In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, betreft het een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. De verdachte, geboren in 1977 op de Nederlandse Antillen, is in detentie en heeft samen met de officier van justitie hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 26 juni 2019. Het hof heeft de zaak behandeld op de zittingen van 17 december 2019 en 18 februari 2020, waarbij het hof kennisnam van de argumenten van de verdachte en zijn raadsman, mr. A.S. van der Biezen, evenals van de advocaten-generaal.
De raadsman heeft verschillende getuigenverzoeken ingediend, waaronder verzoeken om getuigen te horen die mogelijk informatie hebben over de liquidatie van een slachtoffer. Het hof heeft de verzoeken tot het horen van getuigen [getuige 1], [getuige 2], [getuige 3], [getuige 5], [getuige 6] en [getuige 7] toegewezen, maar heeft het verzoek om [getuige 4] te horen afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs was dat deze getuige relevante informatie kon verschaffen.
Daarnaast heeft de verdediging verzocht om technisch onderzoek aan de bedrijfsdata, maar het hof heeft dit verzoek afgewezen, omdat niet is aangetoond dat de politie onbeperkte toegang had tot deze data en omdat de verdediging niet voldoende onderbouwd heeft waarom verder onderzoek noodzakelijk zou zijn. Het hof heeft ook verzoeken om deskundigen te horen afgewezen, omdat de verdediging niet voldoende feiten heeft aangedragen die de noodzaak van deze verzoeken onderbouwen. De zaak is geschorst tot 11 mei 2020, met de opdracht aan alle procespartijen om de verblijfplaatsen van de getuigen te achterhalen.