1.9Met inachtneming van de commentaren van partijen zal het hof de deskundige de volgende vragen stellen.
- voldeden de bij de Cyprusconstructie gehanteerde tarieven aan de in artikel 8b Wet VPB '69 geformuleerde vereisten; waren die tarieven zakelijk (at arm's length)?
- zo nee, kunt u vaststellen welke tarieven wel aan deze eisen zouden hebben voldaan?
- voldeden de bij de royalty routing Zwitserland gehanteerde tarieven aan de in artikel 8b Wet VPB '69 geformuleerd vereisten; waren die tarieven zakelijk (at arm's length)?
- zo nee, kunt u vaststellen welke tarieven wel aan deze eisen zouden hebben voldaan?
- geeft uw onderzoek aanleiding tot het maken van aanvullende opmerkingen, mede gelet op hetgeen partijen over de formulering van de te stellen vragen hebben opgemerkt?
Het hof benoemt tot deskundige: [F] , [a-straat 1] , [K] , [00000] , [F] @tpa-global.com.
[geïntimeerden] c.s. moeten deze deskundige een kopie van het dossier sturen. De griffier stuurt hem een kopie van dit arrest. De deskundige kan vragen die hij heeft aan de griffie stellen, ter attentie van de raadsheer-commissaris, mr. M.W. Zandbergen.
Het Landelijke Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal [geïntimeerden] c.s. een voorschotfactuur sturen van € 14.520,- inclusief btw. Dit voorschot moet binnen vier weken na dagtekening zijn betaald. Pas als de griffier heeft laten weten dat dit is gebeurd, hoeft de deskundige met het onderzoek te beginnen. Beide partijen moeten hem daarna de inlichtingen geven waarom hij vraagt.
De deskundige moet schriftelijk antwoorden op de hiervoor geformuleerde vragen. Bij de uitvoering van zijn onderzoek moet de deskundige de ‘Leidraad deskundige in civiele zaken’ zoals gepubliceerd op www.rechtspraak.nl in acht nemen. Het ondertekende deskundigenbericht moet vóór 30 juni 2020 worden gestuurd aan de griffie van dit hof (Postbus 1704, 8901 CA Leeuwarden).
Vier weken nadat het deskundigenbericht door de griffie is ontvangen, zullen beide partijen daarop kunnen reageren.
Elke verder beslissing wordt aangehouden.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.W. Zandbergen, M. Willemse en P. Van der Wal en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
3 maart 2020.