februari 2018 en een grief tegen het vonnis van 31 juli 2018. Grief 1 richt zich tegen het oordeel van de kantonrechter dat het beroep van De Vries Trappen op de vernietigingsgronden als bedoeld in de artikelen 6:233 en 6:234 BW afstuit op het bepaalde in artikel 6:235 lid 1 onder a en b BW. In grief 2 voert De Vries Trappen aan dat de kantonrechter ten onrechte heeft overwogen dat SW Solutions niet in verzuim is ten aanzien van de openstaande punten op de bij de brief van 2 september 2016 gevoegde lijst. De Vries Trappen voert in grief 2 verder aan dat de kantonrechter ten onrechte heeft overwogen dat zij heeft nagelaten om aan te geven welke punten op die lijst volgens haar niet zijn opgelost. Grief 3 richt zich tegen de afwijzing in het vonnis van 31 juli 2018 van de vergoeding van de kosten van de deskundigenberichten van Domani Business Solutions en van De Mannen van Waarde, de afwijzing van de vergoeding van haar eigen kosten en van buitengerechtelijke incassokosten en kosten van ICT-mediation.

5.De motivering van de beslissing in hoger beroep

5.1.
Grieven 1 en 2 in het principaal hoger beroep richten zich tegen de door de kantonrechter gegeven uitleg van de inhoud van de overeenkomst dat SW Solutions een standaardpakket levert waarmee De Vries Trappen niet afhankelijk is van een individuele SAP-dealer en dus relatief gemakkelijk over kan stappen naar een andere SAP-dealer en het oordeel van de kantonrechter dat SW Solutions op dat punt is tekortgeschoten.
Uitleg overeenkomst
5.2.
De kantonrechter heeft de inhoud van de overeenkomst aan de hand van de Haviltex-maatstaf uitgelegd (vgl. rov 2.4.1. van het vonnis van 31 juli 2018). Het hof stelt voorop dat de kantonrechter van de juiste maatstaf is uitgegaan. Het hof verenigt zich met de door de kantonrechter gegeven uitleg dat tussen partijen is overeengekomen dat SW Solutions voor De Vries Trappen een softwaresysteem ontwikkelt en implementeert waarmee De Vries Trappen niet (te veel) afhankelijk is van een individuele SAP-dealer en dus relatief gemakkelijk over kan stappen naar een andere SAP-dealer. Tussen partijen is niet in geschil dat het om een zogenaamd ERP-systeem (enterprise resource planning) gaat ter ondersteuning van de processen binnen de onderneming. Bij de uitleg acht het hof net als de kantonrechter van belang dat SW Solutions voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst wist dat De Vries Trappen niet afhankelijk wilde zijn van een individuele SAP-dealer. Dit blijkt uit de mails die De Vries Trappen op 3 en 20 maart 2015 naar SW Solutions heeft gestuurd. In de mail van 3 maart 2015 heeft De Vries Trappen aan SW Solutions laten weten dat zij haar afhankelijkheid wil reduceren. In de mail van 20 maart 2015 heeft De Vries Trappen aan SW Solutions laten weten dat voor haar essentieel is dat afwijkingen van de standaard zodanig zijn geconfigureerd dat updates standaard doorgang kunnen vinden zonder complicatie en dat wisselwerkingen zodanig moeten zijn geconfigureerd/gedocumenteerd dat er geen afhankelijkheid ontstaat ten opzichte van een individuele SAP-dealer. Het hof sluit zich aan bij het oordeel van de kantonrechter (rov 2.4.3. van het vonnis van 31 juli 2018) dat uit de e-mailwisseling volgt dat enige afwijkingen van de standaard op zichzelf geen probleem waren voor De Vries Trappen, maar dat De Vries Trappen geen (grote) dealer-afhankelijkheid wenste ten opzichte van een individuele SAP-dealer (als SW Solutions).
5.3.
De omstandigheid dat tussen partijen is overeengekomen dat SW Solutions voor De Vries Trappen een softwaresysteem ontwikkelt en implementeert waarmee De Vries Trappen niet (te veel) afhankelijk is van een individuele SAP-dealer en dus relatief gemakkelijk over kan stappen naar een andere SAP-dealer (zoals hiervoor is overwogen) brengt nog niet mee dat SW Solutions dus alleen een standaardpakket (SAP B1 software) levert. SW Solutions heeft in de aanloop naar het sluiten van de overeenkomst weliswaar in enthousiasmerende bewoordingen gesproken over haar standaardprojectaanpak, vaststaat dat partijen ook maatwerk zijn overeengekomen. In de door De Vries Trappen ondertekende offerte van 25 maart 2015 is (op bladzijde 6) opgenomen dat SW Solutions een standaardpakket levert met een koppeling naar Compass. Compass is de voor De Vries Trappen op maat gemaakte technische tekensoftware, waarmee zij al werkte. Tussen partijen is niet in geschil dat de door SW Solutions te maken koppeling naar Compass maatwerk betreft. Verder is in de door De Vries Trappen ondertekende offerte van 25 maart 2015 vermeld (op bladzijde 7) dat voor de schermaanpassing standaard gebruik wordt gemaakt van Coresuite Framework. Tussen partijen is niet in geschil dat ook dit maatwerk betreft. Van meet af aan was er dus al geen sprake van dat SW Solutions aan De Vries Trappen alleen standaard SAP B1 software levert. SW Solutions heeft (in eerste aanleg) verder in het geding gebracht een door haar op 19 mei 2016 van De Vries Trappen ontvangen akkoord op het doorvoeren van een aanpassing op afgerond maatwerk, wat ook is betaald (productie 11 bij conclusie van repliek in reconventie en van antwoord in reconventie) en een e-mailwisseling tussen partijen van februari/maart 2016 (productie 12 bij die conclusie) waarin afspraken worden gemaakt voor extra meerwerk voor een zogenaamd "servicecall object" om dit beter te laten aansluiten op de wensen van De Vries Trappen.
5.4.
Uit de inhoud van de mail van 3 maart 2015 (waarin De Vries Trappen aan SW Solutions heeft laten weten dat zij haar afhankelijkheid wil reduceren), de inhoud van de mail van 20 maart 2015 (waarin De Vries Trappen aan SW Solutions heeft laten weten dat voor haar essentieel is dat er geen afhankelijkheid bestaat ten opzichte van een individuele SAP-dealer), de omstandigheid dat in de vervolgens door De Vries Trappen ondertekende offerte maatwerk is opgenomen en het nadien overeengekomen maatwerk als in de vorige rechtsoverweging is vermeld - dit alles in onderling verband bezien – leidt het hof af dat niet zozeer de mate van te verrichten maatwerk, maar de dealer-onafhankelijkheid voor De Vries Trappen van belang was, althans mocht SW Solutions dit naar het oordeel van het hof redelijkerwijs zo begrijpen.
5.5.
Het hof verwerpt gelet op het voorgaande het standpunt van De Vries Trappen dat SW Solutions in de nakoming te kort is geschoten omdat zij maatwerk heeft toegepast terwijl standaard SAP B1 software is overeengekomen. SW Solutions stelt dat dit maatwerk nodig was omdat De Vries Trappen geen genoegen nam met de standaardopties uit het SAP-systeem, maar gebruiksopties uit haar eigen Compass-systeem in de door SW Solutions voor haar te ontwikkelen en implementeren software terug wilde zien. De Vries Trappen betwist niet dat zij die wensen uitte, maar stelt dat SW Solutions haar ervoor had moeten waarschuwen dat dit maatwerk was waardoor zij afhankelijk zou worden van SW Solutions (als SAP-dealer) en dat ook upgrades daardoor duurder zouden zijn. Zoals hiervoor is overwogen, is het hof het wat betreft de dealer-onafhankelijkheid met De Vries Trappen eens, dat tussen partijen is overeengekomen dat SW Solutions voor De Vries Trappen een softwaresysteem ontwikkelt en implementeert waarmee De Vries Trappen niet (te veel) afhankelijk is van een individuele SAP-dealer en dus relatief gemakkelijk over kan stappen naar een andere SAP-dealer. Van belang is dan wat onder dealeronafhankelijkheid moet worden verstaan.
5.6.
Van dealer-afhankelijkheid is naar normaal spraakgebruik sprake wanneer het door SW Solutions voor De Vries Trappen ontwikkelde en geïmplementeerde softwaresysteem een systeemtechnische beperking bevat die De Vries Trappen belet om tegen normale condities naar een andere SAP-dealer over te gaan voor het in werking houden van het door SW Solutions geleverde softwaresysteem. Nu de overeenkomst voor de uitleg van het begrip "dealer-(on)afhankelijkheid" geen handvatten biedt en uit de stellingen van partijen niet blijkt dat zij daarover hebben gecommuniceerd, gaat het hof uit van die betekenis.
5.7.
Maatwerk op zichzelf leidt niet zonder meer tot dealer-afhankelijkheid in de hiervoor bedoelde zin. Van afhankelijkheid is immers geen sprake wanneer een andere SAP-dealer het door SW Solutions ontwikkelde en geïmplementeerde maatwerk tegen normale condities in werking kan houden. Of het nu zo is dat De Vries Trappen na ondertekening van de overeenkomst nieuwe wensen uitte die noopten tot maatwerk (zoals SW Solutions stelt en De Vries Trappen betwist) of dat die wensen SW Solutions ten tijde van de ondertekening bekend hadden moeten zijn vanwege het door SW Solutions op kosten van De Vries Trappen verrichte vooronderzoek (zoals De Vries Trappen stelt en SW Solutions betwist), kan daarbij verder buiten beschouwing blijven.
Tekortkoming dealerafhankelijkheid?
5.8.
Ter beantwoording ligt vervolgens de vraag voor of SW Solutions tekort is geschoten in de op haar rustende verplichting om De Vries Trappen een zodanig softwaresysteem te leveren dat zij niet afhankelijk is van een individuele SAP-leverancier.
5.9.
Bij deze beoordeling stelt het hof voorop dat het op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv op de weg van De Vries Trappen ligt om feiten en/of omstandigheden te stellen waar die afhankelijkheid uit blijkt. De Vries Trappen beroept zich immers zowel in conventie als in reconventie op de rechtsgevolgen van ontbinding en SW Solutions heeft gemotiveerd betwist dat het door haar voor De Vries Trappen ontwikkelde en geïmplementeerde softwaresysteem een systeemtechnische beperking kent waardoor De Vries Trappen niet naar een andere SAP-dealer over kan stappen voor het (tegen normale condities) in werking houden van dat systeem.
5.10.
De kantonrechter heeft afhankelijkheid van De Vries Trappen ten opzichte van SW Solutions aangenomen (en daarmee een tekortkoming), waarvoor de kantonrechter doorslaggevend heeft geoordeeld dat SW Solutions na levering van het softwaresysteem rechthebbende op de broncodes is gebleven en SW Solutions de broncodes alleen tegen betaling van een aanzienlijk bedrag aan De Vries Trappen wil overdragen (vlg. rov 2.5.1. van het vonnis van 31 juli 2018). In haar grief tegen dit oordeel voert SW Solutions aan dat De Vries Trappen nooit om afgifte van de broncodes heeft verzocht, dat dit tussen partijen geen onderwerp van debat is geweest tot de kantonrechter dit op de zitting ter sprake bracht en dat zij weldegelijk bereid is om de broncodes af te geven, zelfs kosteloos. De Vries Trappen betwist wel dat SW Solutions daartoe daadwerkelijk bereid zou zijn, maar heeft die stelling niet onderbouwd. Mogelijk dat SW Solutions die bereidheid niet (ongevraagd) voorafgaand aan deze procedure heeft getoond, maar De Vries Trappen heeft niet weersproken dat de broncodes pas tijdens de comparitie in eerste aanleg ter sprake zijn gekomen. De Vries Trappen heeft verder ook geen feiten gesteld waaruit blijkt dat de door SW Solutions op de comparitie in eerste aanleg genoemde koopsom van € 10.000,- voor de broncodes maakt dat zij van SW Solutions afhankelijk is voor het in werking houden van het haar geleverde softwaresysteem. Het lag naar het oordeel van het hof wel op de weg van De Vries Trappen om dat toe te lichten nu een koopsom van € 10.000,- voor broncodes niet buitenproportioneel voorkomt waar De Vries Trappen voor de ontwikkeling en implementatie van de software meer dan € 160.000,- heeft betaald.
5.11.
De Vries Trappen heeft geen feiten en/of omstandigheden aangevoerd waaruit blijkt dat De Vries Trappen op een andere wijze voor het in werking houden van het door SW Solutions aangebrachte systeem van SW Solutions als SAP-dealer afhankelijk is. Voor zover De Vries Trappen heeft verwezen naar de rapporten van Domani Business Solutions en De Mannen van Waarde, geldt het volgende.
5.12.
Het hof stelt vast dat Domani Business Solutions en, onder verwijzing naar de bevindingen van Domani Business Solutions, ook De Mannen van Waarde tot de conclusie komen dat SW Solutions is afgeweken van de standaard mogelijkheden binnen SAP Business One. Tijdens de comparitie is De Vries Trappen gevraagd welk maatwerk haar afhankelijk maakt van SW Solutions en waar dit in de rapporten van Domani Business Solutions en/of De Mannen van Waarde uit blijkt. De Vries Trappen heeft toen gewezen op de in het rapport van Domani Business Solutions op bladzijde 28 opgenomen tabel. De Vries Trappen stelt dat de in die tabel opgenomen maatwerkaanpassingen maken dat zij afhankelijk is van SW Solutions. De Vries Trappen heeft verder gewezen op de in het rapport van Domani Business Solutions opgenomen conclusie dat door het maatwerk het risico voor De Vries Trappen bij toekomstige upgrades sterk wordt verhoogd ten aanzien van dan uit te voeren werkzaamheden waardoor toekomstige upgrade-kosten hoog zijn.
5.13.
SW Solution heeft als verweer aangevoerd dat alles wat in het rapport van Domani Business Solutions maatwerkaanpassing is genoemd, door een andere SAP-dealer kan worden overgenomen omdat het binnen SAP is gerealiseerd. SW Solutions stelt dat zij bij de ontwikkeling van het maatwerk standaardtools van SAP heeft gebruikt en dat De Vries Trappen dan ook systeemtechnisch niet afhankelijk is van haar als SAP-dealer. De Vries Trappen betwist niet, althans niet gemotiveerd, dat SW Solutions maatwerk binnen de bandbreedte van SAP heeft ontwikkeld, derhalve binnen het systeem waarmee ook andere SAP-dealers werken. Dit wordt ook bevestigd door drie SAP-leveranciers, waarvan SW Solutions bij memorie van grieven (als producties 2, 3 en 4) verklaringen in het geding heeft gebracht, waaronder Domani Business Solutions.
5.14.
Het hof stelt vast dat deze SAP-dealers in antwoord op de vragen van SW Solutions verklaren dat, wanneer zij beschikken over de broncodes, zij het softwaresysteem kunnen overnemen dat SW Solutions voor De Vries Trappen heeft ontwikkeld. Uit de verklaringen van deze SAP-dealers komt naar voren dat er geen systeemtechnische beperking is om naar een andere SAP-dealer over te gaan voor het in werking houden van het systeem. Hieruit volgt dat de omstandigheid dat Domani Business Solutions voor het door De Vries Trappen gewenste maatwerk een andere programmeeroplossing zou gebruiken (te weten B1i Framework) dan SW Solutions heeft gedaan (via het pakket Coresuite), niets zegt over de mate van dealer-afhankelijkheid van De Vries Trappen ten opzichte van SW Solutions.
5.15.
De Vries Trappen stelt dat uit niets blijkt tegen welke kosten deze (of andere) SAP-dealers het door SW Solutions geleverde softwaresysteem kunnen overnemen en onderhouden. Met deze stelling miskent De Vries Trappen dat het, gelet op de hoofdregel van artikel 150 Rv, aan haar is om te stellen en (feitelijk en/of met stukken) te onderbouwen dat deze overname- en onderhoudskosten zodanig hoog zijn dat dit haar afhankelijk maakt van SW Solutions. De enkele omstandigheid dat een opvolgend SAP-dealer kosten in rekening brengt voor het (in)lezen in de programmatuur van SW Solutions is inherent aan een overstap naar een andere dienstverlener en brengt (nog) niet met zich dat De Vries Trappen van SW Solutions dealer-afhankelijk is.
5.16.
Uit het rapport van Domani Business Solutions volgt ook niet dat De Vries Trappen van SW Solutions afhankelijk is vanwege de kosten die andere SAP-dealers De Vries Trappen in rekening gaan brengen voor updates van het maatwerk van SW Solutions. Domani Business Solutions omschrijft in haar rapport (slechts) hoe een softwaresysteem voor De Vries Trappen er volgens haar uit moet zien. Domani Business Solutions is een concurrent van SW Solutions en kiest voor een andere SAP-tool dan waarvoor SW Solutions heeft gekozen. SW Solutions wijst er op dat tussen SAP-dealers nu eenmaal verschillend wordt gedacht over de voor- en nadelen van de verschillende tools. SW Solutions vraagt zich op haar beurt af of wat Domani Business Solutions aanbeveelt voor De Vries Trappen wel toereikend is. Domani Business Solutions heeft in haar rapport alleen opgenomen dat zij vindt dat toekomstige upgrade-kosten van het systeem dat zij De Vries Trappen aanbeveelt, hoog zijn. De Vries Trappen laat geheel in het midden wat de kosten van het upgraden van het maatwerk van SW Solutions zijn en hoe die in verhouding staan tot het upgraden in het algemeen van maatwerk (binnen de SAP-tools) van een ander.
5.17.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat De Vries Trappen haar stelling dat SW Solutions tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichting om De Vries Trappen niet dealer-afhankelijk te maken, althans heeft nagelaten haar daarvoor te waarschuwen, onvoldoende heeft onderbouwd. De grieven 1 en 2 slagen dus. Vanwege de devolutieve werking van het hoger beroep en gelet op grief 2 in het incidenteel appel ligt ter beoordeling voor of de overeenkomst rechtsgeldig is ontbonden vanwege andere door De Vries Trappen aangevoerde tekortkomingen van SW Solutions.
Andere tekortkomingen?
5.18.
De tekortkomingen ten aanzien waarvan SW Solutions in gebreke is gesteld zijn terug te vinden in de bij de brief van 2 september 2016 gevoegde lijst met openstaande punten en acties, waarbij SW Solutions tot 30 september 2016 de tijd gegeven is om deze punten en acties uit te voeren. Deze lijst met openstaande punten en acties heeft De Vries Trappen als productie in het geding gebracht. In hoger beroep heeft De Vries Trappen volstaan met het plaatsen van een handgeschreven “X” achter een groot aantal op die lijst opgenomen punten en acties en te stellen dat deze punten en acties niet zijn opgelost. De Vries Trappen heeft daarmee haar stelling dat SW Solutions op die onderdelen tekort is geschoten onvoldoende onderbouwd. SW Solutions heeft namelijk zowel in eerste aanleg als in hoger beroep aangevoerd dat zij de openstaande punten heeft verholpen en de acties heeft uitgevoerd. SW Solutions verwijst naar haar mail van 30 september 2016 (16:32 uur) waarin zij aan De Vries Trappen laat weten dat die dag de laatste opleverpunten zijn/worden opgeleverd (productie 8 bij dagvaarding in eerste aanleg). SW Solutions verwijst verder naar haar mail van 30 september 2016 (20:43 uur) waarin zij twee vragen over de voorraden heeft beantwoord (productie 9 bij conclusie van antwoord). SW Solutions heeft aldus de stelling van De Vries Trappen dat de tekortkoming volgt uit de bij de brief van 2 september 2016 gevoegde lijst met openstaande punten en acties (handmatig) gemarkeerd met een "X", gemotiveerd betwist. Het lag, gelet op die gemotiveerde betwisting, vervolgens op de weg van De Vries Trappen om haar stelling nader te onderbouwen. De Vries Trappen heeft dat nagelaten. De Vries Trappen heeft op 3 oktober 2016 wel via de mail aan SW Solutions laten weten dat zij het systeem met de laatste aanpassingen zal gaan testen (productie 10 bij conclusie van antwoord), maar De Vries Trappen laat in het midden of zij inderdaad tot het testen van het computersysteem zoals dat op 30 september 2016 bestond, is overgegaan en zo ja, wat de testresultaten waren. De Vries Trappen heeft daarmee niet aan haar stelplicht voldaan. Aan bewijslevering (enquêtes en/of deskundigenbericht) wordt daarom niet toegekomen.
Grief 2 in incidenteel hoger beroep faalt dus.
Projectmanagement en implementatie GO-Live
5.19.
Gelet op de devolutieve werking van appel dient het hof verder nog te beslissen op de stellingen van De Vries Trappen dat SW Solutions is tekortgeschoten in het projectmanagement en dat op de overeengekomen datum van 27 augustus 2015 geen implementatie en GO-Live door SW Solutions heeft plaatsgevonden. De kantonrechter heeft terecht geoordeeld dat beide beweerde (want: door SW Solutions betwiste) tekortkomingen niet tot een rechtsgeldige (buitengerechtelijke) ontbinding leiden.
Ten aanzien van het projectmanagement geldt dat van verzuim van SW Solutions geen sprake is omdat zij niet in gebreke is gesteld. Ten aanzien van de opleveringsdatum geldt dat de contractuele oplevingsdatum in onderling overleg steeds is opgeschoven, dat bij brief van 2 september 2016 een ingebrekestelling is gevolgd waarbij de opleveringsdatum op 30 september 2016 is gesteld, maar dat toen ook is opgeleverd.
Buitengerechtelijke ontbinding
5.20.
Het voorgaande brengt het hof tot de slotsom dat de overeenkomst niet rechtsgeldig buitengerechtelijk is ontbonden. Het bestreden vonnis zal worden vernietigd. De grieven 3, 4 en 5 in principaal appel behoeven daarmee geen verdere bespreking. Ook grief 3 in het incidenteel appel behoeft geen verdere bespreking nu deze grief ziet op nevenvorderingen die gekoppeld zijn aan een tekortkoming van SW Solutions.
5.21.
Nu De Vries Trappen de overeenkomst niet rechtsgeldig heeft ontbonden, wordt de reconventionele vordering tot verklaring voor recht afgewezen. De in conventie gevorderde nakoming van de overeenkomst, te weten de betaling van € 21.085,46, is voor toewijzing vatbaar, omdat daar verder geen verweer tegen is gevoerd.
Vernietiging algemene voorwaarden?
5.22.
De verschuldigdheid van de tevens gevorderde rente (€ 421,80 berekend tot en met 12 april 2017) en vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten (€ 985,85) baseert SW Solutions primair op de op de overeenkomst toepasselijke ICT-Office voorwaarden. Vanwege de devolutieve werking van het hoger beroep en gelet op grief 1 in het incidenteel appel, ligt ter beoordeling voor of De Vries Trappen de ICT-Office voorwaarden bij confraternele brief van 13 februari 2017 rechtsgeldig buitengerechtelijk heeft vernietigd (met uitzondering van de in artikel 16 opgenomen geschillenregeling).
5.23.
De Vries Trappen erkent dat zij meer dan vijftig werknemers in dienst had toen zij de overeenkomst met SW Solutions aanging. Op grond van het bepaalde in artikel 6:235 lid 1 sub b BW komt De Vries Trappen dan ook geen beroep toe op de vernietigingsgronden van de artikelen 6:233 en 6:234 BW. Het hof verwerpt het beroep dat De Vries Trappen doet op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid (artikel 6:248 lid 2 BW). In de omstandigheden die De Vries Trappen daarvoor aanvoert, gaat zij er vanuit dat sprake is van een tekortkoming van SW Solutions. Het hof heeft die tekortkoming echter niet aangenomen. De overige omstandigheden zijn van onvoldoende gewicht om aan te nemen dat van een zodanige uitzonderlijke situatie sprake is dat een beroep op de algemene voorwaarden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
5.24.
Het door SW Solutions gevorderde bedrag van € 22.493,11 ligt dan ook voor toewijzing gereed, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW over € 21.085,46 vanaf 13 april 2017.
Proceskosten
5.25.
Als de in het ongelijk te stellen partij zal het hof De Vries Trappen in de kosten van beide instanties veroordelen: in eerste aanleg zowel in de kosten in conventie als in reconventie en in hoger beroep zowel in de kosten in principaal appel als in incidenteel appel.
5.26.
De kosten voor de procedure in eerste aanleg aan de zijde van SW Solutions zullen in conventie worden vastgesteld op:
- explootkosten € 85,21
- griffierecht
€ 939,-
- totaal verschotten € 1.024,21
- salaris gemachtigde
€ 1.200,-(3 punten x kantontarief € 400,-)
totaal € 2.224,21
5.27.
De kosten voor de procedure in eerste aanleg aan de zijde van SW Solutions zullen in reconventie worden vastgesteld op € 1.200,- (½ x 3 punten x kantontarief € 800,-) voor salaris gemachtigde. De kantonrechter is kennelijk per vergissing uitgegaan van een tarief van € 400,- per punt.
5.28.
De kosten voor de procedure in principaal hoger beroep aan de zijde van SW Solutions zullen worden vastgesteld op:
- explootkosten € 85,79
- griffierecht
€ 5.270,-
totaal verschotten € 5.355,79
- salaris advocaat
€ 2.782,-(2 punten x tarief III)
totaal € 8.137,79
5.29.
De kosten voor de procedure in incidenteel hoger beroep aan de zijde van SW Solutions zullen worden vastgesteld op € 3.161,- (0,5 x 2 punten x tarief V).

6.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
6.1.
vernietigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden van 31 juli 2018, zowel in conventie als in reconventie, en doet opnieuw recht;
6.2.
veroordeelt De Vries Trappen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan SW Solutions te betalen € 22.493,11 vermeerderd met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW over € 21.085,46 vanaf 13 april 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening;
6.3.
wijst de vorderingen van De Vries Trappen af;
6.4.
veroordeelt De Vries Trappen in de kosten van beide instanties, tot aan de bestreden uitspraak aan de zijde van SW Solutions wat betreft de eerste aanleg in conventie vastgesteld op € 1.024,21 voor verschotten en op € 1.200,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief en in reconventie vastgesteld op € 1.200,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief en tot aan deze uitspraak wat betreft het principaal hoger beroep vastgesteld op € 5.355,79 voor verschotten en op € 2.782,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief en voor wat betreft het incidenteel hoger beroep vastgesteld op € 3.161,- voor salaris advocaat;
6.5.
verklaart dit arrest ten aanzien van de daarin vervatte veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
6.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mrs. D.H. de Witte, voorzitter, mr. W.P.M. ter Berg en mr. O.E. Mulder en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 12 mei 2020.