ECLI:NL:GHARL:2020:1583

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
25 februari 2020
Publicatiedatum
25 februari 2020
Zaaknummer
200.263.497
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verhaal van bijstandsuitkering door de gemeente op de man met betrekking tot de kosten van verzorging en opvoeding van minderjarige kinderen

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de man tegen een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, waarin de gemeente Utrecht is veroordeeld tot het verhalen van bijstandsuitkeringen op de man. De man en de vrouw zijn de ouders van vier minderjarige kinderen. De gemeente heeft aan de vrouw een bijstandsuitkering verleend, maar heeft besloten om de kosten van deze bijstand op de man te verhalen. De man heeft in eerste instantie niet gereageerd op verzoeken om informatie over zijn financiële situatie, wat leidde tot een besluit van de gemeente om de verhaalsbijdrage vast te stellen op € 114,- per maand. De man heeft echter niet betaald, wat resulteerde in een verzoek van de gemeente aan de rechtbank om de verhaalsbijdrage vast te stellen.

Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep op 4 februari 2020 hebben de man en de gemeente overeenstemming bereikt. De man zal met ingang van 1 januari 2020 € 63,- per maand betalen aan de gemeente als bijdrage in de kosten van bijstand voor de vrouw en de kinderen. Tevens is overeengekomen dat de man de verhaalsbijdragen over de periode van 1 juli 2018 tot en met 31 december 2019 niet hoeft terug te betalen. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en de nieuwe afspraken bekrachtigd.

De uitspraak van het hof is gedaan op 25 februari 2020 en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De zaak betreft belangrijke juridische aspecten van het civiel recht en het personen- en familierecht, met name in het kader van de Participatiewet.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.263.497
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 472230)
beschikking van 25 februari 2020
inzake
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker in hoger beroep, verder te noemen: de man,
advocaat: mr. C.A.H. Boom te Utrecht,
en
de gemeente Utrecht,
zetelend te Utrecht,
verweerster in hoger beroep, verder te noemen: de gemeente,
gemachtigde: de heer P.R. Kuus te Utrecht.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, van 20 mei 2019, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 31 juli 2019;
- het verweerschrift;
- een journaalbericht van mr. Boom van 27 januari 2020 met producties;
- een journaalbericht van mr. Boom van 28 januari 2020 met producties.
2.2
De mondelinge behandeling heeft op 4 februari 2020 plaatsgevonden. Aanwezig waren:
- de man, bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer P.R. Kuus namens de gemeente.
2.3
Ter mondelinge behandeling heeft de advocaat van de man met toestemming van
de heer Kuus een loonspecificatie van de man van december 2019 overgelegd.

3.De feiten

3.1
De man en [A.] (hierna: de vrouw) zijn de ouders van:
- [kind 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2010 te [geboorteplaats 1] ,
- [kind 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2013 te [geboorteplaats 1] ,
- [kind 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2017 te [geboorteplaats 1] , en
- [kind 4] , geboren op [geboortedatum 4] 2018 te [geboorteplaats 2] ,
verder te noemen: de kinderen.
3.2
De gemeente verleent met ingang van 5 december 2013 verleent een bijstandsuitkering aan de vrouw, ook voor de verzorging en opvoeding van de kinderen, naar de norm voor een alleenstaande ouder.
3.3
De gemeente heeft besloten de verstrekte bijstand op de man te verhalen tot de grens van zijn onderhoudsplicht aan de vrouw en de kinderen. Die grens heeft de gemeente bij brief van 7 november 2017 ambtshalve vastgesteld op € 986,- per maand met ingang van 1 juli 2017. De gemeente had de man gevraagd nog (nadere) gegevens over zijn financiële situatie te verstrekken, maar dat heeft de man niet gedaan.
De gemeente heeft daarom het genomen besluit op 7 november 2017 aan de man verzonden.
Nadat de man aan de gemeente alsnog inlichtingen over zijn financiële situatie had verstrekt heeft de gemeente in haar besluit van 17 januari 2018 de verhaalsbijdrage gewijzigd vastgesteld op € 114,- per maand.
3.4
De man is niet tot betaling overgegaan. De gemeente heeft daarom op 10 december 2018 besloten tot verhaal in rechte en op diezelfde datum bij de rechtbank een verzoek tot vaststelling van een verhaalsbijdrage ingediend dat kort gezegd erop neerkomt dat de man met ingang van 1 juli 2017 € 114,- per maand aan de gemeente moet betalen t .

4.De omvang van het geschil

4.1
In geschil is het verhaal door de gemeente op de man van de aan de vrouw verstrekte bijstand. De rechtbank heeft in de bestreden beschikking bepaald dat:
- de man voor de kosten van bijstand een bedrag is verschuldigd van € 114,- per maand
Met ingang van 1 juli 2018;
- de man met ingang van de eerste van de maand volgend op de datum van deze beschikking ter zake van nog te maken kosten van bijstand een verhaalsbijdrage van
€ 114,- per maand aan de gemeente Utrecht moet betalen zolang de bijstandverlening mede ten behoeve van de minderjarige kinderen voortduurt;
- de man ter zake van de al gemaakte kosten van bijstand gedurende de periode van 1 juli
2018 tot de eerste van de maand volgend op de datum van deze beschikking een bedrag
van € 57,- per maand aan de gemeente moet betalen, tot de achterstand in de betalingen
geheel zijn voldaan;
- de man, indien hij in gebreke blijft het vastgestelde bedrag te voldoen, terstond de dan
resterende hoofdsom ineens aan de gemeente verschuldigd is, en
- de vordering gelet op de bepaling van artikel 58 lid 5 Participatiewet juncto 62i
Participatiewet, wordt verhoogd met de op de invordering betrekking hebbende kosten,
indien de man in gebreke mocht blijven om het verschuldigde tijdig te voldoen.
4.2
De man is met twee grieven in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking. De man verzoekt het hof - voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad - de bestreden beschikking te vernietigen en de verzoeken van de gemeente alsnog af te wijzen.
4.3
De gemeente voert verweer en verzoekt het hof het verzoek van de man af te wijzen en de bestreden beschikking te bekrachtigen.

5.De motivering van de beslissing

5.1
Tijdens de mondelinge behandeling zijn de man en de gemeente het volgende overeengekomen:
- de man zal aan de gemeente met ingang van 1 januari 2020 € 63,- per maand aan
verhaalsbijdrage betalen met betrekking tot kosten van bijstand voor de vrouw en de
kinderen;
- de gemeente verleent de man kwijtschelding voor de verschuldigde verhaalsbijdragen
over de periode van 1 juli 2018 tot en met 31 december 2019.
5.2
Het hof leidt uit de tussen partijen bereikte overeenstemming af dat de man de gronden van zijn hoger beroep niet langer handhaaft. Het hof zal beslissen zoals partijen zijn overeengekomen.

6.De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:
vernietigt de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, van 20 mei 2019, en opnieuw beschikkende:
bepaalt dat de man met ingang van 1 januari 2020 en voor de toekomst telkens bij vooruitbetaling aan de gemeente € 63,- per maand zal voldoen als bijdrage in de kosten die de gemeente heeft in verband met de aan [A.] mede ten behoeve van de minderjarige kinderen van de man en [A.] verstrekte bijstandsuitkering;
bepaalt dat de man de verschuldigde verhaalsbijdragen over de periode van 1 juli 2018 tot en met 31 december 2019 niet aan de gemeente hoeft terug te betalen.
Deze beschikking is gegeven door mrs. A. Smeeïng-van Hees, M.H.F. van Vugt en
L. Hamer, bijgestaan door mr. J.M. van Gastel-Goudswaard als griffier, en is op 25 februari 2020 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.