In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is behandeld, betreft het een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. De verdachte, geboren in Indonesië in 1979, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van 26 juni 2019. Het hof heeft op 12 maart 2020 een tussenarrest gewezen, waarin het hof de verzoeken van de verdediging om getuigen te horen heeft beoordeeld. De verdediging heeft verzocht om getuigen te horen die toegang hadden tot bepaalde bedrijfsdata, en het hof heeft deze verzoeken toegewezen, ondanks dat het hof het niet strikt noodzakelijk achtte om deze getuigen te horen. Het hof heeft vastgesteld dat de verblijfplaatsen van de getuigen onbekend zijn, wat het horen van deze getuigen bemoeilijkt. Het hof heeft de zaak verwezen naar de raadsheer-commissaris om de getuigen te horen, en heeft alle procespartijen opgedragen zich in te spannen om de verblijfplaatsen van de getuigen te achterhalen. Het hof heeft ook een schorsing van het onderzoek ter terechtzitting bevolen, met de verwachting dat de onderzoekshandelingen niet binnen een maand zullen zijn voltooid. De zaak is geschorst tot 11 mei 2020, met de oproeping van de verdachte tegen die tijd.