ECLI:NL:GHARL:2020:2641

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
31 maart 2020
Publicatiedatum
31 maart 2020
Zaaknummer
200.239.545/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake terugkoopgarantie bij koopovereenkomst van mobiele melkstal

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Europe Dairy Systems B.V. (EDS) tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft een koopovereenkomst voor een mobiele melkstal, waarbij de vraag centraal staat of de koper, een stille maatschap, zich kan beroepen op een terugkoopgarantie. De terugkoopgarantie houdt in dat de koper na een bepaalde periode recht heeft op terugbetaling van een deel van de koopprijs, afhankelijk van de staat van de machine en het onderhoud dat is gepleegd. De koper heeft de terugkoopgarantie ingeroepen, maar EDS betwist dat de koper hier recht op heeft, omdat volgens EDS partijen zijn overeengekomen dat de koper de machine minimaal twee jaar zou houden. Het hof heeft in deze tussenuitspraak de bewijslast voor de voorwaarden van de terugkoopgarantie bij EDS gelegd, en heeft bepaald dat EDS moet bewijzen dat de koper niet aan de voorwaarden heeft voldaan. Het hof heeft ook de mogelijkheid van getuigenverhoor toegestaan om de stellingen van EDS te onderbouwen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke afspraken en documentatie bij koopovereenkomsten, vooral als het gaat om terugkoopgaranties en de voorwaarden die daaraan verbonden zijn.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.239.545/01
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 435910)
arrest van 31 maart 2020
in de zaak van
Europe Dairy Systems B.V.,gevestigd te Loosdrecht,
appellante,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna:
EDS,
advocaat: mr. J. Brakke, kantoorhoudend te Zeewolde,
tegen
1. De stille maatschap [geintimeerden 1]gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2. [geintimeerde 2]wonende te [woonplaats1] ,
3. [geïntimeerde 3] ,wonende te [woonplaats1] ,
4. [geïntimeerde 4] ,wonende te [woonplaats2] ,
5. [geïntimeerde 5]
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
6. [geïntimeerde 6] ,wonende te [woonplaats1] ,
geïntimeerden (geïntimeerden sub 2 tot en met 6 zijn allen maten in geïntimeerde sub 1),
in eerste aanleg: eisers,
hierna gezamenlijk te noemen:
[geïntimeerden],
advocaat: mr. C.B. van Die, kantoorhoudend te Leusden.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 20 augustus 2019 hier over.
1.2
Het verdere verloop blijkt uit:
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 4 februari 2020;
- de brief van mr. van Die van 3 maart 2020 met enkele opmerkingen over de inhoud van het proces-verbaal, welke echter niet van belang zijn voor de in deze zaak te nemen beslissing.
1.3
Het hof heeft arrest bepaald op de voorafgaand aan de comparitie toegezonden gedingstukken aangevuld met het proces-verbaal van de comparitie.

2.Het geschil en de feiten

2.1
Het gaat in deze zaak om de vraag of [geïntimeerden] zich kunnen beroepen op een terugkoopgarantie en zo ja, welk bedrag EDS aan [geïntimeerden] dient terug te betalen.
2.2
De feiten, voor zover in hoger beroep van belang, zijn als volgt.
2.3
EDS is distributeur van Dairymaster in een groot aantal landen in Europa.
Zij verkoopt en verhuurt onder meer mobiele melkinstallaties.
2.4
[geïntimeerden] exploiteren een agrarisch bedrijf.
2.5
Op 27 december 2014 hebben [geïntimeerden] van EDS een mobiele melkstal (type MobiStar) gekocht, omdat zij van plan waren hun bedrijfsactiviteiten uit te breiden met het houden van koeien.
De koopprijs bedroeg € 55.000,- exclusief btw en is door [geïntimeerden] volledig betaald.
De machine is op 29 januari 2015 aan [geïntimeerden] geleverd.
2.6
De koopovereenkomst is schriftelijk vastgelegd in een door partijen ondertekende opdrachtbevestiging. In die overeenkomst is opgenomen een “terugkoopgarantie”.
Die luidt als volgt:
“Terugkoopgarantie:
Afschrijving is 15 % per jaar van de verkoopprijs over de eerste 4 jaar, gerekend vanaf het moment van aankoop. Dit betekent elk jaar een afschrijving van € 8.250,-.
Terugkoopbedrag na le jaar: € 46.750,-
Terugkoopbedrag na 2e jaar: € 38.500,-
Terugkoopbedrag na 3e jaar: € 30.250.-
Terugkoopbedrag na 4e jaar: € 22.000,-
Deze afschrijving is enkel geldig, mits het reguliere jaarlijks onderhoud plaatsvindt door een Dairymaster erkende dealer, originele Dairymaster onderdelen worden toegepast en de MobiStar in goede technische staat retour wordt opgeleverd. Indien blijkt dat aan deze voorwaarde niet is voldaan, behoudt Europe Dairy Systems zich het recht voor om af te zien van terugkoop. (..) ”
2.7
Na de levering hebben [geïntimeerden] geklaagd over de staat waarin de machine is afgeleverd. Naar aanleiding van die klachten heeft Agri-Tec, de leverancier van Dairymaster, in opdracht van EDS de machine nagekeken en daaraan nog enkele herstelwerkzaamheden verricht.
2.8
Op 3 november 2015 hebben [geïntimeerden] de terugkoopgarantie ingeroepen. Op verzoek van EDS hebben [geïntimeerden] in december 2015 een aantal foto’s van de MobiStar aan EDS toegezonden. EDS had om die foto’s gevraagd om in te kunnen schatten of de MobiStar gereed was voor transport.
2.9
Nadat EDS niet reageerde op verzoeken van [geïntimeerden] om de MobiStar te komen ophalen en het terugkoopbedrag te betalen, hebben [geïntimeerden] op 22 januari 2016 aan EDS een factuur gestuurd van € 56.567,50 incl. btw (€ 46.750,- excl. btw); het terugkoopbedrag na 1 jaar, vermeerderd met btw. In de factuur werd een betalingstermijn van 30 dagen vermeld.
2.1
EDS heeft de factuur op 1 februari 2016 teruggestuurd. In een begeleidende e-mail schrijft de heer [Alg. directeur] , toenmalig algemeen directeur van EDS:
“(…) Van mw. [X] ontving ik uw factuur die ik u hierbij ongeaccepteerd retour stuur. De reden hiervoor is dat wij mondeling hebben afgesproken dat u de MobiStar minimaal tweejaar zou houden. Dat u deze binnen een jaar reeds terug wilt geven is dan ook niet volgens de gemaakte afspraken.
Mocht u de machine toch willen inleveren binnen de periode van tweejaar, dan wil ik vasthouden aan het bedrag van € 38.500,— dat overeenkomt met twee jaar. Hierbij geldt ook dat de machine eerst technisch gecontroleerd en beoordeeld moet worden. Op korte termijn hebben wij ook niemand hiervoor beschikbaar. Wij wijzen erop dat indien de machine naar ons oordeel niet in goede technische staat verkeert, wij het recht hebben om af te zien van terugkoop.
Graag ontvang ik uw bevestiging waarna wij het technische onderzoek gaan plannen.”
2.11
In april 2016 heeft de advocaat van [geïntimeerden] EDS gesommeerd uitvoering te
geven aan de terugkoopgarantie. Bij brief van 19 april 2016 heeft de advocaat van EDS
die sommatie van de hand gewezen. Volgens EDS zou de machine niet in een technisch goede staat verkeren.
2.12
In opdracht van [geïntimeerden] heeft Agri-Tec op 21 september 2016 een
onderhoudsbeurt aan de MobiStar uitgevoerd.
2.13
Op 23 november 2016 heeft EDS aan de heer [agrarisch ingenieur] , agrarisch ingenieur, opdracht gegeven om de waarde van de MobiStar te bepalen. Die opdracht heeft [agrarisch ingenieur] op 2 december 2016 uitgevoerd. Hij heeft de waarde bepaald € 22.800,-. In het (uit het Duits vertaalde) rapport is het volgende opgenomen:
“(…)
De melkstal werd doorgemeten volgens D1N/ISO 5707 en is melktechnisch gezien in onberispelijke staat.(…)De buitenkant van de machine zoals afscheidingen, rubber matten voor standruimten, de stands zelf, net als de oploopplanken zijn in duidelijk gebruikte toestand.
Voor het verdere gebruik of de verkoop van de machine moeten de dragende evenals de
begrenzende/afscheidende stalonderdelen worden ontroest en overschilderd, beschadigde planken in het standplaatsgebied moeten worden vervangen.(..)De noodzakelijke reparatie- en onderhoudswerkzaamheden - vooropgezet dat ze door een erkend
gespecialiseerd bedrijf worden uitgevoerd - beperken zich tot werkzaamheden aan staalconstructie en de onderbouw, aan het melkgedeelte zelf moeten geen herstelwerkzaamheden worden uitgevoerd.(..)
Om de basisconstructie van het systeem weer in een visueel en technisch perfecte staat te krijgen, zul je ongeveer 10 werkdagen moeten rekenen. De stalen onderdelen moeten worden ontroest, gegrond en
opnieuw gelakt. Dit betekent dat men moet rekenen op € 6.000,- aan kosten, inclusief transport, waarvan € 5.000,- alleen al arbeidsloon is.
De versleten rubberen matten en een aantal planken zullen moeten worden vervangen. De mozaïek
rubbermatten komen op een nieuwprijs van rond de € 80,-/m2, met een totaal van 15 m2 komt dit overeen met een kostenpost van € 1.200,-, de prijs van de planken is marginaal.De waarde van de Mobistar met 2x6 standen, met inachtneming van de afschrijvingen en de renovatiekosten komt bijgevolg op ongeveer
22.800”

3.De vordering en de beslissing in eerste aanleg

3.1
[geïntimeerden] hebben bij de rechtbank - samengevat – gevorderd EDS te veroordelen tot betaling van € 56.567,50 inclusief btw, te vermeerderen met wettelijke handelsrente vanaf 21 februari 2016. Voorts hebben zij gevorderd EDS te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten.
3.2
De rechtbank heeft in haar vonnis van 21 februari 2018 deze vorderingen toegewezen, met dien verstande dat de wettelijke handelsrente over de hoofdsom is toegewezen vanaf 23 februari 2016.

4.De vordering in hoger beroep

4.1
EDS vordert vernietiging van het vonnis en veroordeling van [geïntimeerden] tot terugbetaling van wat zij op grond van dat vonnis hebben ontvangen, met veroordeling van [geïntimeerden] in de proceskosten van beide instanties.

5.De motivering van de beslissing in hoger beroep

5.1
Volgens EDS heeft de rechtbank ten onrechte beslist dat [geïntimeerden] aanspraak hebben op terugbetaling van een bedrag op grond van de “terugkoopgarantie”. Bovendien heeft de rechtbank de hoogte van die aanspraak ten onrechte bepaald op het terugkoopbedrag dat geldt na één jaar. EDS heeft haar bezwaar tegen het vonnis uitgewerkt in zeven grieven.
In die grieven en de daarop gegeven toelichtingen, betrekt EDS, voor zover voor de beoordeling van belang, de volgende stellingen:
i.) Aan de terugkoopgarantie waren de volgende voorwaarden verbonden:
a) er moet regulier jaarlijks onderhoud hebben plaatsgevonden,
b) dit onderhoud moet verricht zijn door een Dairymaster erkende dealer;
c) er moeten originele Dairymaster onderdelen gebruikt worden;
d) de MobiStar moet in goede technische staat worden opgeleverd.
De bewijslast dat aan deze voorwaarden is voldaan rust op [geïntimeerden]
De rechtbank heeft miskend dat pas op 21 september 2016, na het toen uitgevoerde onderhoud, was voldaan aan de voorwaarden a) tot en met c).
hebben niet aangetoond dat ook aan voorwaarde d) is voldaan.
Uit foto’s en het rapport van [agrarisch ingenieur] blijkt dat aan voorwaarde d) niet is voldaan.
In ieder geval had de rechtbank, als de bewijslast wel op EDS zou rusten, EDS in staat moeten stellen om nog aanvullend bewijs te leveren.
Ook zijn [geïntimeerden] tot op heden niet bereid geweest om de machine terug te leveren.
Uit een en ander volgt dat [geïntimeerden] geen aanspraak hebben op de terugkoopgarantie, in ieder geval niet vóór 21 september 2016.
(
grieven 1, 2, 3, 4 en 5)
ii.) Partijen hebben bij het sluiten van de overeenkomst afgesproken dat [geïntimeerden] pas na verloop van twee jaren een beroep kunnen doen op de terugkoopgarantie. Dat blijkt uit een schriftelijke verklaring van de heer [verkoper] , toentertijd verkoper in dienst van EDS en degene die namens EDS de koopovereenkomst heeft gesloten. Ook de heer [Alg. directeur] kan verklaren dat dit is afgesproken. Een dergelijke afspraak is ook gebruikelijk en logisch voor gebruikte machines. De rechtbank heeft het bestaan van die afspraak ten onrechte niet aangenomen en heeft in ieder geval ten onrechte het uitdrukkelijke aanbod van EDS om de heren [Alg. directeur] en [verkoper] als getuigen hierover te horen gepasseerd.
Op grond van die afspraak kunnen [geïntimeerden] geen aanspraak maken op het terugkoopbedrag na één jaar. Als [geïntimeerden] al een beroep toekomt op de terugkoopgarantie, geldt dat zij op grond van deze afspraak hooguit aanspraak kunnen maken op het terugkoopbedrag dat geldt na twee jaar (
grief 6).
iii.) De rechtbank heeft ten onrechte aangenomen dat EDS tekort schiet in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst. Omdat [geïntimeerden] niet bereid zijn om de machine terug te leveren, kan geen sprake zijn van een tekortschieten van EDS, maar is sprake van schuldeisersverzuim (
grief 7).
voorwaarden terugkoopgarantie
5.2
De stelling van EDS dat de bewijslast dat aan de voorwaarden van de terugkoopgarantie is voldaan, op [geïntimeerden] rust wordt verworpen.
Het komt erop aan of de terugkoopgarantie zo moet worden uitgelegd dat [geïntimeerden] daarop pas aanspraak kunnen maken als is voldaan aan de voorwaarden die in de terugkoopgarantie worden genoemd, of dat [geïntimeerden] aanspraak hebben op die terugkoopgarantie tenzij mocht blijken dat niet aan die voorwaarden is voldaan. Bij de eerste uitleg rust de bewijslast op [geïntimeerden] en bij de tweede op EDS.
De bewoordingen van de terugkoopgarantie duiden op de tweede uitleg. In de terugkoopgarantie wordt in één zin vermeld: “deze afschrijving is enkel geldig, mits het reguliere jaarlijks onderhoud plaatsvindt door een Dairymaster erkende dealer, originele Dairymaster onderdelen worden toegepast en de MobiStar in goede technische staat retour wordt opgeleverd”, terwijl in de daarop volgende zin wordt bepaald dat als blijkt dat aan die voorwaarde niet is voldaan EDS zich het recht voorbehoudt om van terugkoop af te zien. Voor de hand ligt om aan te nemen dat het begrip “voorwaarde” in de laatste zin terug slaat op de gehele voorgaande zin, en dus ziet op al de daarin genoemde voorwaarden. Correspondentie tussen partijen bevestigt de uitleg dat het aan EDS is om aan te tonen dat aan de voorwaarden niet is voldaan: in de e-mail van 1 februari 2016 geeft de heer [Alg. directeur] aan dat het aan EDS is om een technisch onderzoek te laten verrichten om vast te stellen of de machine in technisch goede staat verkeert. EDS heeft dat onderzoek vervolgens ook laten verrichten (door de heer [agrarisch ingenieur] ).
Omstandigheden die pleiten voor de eerste uitleg zijn het hof niet gebleken. Op EDS rust dus niet alleen de stelplicht, maar ook de bewijslast van haar stelling dat niet is voldaan aan de voorwaarden van de terugkoopgarantie.
5.3
EDS heeft niet onderbouwd dat [geïntimeerden] op 3 november 2015, toen zij een beroep deden op de terugkoopgarantie, niet voldeden aan de voorwaarden (a) dat het reguliere jaarlijks onderhoud plaatsvindt door een Dairymaster erkende dealer en (b) dat originele Dairymaster onderdelen worden toegepast.
Het hof stelt vast dat op 3 november 2015 nog geen jaar was verstreken na het in gebruik nemen van de MobiStar door [geïntimeerden] Verder staat vast dat in de eerste periode na de aflevering daaraan nog verschillende werkzaamheden zijn verricht door Agri-Tec, en dat dit een Dairymaster erkende dealer is. Aangenomen mag worden dat als bij die werkzaamheden onderdelen zijn vervangen, originele Dairymaster onderdelen zullen zijn gebruikt. Dat dit in dit geval anders is geweest is niet gemotiveerd gesteld en gebleken.
EDS heeft nog wel aangevoerd dat onderhoud feitelijk vaker dan één keer jaar diende plaats te vinden. Tijdens de comparitie in hoger beroep heeft zij toegelicht dat onderhoud eigenlijk dient te geschieden om de 2500 melkingen, wat in het geval van [geïntimeerden] zou neerkomen op onderhoud om de 75 dagen.
Dat [geïntimeerden] zich aan een dergelijk onderhoudsschema hadden moeten houden, blijkt echter niet uit de terugkoopgarantie, en EDS heeft verder niet aangevoerd (en te bewijzen aangeboden) dat in afwijking van de in de terugkoopgarantie opgenomen onderhoudsvoorwaarde, een andere (verderstrekkende) onderhoudsvoorwaarde zou zijn afgesproken.
Daarmee dient het er voor te worden gehouden dat op 3 november 2015 was voldaan aan de onderhoudsvoorwaarden.
5.4
Ook voor de voorwaarde dat de MobiStar in goede technische staat moet worden opgeleverd geldt, dat EDS niet voldoende heeft onderbouwd dat de machine op 3 november 2015 niet in een goede technische staat verkeerde.
5.5
EDS beroept zich voor die stelling op door haar overgelegde foto’s van de machine en het rapport van [agrarisch ingenieur] . Zij wijst er daarbij op dat [agrarisch ingenieur] in zijn rapport schrijft dat er reparaties nodig zijn om de machine in een “technisch eindwandfreien Zustand zu versetzen” en zij stelt dat de staalconstructie van de machine en de werking daarvan behoren tot de technische staat.
5.6
[agrarisch ingenieur] schrijft in zijn rapport dat de melkstal melktechnisch gezien in onberispelijk staat verkeert. De noodzakelijke reparatie- en onderhoudswerkzaamheden beperken zich volgens hem tot de staalconstructie en de onderbouw. Om de basisconstructie van het systeem weer in een visueel en technisch perfecte staat te krijgen zullen de stalen onderdelen moeten worden ontroest, gegrond en opnieuw gelakt, aldus [agrarisch ingenieur] .
Het hof ziet niet in dat dergelijke werkzaamheden betrekking hebben op (het verbeteren van) de technische staat van de installatie. Zij zien veeleer op gebruikelijke werkzaamheden die verricht dienen te worden voordat de MobiStar weer gereed is voor nieuwe verkoop/verhuur. Dat die werkzaamheden nodig zijn betekent nog niet dat de MobiStar technisch niet in een goede staat verkeerde.
Daarbij wordt voor de volledigheid nog opgemerkt dat voor zover uit het rapport van [agrarisch ingenieur] moet worden afgeleid dat de MobiStar in november 2016 onderhoud behoefde, EDS geen opnamerapport of foto’s heeft overgelegd waaruit kan worden afgeleid dat machine al in november 2015 in een slechtere onderhoudstoestand verkeerde dan toen zij na levering en uitvoering van de door EDS opgedragen werkzaamheden door [geïntimeerden] in gebruik werd genomen, afgezien van enige roestvorming door tijdsverloop en slijtage door normaal gebruik. Uit het rapport en uit foto’s (van december 2015) kan dus ook niet worden afgeleid dat [geïntimeerden] nalatig zijn geweest in het onderhoud van de melkinstallatie.
5.7
Het hof ziet geen aanleiding om zelf nog een deskundige te benoemen, zoals EDS heeft verzocht. Het rapport van [agrarisch ingenieur] , zoals hiervoor besproken, geeft het hof daartoe onvoldoende aanleiding.
Het hof ziet evenmin aanleiding om in te gaan op het verzoek van EDS om haar nog de gelegenheid te bieden tot aanvullende bewijslevering. Op dat punt heeft EDS haar aanbod in hoger beroep overigens ook onvoldoende gespecificeerd; zij heeft niet concreet aangegeven van welke feiten en op welke wijze zij aanvullend bewijs zou willen leveren.
5.8
De slotsom is dat het er voor gehouden dient te worden dat voldaan was aan de voorwaarden op het moment dat [geïntimeerden] een beroep deden op de terugkoopgarantie.
De grieven 1, 2, 3, 4 en 5 falen dus.
schuldeisersverzuim
5.9
Het hof verwerpt de stelling van EDS dat geen sprake kan zijn van een tekortkoming van haar omdat sprake is van schuldeisersverzuim van [geïntimeerden]
Naar het hof begrijpt beoogt EDS hiermee aan te voeren dat [geïntimeerden] geen aanspraak kunnen maken op terugbetaling van de koopsom, omdat zij geen medewerking willen verlenen aan hun daartegenover staande verplichting om de MobiStar terug te leveren. EDS gaat er daarbij aan voorbij dat [geïntimeerden] inmiddels beschikken over een executoriale titel die hen onvoorwaardelijk aanspraak geeft op betaling door EDS.
Een voorwaarde tot (eerst) teruglevering van de machine kan EDS daar nu niet alsnog aan verbinden. Dat neemt niet weg dat als de in eerste aanleg uitgesproken veroordeling in hoger beroep stand houdt, op [geïntimeerden] wel de verplichting rust om de MobiStar terug te leveren aan EDS zodra EDS aan haar betalingsverplichting heeft voldaan.
Uit de stellingen van [geïntimeerden] in deze procedure leidt het hof overigens af dat zij weldegelijk bereid is tot teruggave van de MobiStar, maar dat wantrouwen tussen partijen aan het maken van afspraken daarover in de weg staat, zolang geen duidelijkheid is verkregen over de afloop van de onderhavige procedure. Hiermee faalt ook grief 7.
terugkoopbedrag
5.1
Uit wat hiervoor is overwogen volgt dat [geïntimeerden] aanspraak hebben op restitutie van de koopprijs overeenkomstig de terugkoopgarantie, en dat daarvoor niet als voorwaarde geldt dat zij eerst de MobiStar dienen terug te leveren.
Rest nog te beoordelen op terugbetaling van welk bedrag [geïntimeerden] op grond van die terugkoopgarantie aanspraak hebben.
5.11
Het hof leidt uit de stellingen van partijen af dat niet ter discussie staat dat als de terugkoopgarantie van toepassing is, [geïntimeerden] in beginsel aanspraak hebben op terugbetaling van het bedrag dat geldt na één jaar; het bedrag dat [geïntimeerden] ook hebben gevorderd en dat door de rechtbank is toegewezen.
EDS beroept zich er echter op dat in aanvulling op de regeling, zoals die op papier staat, partijen mondeling hebben afgesproken dat [geïntimeerden] pas na verloop van twee jaar een beroep zouden kunnen doen op de terugkoopgarantie. Om die reden, zo heeft EDS haar stelling tijdens de comparitie verduidelijkt, hebben [geïntimeerden] alleen aanspraak op terugbetaling van het bedrag dat geldt na twee jaar. [geïntimeerden] hebben op zichzelf niet betwist dat als een dergelijke afspraak zou zijn gemaakt, zij inderdaad alleen aanspraak hebben op terugbetaling van dat bedrag. Zij betwisten echter wel uitdrukkelijk dat die afspraak is gemaakt. Volgens hen is helemaal niet gesproken over een termijn van twee jaar.
5.12
Op EDS rust de stelplicht en bewijslast van haar stelling.
EDS beroept zich ter onderbouwing van haar stelling op een schriftelijke verklaring van haar toenmalige verkoper, de heer [verkoper] . In die verklaring (productie 3 bij conclusie van antwoord) schrijft [verkoper] , voor zover van belang:
“(…) Tijdens de onderhandelingen over de aanschaf van de MobiStar heb ik met [geintimeerde 2] [hof: bedoeld wordt dhr. [geintimeerde 2] ] gesproken over de terugkoopgarantie. Hij wilde de mogelijkheid hebben om de MobiStar terug te verkopen. Dat was goed, indien hij de machine tenminste twee jaar zou gebruiken. Dat hebben wij dan ook afgesproken. Waarom dit niet in de opdrachtbevestiging is opgenomen weet ik niet.”
5.13
In aanvulling op de verklaring van [verkoper] heeft de heer [Alg. directeur] , de toenmalig directeur van EDS, tijdens de comparitie in hoger beroep verklaard dat [verkoper] bij hem was gekomen met de vraag of hij de opdrachtbevestiging mocht klaarmaken. Daarbij vertelde hij dat het gebruik minimaal twee jaar zou zijn. Volgens [Alg. directeur] is hij daarom akkoord gegaan met de terugkoopgarantie. Die afspraak is, zo begrijpt het hof zijn verklaring, alleen mondeling gemaakt en niet schriftelijk vastgelegd, omdat het ook heel onlogisch zou zijn geweest om de machine alleen voor een korte periode te kopen, aangezien huren dan goedkoper zou zijn geweest.
5.14
EDS heeft hiermee aan haar stelplicht voldaan.
In het licht van de uitdrukkelijke ontkenning van [geïntimeerden] dat de gestelde afspraak
is gemaakt en de omstandigheid dat in de overige gedingstukken ook geen steun voor die stelling kan worden gevonden, bestaat daarmee echter nog niet een voor tegenbewijs vatbaar vermoeden dat de afspraak inderdaad is gemaakt.
De bewijslast daarvan rust dus ten volle op EDS. Nu EDS uitdrukkelijk nadere bewijslevering heeft aangeboden door het horen van getuigen ( [verkoper] en [Alg. directeur] ) zal het hof EDS toelaten tot bewijslevering.
5.15
Voor de goede orde merkt het hof nog op dat EDS bij de rechtbank de (verdergaande) stelling heeft betrokken dat als [geïntimeerden] een beroep toekomt op de terugkoopgarantie, zij alleen aanspraak hebben op betaling van de door [agrarisch ingenieur] vastgestelde waarde van de MobiStar, het bedrag van € 22.800,-. De rechtbank heeft die stelling verworpen en tegen die verwerping heeft EDS geen grief gericht, zodat die verwerping definitief is.
5.16
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

6.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
laat EDS toe te bewijzen dat partijen hebben afgesproken dat [geïntimeerden] pas na verloop van twee jaar een beroep zouden kunnen doen op de terugkoopgarantie;
bepaalt dat, indien EDS dat bewijs door middel van getuigen wenst te leveren, het verhoor van deze getuigen zal geschieden ten overstaan van het hierbij tot raadsheer-commissaris benoemde lid van het hof
mr. O.E. Mulder, die daartoe zitting zal houden in het paleis van justitie aan het Wilhelminaplein 1 te Leeuwarden en wel op een nader door deze vast te stellen dag en tijdstip;
bepaalt dat partijen vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte en tot het beantwoorden van vragen in staat is, bij het getuigenverhoor aanwezig dienen te zijn opdat hen naar aanleiding van de getuigenverklaringen vragen kunnen worden gesteld;
bepaalt dat EDS het aantal voor te brengen getuigen alsmede de verhinderdagen van
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal opgeven op de
roldatum 21 april 2020,waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;
bepaalt dat EDS overeenkomstig artikel 170 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de namen en woonplaatsen van de getuigen tenminste een week voor het verhoor aan de wederpartij en de griffier van het hof dient op te geven;
bepaalt dat indien een partij bij gelegenheid van het getuigenverhoor nog een proceshandeling wenst te verrichten of producties in het geding wenst te brengen, deze partij ervoor dient te zorgen dat het hof en de wederpartij uiterlijk twee weken voor de dag van de zitting een afschrift van de te verrichten proceshandeling of de in het geding te brengen producties hebben ontvangen;
houdt verder iedere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. O.E. Mulder, D.H. de Witte en H.M. Fahner en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
31 maart 2020.