3.4Bij tussenbeschikking van 25 juli 2018 heeft de rechtbank als voorlopige regeling ter verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (onder meer) het volgende bepaald:
" [de minderjarige] verblijft bij de vader:
- gedurende vier dagen per week, van donderdag uit school tot maandagochtend naar school, dan wel bij geen school donderdag 17.00 uur tot en met maandag 17.00 uur op de momenten dat de vader in Nederland is, gedurende twee weekenden maximaal achter elkaar;
- de vader brengt de moeder uiterlijk op de maandag in de week van het contactweekend op de hoogte van zijn verblijf in Nederland en de moeder brengt de vader vervolgens dinsdag voor 18.00 uur op de hoogte van de activiteiten van [de minderjarige] in dat contactweekend;
- de vader zal er voor zorgdragen dat [de minderjarige] uitvoering kan geven aan zijn hobby- en sportactiviteiten in de tijd dat hij bij de vader is (vioolles, orkest, karate). De moeder zal op die momenten afstand dienen te nemen en deze reguliere activiteiten niet bijwonen.
De moeder zal met de vader moeten overleggen alvorens het (extra) inplannen van dergelijke activiteiten (dus niet enkel mededelen). Het is de moeder wel toegestaan bij speciale gelegenheden/evenementen aanwezig te zijn (zoals bij wedstrijden, examens of uitvoeringen) op de momenten dat dit valt in een omgangsweekend van de vader;
- de vader haalt de viool bij de moeder op, in het geval [de minderjarige] zijn viool nodig is in de tijd dat hij bij de vader is. De viool zal de vader op maandag gelijktijdig met [de minderjarige] meegeven, zodra de vader [de minderjarige] naar school brengt (of bij geen school terug naar de moeder brengt);
- gedurende de zomervakantie 2018 de laatste drie weken (vanaf zondag 12 augustus) tot vrijdagmiddag 31 augustus om 17.00 uur;
- gedurende de overige vakanties, feestdagen en bijzondere dagen overeenkomstig
het schema dat aan de beschikking is gehecht;
- waarbij geldt dat deze zorgregeling in elk onderdeel kan worden bijgeschaafd/aangepast naar eigen inzicht van de gezinsvoogd in het kader van de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] ;
-de gezinsvoogd heeft de bevoegdheid om zo nodig in het belang van [de minderjarige] en zo mogelijk in samenspraak met ouders, waarbij de gezinsvoogd uiteindelijk het laatste woord heeft, tot (kleine) aanpassingen van de hiervoor genoemde verdeling van de zorg- en opvoedingstaken tussen ouders te komen."
Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De rechtbank heeft iedere verdere beslissing aangehouden.