Uitspraak
Ricoh,
Logis.P,
1.De gedingen in eerste aanleg
2.De gedingen in hoger beroep
Waar het in hoger beroep over gaat
4.De vaststaande feiten
Wederverkoop overeenkomst inzake Logis.P Patiëntenlogistiek” gesloten met een looptijd van vijf jaar (verder: de wederverkoopovereenkomst).
gemaakte vervolgafspraken” en “
status” ook de namen van de prospects en uiteindelijke klanten omvatten en de daardoor (beoogd) af te nemen aantallen, die volgens haar nodig zijn voor het maken van begrotingen en planningen – en met inachtneming van het bepaalde in artikel 22 lid 1 sub c van de Overeenkomst, is de gevorderde inzage van de in rechtsoverweging 3.1 sub A (1) en (3) bedoelde bescheiden toewijsbaar, met dien verstande dat de gevorderde inzage van “
andere overeenkomsten met ingangsdata en looptijden” onvoldoende is bepaald, zodat dat deel moet worden afgewezen. De gevorderde dwangsom zal, op de hierna te melden wijze, worden gematigd en gemaximeerd.
5.De beslissingen in deze appelprocedures in eerste aanleg
appelprocedure 200.264.900- op de dagvaarding van Logis.P de geldvordering gedeeltelijk toegewezen (tot een bedrag van € 10.691,46). Deze veroordeling is in appel verder niet aan de orde.
appelprocedure 200.264.901- op de dagvaarding van Ricoh de vorderingen afgewezen. De voorzieningenrechter heeft verwezen naar het vonnis van
6.De gebeurtenissen na de vonnissen in eerste aanleg
7.De beoordeling van de grieven en de vorderingen in hoger beroep
8.De slotsom
639,00
741,00