In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 april 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de kinderalimentatie. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, had de rechtbank Midden-Nederland verzocht om de kinderalimentatie voor hun kinderen te verhogen naar € 850,- per kind per maand, terwijl de man, verweerder, verzocht om de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek. De rechtbank had de vrouw in eerste aanleg niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot wijziging van de kinderalimentatie. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw haar verzoek voldoende had onderbouwd en heeft de zaak inhoudelijk beoordeeld. Het hof heeft de behoefte van de kinderen vastgesteld op € 621,- per kind per maand, rekening houdend met de draagkracht van beide ouders. De man heeft een draagkracht van € 1.690,- per maand, wat betekent dat hij per kind € 338,- kan bijdragen. De vrouw heeft een draagkracht van € 2.371,- per maand, wat neerkomt op € 790,- per kind. Het hof heeft de bijdrage van de man voor [kind 2] vastgesteld op € 186,- per maand, met ingang van 1 september 2019. De beslissing van de rechtbank is gedeeltelijk vernietigd, en de kosten van het geding in hoger beroep zijn gecompenseerd, zodat elke partij de eigen kosten draagt.