4.3De vrouw voert verweer en verzoekt de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn hoger beroep, althans zijn verzoeken af te wijzen, behalve zijn verzoek ten aanzien van de berging-stalling (V). Dat verzoek kan worden toegewezen. Op haar beurt is de vrouw met vijf grieven (die weer zijn onderverdeeld in subgrieven) in incidenteel hoger beroep gekomen en heeft zij haar verzoeken vermeerderd. Zij verzoekt het hof om bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking, de bestreden beschikking te vernietigen uitsluitend voor zover zij daartegen grieven heeft gericht en opnieuw rechtdoende:
i.
primair: de man te veroordelen om binnen 8 dagen na de dagtekening van de te wijzen beschikking aan de vrouw een bedrag van € 128.607,32 te betalen terzake de afrekening van de kosten van de huishouding, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de verzuimdatum tot die van algehele voldoening; en
subsidiair: de man te veroordelen om binnen 8 dagen na de dagtekening van de te wijzen beschikking aan de vrouw een bedrag van € 77.010,32 te betalen terzake de afrekening van de kosten van de huishouding, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de verzuimdatum tot die van algehele voldoening;
althans een zodanig bedrag als het hof juist acht;
te bepalen dat partijen ieder voor de helft gerechtigd zijn tot de huuropbrengsten en andere exploitatie-opbrengsten ten aanzien van de woning en het perceel in Frankrijk “ [C] ” te [a-straat 1] en de man te veroordelen aan de vrouw de helft van deze opbrengsten te voldoen, alsmede de man te veroordelen binnen 8 dagen na de dagtekening van de te wijzen beschikking aan de vrouw een bedrag van € 12.000,- te betalen ten aanzien van de huuropbrengsten 2015-2018, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de verzuimdatum tot die van algehele voldoening;
althans een zodanig bedrag als het hof juist acht;
te bepalen dat de vrouw gerechtigd is tot het uitsluitend gebruik van de woning en het perceel in Frankrijk “ [C] ” te [a-straat 1] gedurende de 2e helft van ieder jaar (van 1 juli tot en met 31 december), waarbij de sleutels bij de wisseling van het half jaar aan elkaar beschikbaar worden gemaakt;
een makelaar te benoemen welke aangesloten is bij het Nederlandse Register van Vastgoedtaxateurs (NRVT) en bij het NWWI (Nederlands Woning Waarde Instituut) die de onderhandse vrije verkoopwaarde zal bepalen waarbij rekening wordt gehouden met de exploitatiemogelijkheden van het onroerend te Frankrijk “ [C] ” te [a-straat 1] en te bepalen dat de taxatie wordt uitgevoerd met inachtneming van EVS taxatie standaarden;
de man te veroordelen om uit hoofde van het bepaalde in artikel 12 van de huwelijksvoorwaarden terzake het finale verrekenbeding een bedrag van € 317.415,- binnen 8 dagen na dagtekening van de te wijzen beschikking tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de vrouw te voldoen, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de verzuimdatum tot die der algehele voldoening, dan wel een zodanig bedrag per zodanige datum als het hof in goede justitie juist acht;
te verklaren voor recht dat bij de afwikkeling tussen partijen van artikel 12 lid 2 van de huwelijkse voorwaarden, tevens de eindstanden van de ondernemingen van partijen in de verrekening worden betrokken;
vast te stellen welk bedrag de vrouw toekomt op grond van het bepaalde in artikel 11 van de huwelijksvoorwaarden terzake de huurinkomsten van het beleggingspand aan de [b-straat 2] te [A] en de daarvoor in de plaats gekomen onroerende zaak, door de vrouw berekend op € 297.017,- en de man te veroordelen om dit bedrag aan de vrouw te voldoen, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de verzuimdatum tot die van algehele voldoening.
ook doet de vrouw nieuwe verzoeken:
waarbij zij verzoekt, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
a. het dictum van de bestreden beschikking onder 4.4 uit breiden en mitsdien te bepalen dat de man binnen 8 dagen na de in dezen te wijzen beschikking aan de vrouw dient te overhandigen alle correspondentie in de laatste 3 jaar met 1) de gemeente Armous et Cau: (Monsieur [H] ), 2) de notaris van partijen: ( [I] , [J] ) en 3) makelaar ( [D] ) van partijen ( [K] ), een en ander op straffe van het verbeuren van een dwangsom jegens de vrouw van € 500,- per dag of dagdeel dat de man na verloop van een termijn van 8 dagen na de in dezen te wijzen beschikking in gebreke blijft;
b) de man te veroordelen om binnen 8 dagen na dagtekening van de te wijzen beschikking aan de vrouw een opgave te verstrekken van de bankrekeningen en andere vermogensbestanddelen op zijn naam per peildatum 25 mei 2016, alsmede bewijsstukken van de saldi van de bankrekeningen op zijn naam in ieder geval de bankrekeningen [a-bank] [00002] t.n.v. de man en [b-bank] [00003] ten name van de man - en de waarde van vermogensbestanddelen op zijn naam, een en ander op straffe van het verbeuren van een dwangsom jegens de vrouw van € 500,- per dag of dagdeel dat de man na verloop van een termijn van 8 dagen na de in dezen te wijzen beschikking in gebreke blijft;
c) de man te veroordelen binnen 15 dagen na de dagtekening van de te wijzen beschikking de helft van de saldi op deze bankrekeningen en de helft van de waarde van deze vermogensbestanddelen aan de vrouw te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de verzuimdatum tot die der algehele voldoening;
d) de man te veroordelen een pdf-uitdraai van de website www.mijnpensioenoverzicht.nl van de door hem tijdens het huwelijk opgebouwde pensioen aan de vrouw te overleggen, binnen 8 dagen na de in dezen beschikking, op straffe van het verbeuren van een dwangsom jegens de vrouw van € 500,- per dag of dagdeel dat de man na verloop van een termijn van 8 dagen na de in dezen te wijzen beschikking in gebreke blijft;
e) de man te veroordelen aan de vrouw te verstrekken afschriften van de door de man tijdens het huwelijk opgebouwde lijfrenten ex artikel 10 van de huwelijkse voorwaarden in officiële correspondentie tussen zijn accountant Henk Hop en zijn assurantie makelaar [L] , binnen 8 dagen na de in dezen beschikking, op straffe van het verbeuren van een dwangsom jegens de vrouw van € 500,- per dag of dagdeel dat de man na verloop van een termijn van 8 dagen na de in dezen te wijzen beschikking in gebreke blijft;
f) indien het hof de verzoeken van de vrouw hiervoor onder v. en vi. afwijst, verzoekt de vrouw het hof subsidiair om het vergoedingsrecht van de man gesteld onder dictum 4.3 van € 178.245,- op nihil te stellen, dan wel het verzoek van de man hiervoor onder I geheel af te wijzen, althans meer subsidiair te verminderen met de vorderingen van de vrouw op de man van € 8.653,- en € 11.912,- althans een zodanig bedrag als het hof in goede justitie juist acht,
het een en ander met bekrachtiging van de bestreden beschikking voor het overige, voor zover die nog niet in kracht van gewijsde is gegaan.