ECLI:NL:GHARL:2020:3669
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van het gezag van ouders
In deze zaak gaat het om de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, [het kind], die op 6 mei 2019 met spoed uit huis is geplaatst. De ouders, moeder [A.] en moeder [B.], hebben in hoger beroep de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland aangevochten, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing werd verlengd tot 27 juni 2020. De mondelinge behandeling vond plaats op 14 april 2020 via een beeldbelverbinding, waarbij de ouders bijgestaan werden door hun advocaat, mr. C. van der Mark, en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling, Stichting Samen Veilig Midden Nederland.
Het hof heeft vastgesteld dat de gronden voor de uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn. De ouders hebben aangegeven dat zij denken [het kind] zelf te kunnen opvoeden met hulp van hun netwerk, maar het hof oordeelt dat zij onvoldoende zelfinzicht en verantwoordelijkheid tonen om een veilige opvoedsituatie te creëren. De ouders hebben ook afspraken met de GI niet nagekomen, wat de zorgen over de opvoedingssituatie van [het kind] vergroot. Het hof concludeert dat de continuïteit en veiligheid van de verzorging van [het kind] niet gewaarborgd zijn zonder de verlenging van de uithuisplaatsing.
Daarom heeft het hof de bestreden beschikking bekrachtigd en de proceskosten in hoger beroep gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt. De beslissing is op 12 mei 2020 uitgesproken in het openbaar.