Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en haar raadsman,
mr. B.P.M. Canoy, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
zij op of omstreeks 6 juni 2017 te [plaats] , gemeente [gemeente] , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen in/uit een winkelpand (gelegen aan de [adres] ) een hoeveelheid levensmiddelen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Albert Heijn, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
zij op of omstreeks 10 juni 2017 te [plaats] , gemeente [gemeente] , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen in/uit een winkelpand (gelegen aan de [adres] ) een hoeveelheid levensmiddelen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Albert Heijn, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
zij op of omstreeks 10 juni 2017 te [plaats] , gemeente [gemeente] , opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 309,68 gram (netto), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende GHB en/of ongeveer 1,12 gram (netto), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde GHB en/of amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
zij op of omstreeks 10 juni 2017 te [plaats] , gemeente [gemeente] , terwijl zij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op haar naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan haar daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, het [adres] , als bestuurder een motorrijtuig, (Fiat Punto Cabriolet, [kentekennummer] ), van die categorie of categorieën heeft bestuurd.
Bewezenverklaring
zij op 6 juni 2017 te [plaats] , gemeente [gemeente] , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen in een winkelpand (gelegen aan de [adres] ) een hoeveelheid levensmiddelen, toebehorende aan Albert Heijn;
zij op 10 juni 2017 te [plaats] , gemeente [gemeente] , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen in een winkelpand (gelegen aan de [adres] ) een hoeveelheid levensmiddelen, toebehorende aan Albert Heijn;
zij op 10 juni 2017 te [plaats] , gemeente [gemeente] , opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 309,68 gram (netto), van een materiaal bevattende GHB en ongeveer 1,12 gram (netto), van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde GHB en amfetamine telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
zij op 10 juni 2017 te [plaats] , gemeente [gemeente] , terwijl zij wist dat een op haar naam gesteld rijbewijs voor categorie B, ongeldig was verklaard en aan haar daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie was afgegeven, op de weg, het Kiryat-Onoplein, als bestuurder een motorrijtuig, (Fiat Punto Cabriolet, [kentekennummer] ), van die categorie heeft bestuurd.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vorderingen tenuitvoerlegging
Artikel 6:6:1, tweede lid:
In de gevallen waarin de veroordeelde wordt vervolgd wegens een strafbaar feit en de behandeling van een beslissing als bedoeld in het eerste lid op vordering van het openbaar ministerie gelijktijdig geschiedt met de behandeling van het feit waarvoor de veroordeelde wordt vervolgd, is het gerecht bevoegd dat kennis neemt van dat feit.
Artikel 6:6:7:
Een rechterlijke beslissing als bedoeld in deze titel is niet aan enig gewoon rechtsmiddel onderworpen, voor zover in dit hoofdstuk niet anders is bepaald.
ARTIKEL XLIV – OVERGANGSRECHT
Uitgangspunt bij de (gefaseerde) inwerkingtreding is onmiddellijke werking van de nieuwe regeling. Dit betekent dat de nieuwe regeling niet slechts van toepassing is op hetgeen na haar inwerkingtreding voorvalt, doch ook op hetgeen bij haar inwerkingtreding bestaat, zoals bestaande rechtsposities en verhoudingen. Op één punt wordt voorgesteld hiervan af te wijken. De nieuw ingevoerde definitie van een jaar zal op grond van de voorgestelde bepaling van overgangsrecht niet gelden voor vrijheidsstraffen die zijn uitgesproken voor het moment dat deze wet in werking treedt. Voor deze veroordelingen blijft de huidige berekening van de detentieduur gelden, waarbij voor een jaar een termijn van 365 dagen wordt gehanteerd. De achtergrond van dit overgangsrecht is toegelicht bij de artikelsgewijze toelichting bij de wijziging van artikel 136 Sv.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
nederland, Canadalaan 1 te Groningen en dat zij zich gedurende de volledige proeftijd zal blijven melden bij deze instelling, zolang en zo vaak de reclassering dit noodzakelijk acht.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
6 (zes) maanden.