“Betrokkene is lijdende aan een ziekelijke stoornis, namelijk schizofrenie, eerste episode, momenteel gedeeltelijk in remissie. Voorts is er sprake van een ernstige stoornis in cannabisgebruik, in remissie door detentie. Er is onvoldoende zicht verkregen op ander middelengebruik.
(…)
Het huidige recidiverisico ligt vooral in het feit dat betrokkene weer psychotisch kan worden. In een vrijere situatie en in de aanloop naar een psychotische episode is hij geneigd om cannabis te gaan gebruiken, hetgeen het beloop negatief beïnvloedt doordat cannabisgebruik achterdocht versterkt, de werking van medicatie vermindert en de kans op ontwikkeling van een floride psychotisch beeld met gedesintegreerd denken, pathologische angsten, (bevels)hallucinaties en afstomping van het affect groter maakt. In de aanloop van en in een psychose is betrokkene op grond van (onder meer) achterdocht minder tot niet geneigd om hulp te vragen en wilde hij eerder ook geen medicatie gebruiken. De psychotische belevingen van betrokkene waren verweven met het thema dood. Hoewel hij weinig zicht kan bieden op zijn innerlijke wereld, komen er fixaties naar voren aangaande leven en dood, geboortes, bevallingen en doden. Om het recidivegevaar te beperken is een effectieve en gespecialiseerde behandeling van de ernstige psychotische stoornis (schizofrenie) nodig. Deze behandeling bestaat uit het blijven motiveren van betrokkene voor langdurig gebruik van antipsychotische medicatie en het blijven monitoren van de medicatietrouw en het blijven geven van uitgebreide psycho-educatie om hem bij te brengen hoe hij een terugval in floride psychotische episoden zoveel mogelijk kan voorkomen. Daarnaast is het van belang dat betrokkene leert om hulp te vragen als hij worstelt met gedachten en gevoelens, waardoor hij in een kokervisie kan geraken. De verwachting is dat de kans op recidive laag is, zolang betrokkene niet floride psychotisch is en als hij heeft geleerd dat en bij wie hij om hulp kan vragen in geval van hem sterk emotionerende dilemma’s waar hij niet uitkomt.
Nu stabilisatie van het ziektebeeld is bereikt, is langdurig toezicht nodig om terugval te voorkomen. Betrokkene dient te abstineren van cannabis- en ander middelengebruik, omdat middelengebruik de werking van medicatie vermindert en de kans op een recidief psychotische decompensatie vergroot.
Het verdient aanbeveling om de ouders eveneens uitgebreide psycho-educatie te geven, als zij hiervoor open kunnen gaan staan. Ouders kunnen betrokkene dan, indien door betrokkene gewenst, steunen bij de benodigde monitoring en behandeling. De behandeling dient in eerste instantie klinisch te worden voortgezet in een in psychotische stoornissen gespecialiseerde, prikkelarme kliniek, waar betrokkene op alle genoemde aspect en nauwgezet kan worden gemonitord. Tevens kan er bloedonderzoek worden gedaan naar algemene somatische aandoeningen, waaronder SOA en vitaminedeficiënties die het psychotische beeld negatief kunnen beïnvloeden en kan betrokkene behandeld worden voor eventuele bijkomende somatische aandoeningen.
Gezien betrokkenes kwetsbaarheid is een zeer geleidelijke resocialisatie met een nauwkeurige monitoring van medicatietrouw, middelengebruik, overprikkeling, psychotische symptomen en openstaan voor hulp inzake de emotieregulatie en praktische zaken nodig. Gezien het feit dat betrokkene lijdende is aan een ernstige, chronische psychiatrische aandoening, is de verwachting dat hij altijd in meer of mindere mate hulpverlening nodig zal blijven houden.
(…)
Onderzoeker heeft eerder tbs met dwangverpleging als kader geadviseerd, omdat betrokkene een jaar geleden geen probleembesef, een drang naar vrijheid en geen behandelmotivatie had in combinatie met een als hoog ingeschat recidivegevaar. Inmiddels geeft betrokkene al een aantal maanden blijk van probleembesef, is hij in staat om passende hulp te aanvaarden, is hij medicatietrouw en gebruikt hij - in het PPC - geen drugs. Voorts is gunstig dat hij zijn verantwoordelijkheid voor het ten laste gelegde, indien bewezen, neemt ondanks dat het systeem om hem heen geneigd is om zijn aandeel toe te dekken of te bagatelliseren. In deze situatie acht onderzoeker een tbs met voorwaarden een voldoende passend kader. Hij zal dan geplaatst moeten worden in een prikkelarme, in eerste aanleg gesloten kliniek, zoals [naam FPK] in [plaats] , die zich specialiseert in de behandeling van patiënten met ernstige psychotische stoornissen, agressie vanuit de psychotische stoornis, veelal in combinatie met eerder middelengebruik. Zoals het nu met betrokkene gaat, wordt ingeschat dat hij binnen anderhalf jaar kan beginnen met resocialisatie naar een passende begeleid wonensetting (prikkelarm, drugsvrij en veel steun en structuur). Omdat niet is te voorspellen hoe de resocialisatie gaat lopen, is volgens onderzoeker het vangnet van een tbs met voorwaarden nodig en is behandeling binnen een voorwaardelijk kader, alleen al vanwege de lange tijd dat betrokkene gemonitord dient te worden en eventueel weer klinisch geplaatst dient te worden als het niet goed gaat, ontoereikend.“