Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering in hoger beroep
Grief 5is op dit punt terecht voorgedragen.
Grief 4slaagt in zoverre.
Grief 6slaagt ten dele.
grief 8) heeft, naar het hof begrijpt, betrekking op een poging van [appellant] om het in het gehuurde door hem uitgeoefende restaurantbedrijf, hangende de procedure in eerste aanleg, over te doen aan een zekere [D] . [appellant] stelt dat deze overname is gefrustreerd door [geïntimeerde] en vindt dat op die grond [geïntimeerde] de overnamesom die [appellant] in 2005 heeft betaald terug moet betalen (de in eerste aanleg gedane vermeerdering van eis). Daarnaast wenst hij schadevergoeding omdat deze overname niet is doorgegaan, door hem begroot op € 5.000,- en nog een bedrag van € 5.000,- omdat [geïntimeerde] toerekenbaar te kort zou zijn geschoten in zijn verplichting om een uitgebreide huurovereenkomst op te stellen.