Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Utrecht(hierna: de Inspecteur)
[Z](hierna: belanghebbende)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in hoger beroep over de aftrek van voorbelasting met betrekking tot de bouw van een woning waarin niet-geïntegreerde zonnepanelen zijn geplaatst. De belanghebbende, een ondernemer die adviesdiensten verleent, had een teruggaaf omzetbelasting aangevraagd voor het tijdvak van 1 oktober 2016 tot en met 31 december 2016. De Inspecteur van de Belastingdienst had aanvankelijk een aanvullende teruggaaf verleend, maar de rechtbank Gelderland had de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de teruggaaf vastgesteld op € 4.048, inclusief een proceskostenvergoeding voor de belanghebbende.
De Inspecteur ging in hoger beroep tegen deze uitspraak. Het Hof oordeelde dat er geen rechtstreeks en onmiddellijk verband bestaat tussen de levering van energie via de zonnepanelen en de bouw van de woning. De werkzaamheden voor de bouw van de woning zijn verdergaand dan wat nodig is om met de zonnepanelen energie op te wekken. Het Hof concludeerde dat de zonnepanelen roerend zijn en geen bestanddeel van de woning vormen, waardoor de belanghebbende geen recht heeft op aftrek van voorbelasting die drukt op de bouw van de woning.
Het Hof vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 3 maart 2020, en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.